therapie actueel

Nieuwe inzichten in de diagnostiek en behandeling van het primair gemetastaseerd hormoongevoelig prostaatcarcinoom (mHSPC)

NTVO - 2021, nummer 6, september 2021

drs. G.W.B. Janssen , dr. N. Mehra , dr. J.P.M. Sedelaar

SAMENVATTING

Van de nieuw-gediagnosticeerde prostaatkanker blijkt 20% bij aanvang gemetastaseerd te zijn. Deze gemetastaseerde hormoongevoelige prostaatkanker (mHSPC) werd tot voor kort alleen behandeld met androgeendeprivatietherapie (ADT). Sinds enkelejaren wordt onderscheid gemaakt tussen laag-volume gemetastaseerde ziekte en hoog-volumeziekte. Bij laag-volumeziekte wordt een combinatie geadviseerd van ADT met radiotherapie op de prostaat. Bij hoog-volumeziekte wordt een combinatie geadviseerd van ADT met een toevoeging van docetaxel of abirateronacetaat. Vorig jaar is apalutamide toegevoegd (CieBOM, december 2020) en recentelijk enzalutamide (CieBOM, juni 2021). Beslissingen over de indicatie van deze combinatietherapieën moeten worden afgewogen tegen de bijwerkingen, kwaliteit van leven, duur van behandeling, kosten, beschikbaarheid, voorkeur van patiënt en te verwachten winst. Zo zullen deze patiënten standaard in een multidisciplinair overleg (MDO) worden besproken en zal een gewogen behandeladvies worden afgegeven waarover de behandelaar en de patiënt vervolgens in gesprek gaan. In dit overzichtsartikel wordt stilgestaan bij de nieuwste inzichten van de combinatietherapieën bij hormoongevoelige gemetastaseerde prostaatkanker.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:213-22)

Lees verder

De behandeling van gemetastaseerd uveamelanoom: huidige en toekomstige therapeutische opties

NTVO - 2021, nummer 5, august 2021

drs. T.M.L. Tong , dr. M.C. Burgmans , dr. F.M. Speetjens , prof. dr. C.U. Blank , prof. dr. C.R.N. Rasch , prof. dr. C.L. Creutzberg , dr. N. Horeweg , prof. dr. G.P.M. Luyten , drs. M. Marinkovic , prof. dr. M.J. Jager , dr. T.H.K. Vu , dr. G. Liefers , dr. H.H. Hartgrink , dr. H.W. Kapiteijn

SAMENVATTING

Het uveamelanoom is zeldzaam, maar is desondanks de meest voorkomende primaire oogtumor bij volwassenen van het Kaukasische ras. De tumor wordt, afhankelijk van de diameter en prominentie, behandeld door middel van radiotherapie of enucleatie. Afhankelijk van het tumorstadium bij diagnose ontwikkelt tussen 10–50% van de patiënten die een succesvolle primaire behandeling hebben ondergaan metastasen op afstand. Metastasering gebeurt primair naar de lever en is gerelateerd aan een infauste prognose. Tot op heden zijn er geen standaardtherapieën beschikbaar. Lokale lever-gerichte therapieën kunnen een rol spelen bij patiënten met levermetastasen. Systemische behandeling met chemotherapie is niet effectief bij gemetastaseerd uveamelanoom en zowel ‘targeted’ therapie als immuuntherapie worden nog onderzocht. De slechte prognose en het gebrek aan behandelmogelijkheden onderstrepen het belang van verder onderzoek naar (combinaties van) diverse therapieën om tot een betere behandeling te komen van patiënten met gemetastaseerde ziekte.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:161-7

Lees verder

Het merkelcelcarcinoom

NTVO - 2020, nummer 8, december 2020

drs. E.M. Zwijnenburg , dr. S.F.K. Lubeek , dr. E.M. Werner , dr. A.L. Amir , drs. W.L.J. Weijs , prof. dr. R.P. Takes , dr. S.A.H. Pegge , prof. dr. C.M.L. van Herpen , prof. dr. G.J. Adema , prof. dr. J.H.A.M. Kaanders

