Special

Gepersonaliseerde behandeling met CDK4/6-remmers bij HR+/HER2- gevorderd Mammacarcinoom

NTVO - 2021, nummer Special, december 2021

dr. R. van der Voort

Momenteel zijn er drie CDK4/6-remmers geregistreerd die in combinatie met endocriene therapie in de eerste of latere lijn ingezet kunnen worden voor de behandeling van HR+/ HER2 gevorderd mammacarcinoom. Hoewel klinisch onderzoek suggereert dat de drie remmers een vergelijkbare werkzaamheid hebben, bieden verschillen in farmacologisch en toxicologisch profiel mogelijkheden voor gepersonaliseerde behandeling.

Lees verder

Duale immuuntherapie bij mesothelioom en NSCLC

NTVO - 2021, nummer Special, december 2021

dr. W. Nanhoe , dr. R. van der Voort

Op basis van de positieve resultaten van de fase III-studies CheckMate 743 en Check-Mate 9LA werd de combinatiebehandeling met nivolumab plus ipilimumab recentelijk geregistreerd als eerstelijnsbehandeling bij niet-resectabel mesothelioom en, in combinatie met twee cycli chemotherapie, bij gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom. Tijdens het WCLC 2021 en ESMO 2021 congres bleek de combinatiebehandeling ook op de lange termijn werkzaam te zijn bij beide maligniteiten.

Lees verder

Evoluties in de eerstelijnsbehandeling van ALK+ NSCLC

NTVO - 2021, nummer Special, december 2021

dr., ir. A. Dekker

De ontdekking van het EML4-ALK-fusiegen bij een deel van de patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom (‘non-small cell lung cancer’, NSCLC) en de daaropvolgende klinische ontwikkeling van crizotinib in 2011 was een belangrijke stap voorwaarts voor de behandeling in deze setting. Er is echter regelmatig sprake van resistentie voor crizotinib met als gevolg ziekteprogressie. Daarom zijn er verschillende nieuwe, op anaplastisch lymfoom kinase (ALK) gerichte tyrosinekinaseremmers (‘tyrosine kinase TKI’s) ontwikkeld, zoals ceritinib, alectinib, brigatinib, lorlatinib en ensartinib. Hoewel deze middelen initieel met name hun waarde lieten zien in de tweedelijnsbehandeling van ALK-positief (+) gevorderd NSCLC, is er nu in de eerstelijnsbehandeling van deze patiënten superieure effectiviteit voor tweedegeneratie ALK-remmers boven crizotinib aangetoond. Hierdoor hebben tweedegeneratie ALK-TKI’s crizotinib grotendeels vervangen als de eerste keuze voor de behandeling van gevorderd ALK+ NSCLC. In dit artikel geven we een overzicht van de laatste bevindingen ten opzichte van de beste behandelsequentie voor ALK+ NSCLC-patiënten.

Lees verder

Adjuvante behandeling in een vroeg stadium van niet-kleincellig longcarcinoom

NTVO - 2021, nummer Special, december 2021

dr., ir. A. Dekker

Gemiddeld een kwart van de patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom (‘non-small cell lung cancer, NSCLC) wordt gediagnosticeerd in een vroeg stadium van de ziekte en kan behandeld worden met radicale chirurgie. Ondanks radicale chirurgie blijft de 5-jaars overlevingskans voor volledig gereseceerd vroeg stadium NSCLC teleurstellend. In verschillende studies is onderzocht of met behulp van adjuvante chemotherapie de recidiefkans na chirurgie verlaagd kan worden. Helaas is de overlevingswinst verkregen door adjuvante chemotherapie bescheiden, met een recidief van de ziekte bij ongeveer de helft van de patiënten. De identificatie van betrouwbare biomarkers om de respons op doelgerichte behandeling in deze setting te voorspellen, het opzetten van moleculair georiënteerde studies en de beschikbaarheid van nieuwe, effectieve en minder toxische opties, banen de weg voor deze doelgerichte middelen in de (neo)adjuvante behandeling van vroeg stadium NSCLC met oncogene ‘driver’-mutaties. De resultaten verkregen met deze therapeutische strategie worden samengevat in dit artikel.