SAMENVATTING

Het merkelcelcarcinoom is een zeldzame neuro-endocriene tumor van de huid die vooral bij ouderen voorkomt. De incidentie stijgt door vergrijzing, toegenomen blootstelling aan zonlicht en gebruik van immuunsuppressiva. De tumor kenmerkt zich door snelle progressie en een agressief beloop. In dit overzicht worden de diagnostiek en behandelmodaliteiten van dit moment besproken en vooruitgekeken naar veelbelovende nieuwe therapieën en combinatiebehandelingen. Gezien de zeldzaamheid, de agressiviteit en de kwetsbare patiëntenpopulatie die het betreft, is het van belang dat het merkelcelcarcinoom door een ervaren multidisciplinair team wordt behandeld. In de hierop volgende tekst wordt gesproken over locoregionale recidieven. Dit is een samenvatting van lokaal recidief, satelliet-, in-transit- en/of lymfekliermetastase(n).

(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:317-24)

Lees verder

Nieuwe tumortype-agnostische behandeling voor patiënten met NTRK-genfusie

NTVO - 2020, nummer 7, november 2020

prof. dr. C.M.L. van Herpen , prof. dr. K. Grünberg , dr. P. Evers , prof. dr. J.G.J.V. Aerts , dr. J.H.M. Merks , prof. dr. H. Morreau , dr. M.L. Wumkes , prof. dr. W.N.M. Dinjens , prof. dr. M.J.L. Ligtenberg , dr. H.W. Kapiteijn

SAMENVATTING

De ontdekking van oncogene fusies van ‘neurotrophic tropomyosin-related kinase’ (NTRK)-genen heeft geleid tot de ontwikkeling van TRK-remmers, gericht tegen de eiwitten waarvoor deze fusiegenen coderen. NTRK-genfusies komen voor bij tal van tumortypen in een prevalentie variërend van minder dan 1% bij veelvoorkomende tumortypen tot meer dan 90% bij enkele zeldzame tumortypen. Larotrectinib is de eerste TRK-remmer met goedkeuring van de ‘European Medicines Agency’ (EMA) voor de behandeling van volwassen en pediatrische patiënten met solide tumoren die een NTRK-genfusie vertonen. Entrectinib, dat naast het TRK ook het ROS1- en ALKreceptorkinase als doelwitten heeft, is recentelijk goedgekeurd door de EMA. In dit artikel worden de biologische basis voor de toepassing van TRK-remmers bij kanker en de belangrijkste klinische karakteristieken van larotrectinib en entrectinib bij patiënten met oncogene NTRK-genfusies beschreven.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:275-80)

Lees verder

De rol van moleculaire diagnostiek in het identificeren van patiënten die baat hebben bij TRK-remmer-therapie

NTVO - 2020, nummer 7, november 2020

dr. L.C. van Kempen , dr. T. van Wezel , prof. dr. H. Morreau , dr. D. Cohen , prof. dr. W. Timens , prof. dr. S.M. Willems , prof. dr. E. Schuuring

SAMENVATTING

Remmers van neurotrofe receptortyrosinekinase (TRK) fusie-eiwitten hebben een hoge therapeutische activiteit in verschillende solide tumortypen zoals papillair schildkliercarcinoom, longadenocarcinoom, gastrointestinale stromatumoren, astrocytoom, en colorectaal carcinoom. Alleen patiënten met een bewezen genfusieproduct van een NTRK-gen komen in aanmerking voor behandeling met specifieke remmers. Daarmee is de therapie de facto tumortype-agnostisch. De lage frequentie van verschillende fusies van één van de drie NTRK-genen in veelvoorkomende tumoren, maar hoge frequentie in zeldzame tumoren vraagt om een specifieke aanpak voor de routinematige analyse in de moleculaire diagnostiek. Hiervoor zijn verschillende methoden beschikbaar en staat de moleculaire diagnostiek voor een uitdaging om de detectie van NTRK-fusiegenen op een tijd- en kosteneffectieve manier in te voeren. De voor- en nadelen van de verschillende moleculaire technieken worden in dit artikel besproken en een strategie voor NTRK-fusiegenanalyse in de routine moleculaire diagnostiek wordt gepresenteerd.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:266-73)

Lees verder

De impact van de huidige nieuwe behandelmodaliteiten op de uitkomsten van patiënten met hersenmetastasen van een melanoom: een systematische review

NTVO - 2020, nummer 6, september 2020

M.P. van Opijnen , dr. L. Dirven , dr. I.E.M. Coremans , prof. dr. M.J.B. Taphoorn , dr. H.W. Kapiteijn

SAMENVATTING

De prognose van patiënten met hersenmetastasen van een melanoom (HMM) is nog altijd slecht. Er zijn verschillende behandelmodaliteiten onderzocht in een poging om de behandeling van HMM te verbeteren. Het doel van deze review is om de impact van de huidige nieuwe behandelingen voor HMM op patiënt- en tumorgerelateerde uitkomsten te evalueren. In de elektronische databases PubMed, Embase, Web of Science en Cochrane werd, voor de periode van januari 2010 tot en met 8 januari 2019, naar relevante literatuur gezocht. Originele artikelen gepubliceerd vanaf 2010, die patiënt- en tumorgerelateerde uitkomsten van volwassen HMM-patiënten die waren behandeld met duidelijk gedefinieerde systemische therapie beschreven, werden geïncludeerd. Informatie over de onderzoeksopzet, de onderzochte behandeling en de uitkomsten (zoals totale en progressievrije overleving, lokale controle en controle op afstand, en toxiciteit) werd geëxtraheerd. Er werden 96 geschikte artikelen gevonden, die 95 verschillende onderzoeken beschreven. Een grote verscheidenheid aan behandelmogelijkheden voor HMM werd onderzocht, zowel als monotherapie als gecombineerd. In 71% van de onderzoeken werd gecombineerde therapie onderzocht en dat resulteerde in een langere overleving en betere lokale controle/ controle op afstand dan monotherapie, in het bijzonder de combinaties van bestraling met doelgerichte therapie of immuuntherapie. Daarentegen werden ook vaker neurotoxische bijwerkingen gerapporteerd. Timing bleek een belangrijke determinant te zijn voor de uitkomsten, met de beste resultaten wanneer radiotherapie voor of tijdens de systeemtherapie werd gegeven. De beste therapie om goede tumorcontrole en langere overleving te bereiken lijkt de combinatie van radiotherapie met immuuntherapie of doelgerichte therapie te zijn. Er zijn echter meer gerandomiseerde of prospectieve onderzoeken nodig om solide bewijs te leveren dat de zorg voor patiënten met HMM kan veranderen.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:235-42)

Lees verder

Profylactische hersenbestraling bij stadium III niet-kleincellig longcarcinoom

NTVO - 2020, nummer 5, august 2020

drs. W.J.A. Witlox , dr. B.L.T. Ramaekers , dr. V. van der Noort , dr. H. van Tinteren , prof. dr. H.J.M. Groen , prof. dr. M.A. Joore , prof. dr. D.K.M. de Ruysscher

SAMENVATTING

Ongeveer 30% van de patiënten met stadium III niet-kleincellig longcarcinoom ontwikkelt na verloop van tijd hersenmetastasen. Hersenmetastasen kunnen leiden tot neurocognitieve klachten en verlies van kwaliteit van leven. Bovendien kunnen ze een negatieve invloed hebben op de overleving van de patiënt. De resultaten van een meta-analyse op basis van geüpdatete individuele patiëntengegevens uit gerandomiseerde fase 3-onderzoeken lieten zien dat er geen significant overlevingsvoordeel van profylactische hersenbestraling (PCI) is ten opzichte van observatie, maar dat de progressievrije overleving en tijd tot hersenmetastasen wel significant beter zijn in de PCI-groep. Het aandeel patiënten met hoge graad toxiciteit was relatief laag en PCI had geen negatieve invloed op zowel de generieke als de ziektespecifieke kwaliteit van leven. Daarom is PCI mogelijk wel zinvol bij patiënten met stadium III niet-kleincellig longcarcinoom, indien er betere systemische behandelmogelijkheden zijn en de toxische bijwerkingen kunnen worden beperkt.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:196-201)

Lees verder