Lees verder

Ribociclib bij de eerstelijnsbehandeling van pre- of perimenopauzale vrouwen met HR+/HER2- gevorderde borstkanker

NTVO - 2021, nummer Man/vrouw special, june 2021

dr. T. Feys , drs. D. Vrouwenvelder

De afgelopen jaren hebben remmers van cycline-afhankelijke kinasen 4 en 6 (‘cyclindependent kinases’, CDK4/6) een kentering teweeggebracht in het behandelprotocol voor patiënten met hormoonreceptor positieve (HR+)/humane epidermale groeifactor receptor 2 negatieve (HER2-) gevorderde borstkanker (‘advanced breast cancer’, ABC).1 Combinaties van deze middelen met endocriene therapie (ET) zijn nu de erkende standaard geworden voor de eerste- en tweedelijnsbehandeling van HR+/HER2- ABC. De fase III-studie MONALEESA-7 onderzocht het klinische voordeel van toevoeging van de CDK4/6-remmer ribociclib aan ET bij pre- en perimenopauzale vrouwen met HR+/HER2- ABC, een subgroep van patiënten die vaker een agressiever ziekteverloop vertoont en een slechtere prognose heeft.2 Eerder werd aangetoond dat toevoeging van ribociclib aan ET de progressievrije (‘progression-free survival’, PFS) en algehele overleving (‘overall survival’, OS) aanzienlijk verbeterde bij deze jongere patiënten met HR+/HER2- ABC.3,4 De definitieve protocol-gespecificeerde analyse van MONALEESA-7 (mediane follow-up van 34,6 maanden) toonde een significante verlaging aan van het risico op overlijden wanneer ribociclib werd toegevoegd aan ET. Aangezien de mediane OS voor patiënten die werden behandeld met ribociclib + ET op dit punt nog niet was bereikt, werd de follow-up in MONALEESA-7 na deze analyse voortgezet om het door ribociclib geïnduceerde OS-voordeel beter in kaart te brengen. Tijdens het jaarlijkse San Antonio Breast Cancer Symposium (SABCS) in 2020 werden de resultaten van MONALEESA-7 gepresenteerd met een follow-up van 20 maanden extra.5

Lees verder

Ovarium-, mamma- en prostaatcarcinoom-diagnostiek ten tijde van de COVID-19 pandemie

NTVO - 2021, nummer Man/vrouw special, june 2021

drs. D. Vrouwenvelder , dr. W. Nanhoe

Na de eerste bevestiging van een besmetting met COVID-19 in Nederland op 24 februari 2020 werd een enorme daling ingezet van het aantal gestelde kankerdiagnoses. Niet veel later werden ook de screeningsprogramma’s stopgezet. Prof. dr. Sabine Siesling, klinisch epidemioloog in het IKNL en verbonden aan de Universiteit Twente, geeft toelichting op de impact van COVID-19 op de diagnostiek en behandeling van mamma-, ovarium-, en prostaatcarcinoom.

Lees verder

Klinische studies met de PARP-remmers bij ovariumcarcinoom

NTVO - 2021, nummer Man/vrouw special, june 2021

dr. J. Beekwilder , dr. W. Nanhoe

Met de komst van de PARP-remmers is het behandellandschap van ovariumcarcinoom drastisch veranderd. Alle drie de beschikbare PARP-remmers kunnen voor onderhoudsbehandeling als monotherapie worden ingezet bij patiënten met platinagevoelig gerecidiveerd hooggradig ovariumcarcinoom. Dit is gebaseerd op verschillende fase II- en III-studies. In dit artikel wordt een aantal van de belangrijkste en nog lopende studies met PARP-remmers bij ovariumcarcinoom besproken. Prof. dr. Isabelle Ray-Coquard deelt haar ervaring met de verschillende PARP-remmers.

Lees verder