overzichtsartikelen

Hoofd-halskanker in de oudere patiëntenpopulatie: een steeds vaker voorkomend probleem met veel vraagtekens over de behandelkeuze

NTVO - 2015, nummer 7, november 2015

dr. G.B. Halmos , drs. L. Bras , prof. dr. J.A. Langendijk , dr. T.T.A. Peters

Samenvatting

Door de vergrijzing neemt het aantal oudere hoofd-hals-kankerpatiënten toe. Oudere patiënten hebben meer comorbiditeit, een kortere levensverwachting en hebben andere prioriteiten. Dit leidt tot een complexer besluitvormingsproces rondom de behandeling. Bovendien is de uitkomst van de behandeling lastiger te voorspellen in de oudere patiëntenpopulatie. De gepubliceerde veelal retrospectieve studies tonen tegenstrijdige resultaten met betrekking tot mogelijke voorspellers van verschillende uitkomstmaten bij oudere hoofd-halskankerpatiënten. In het algemeen wordt geconcludeerd dat leeftijd alleen geen contra-indicatie is voor intensieve behandeling. Het bepalen van de biologische leeftijd is een uitdaging. Met een ‘Comprehensive Geriatric Assessment’ (CGA) tracht men de biologische leeftijd zo goed mogelijk te benaderen. Met een CGA wordt de gezondheidstoestand van oudere patiënten met betrekking tot de voedingstoestand, sociale ondersteuning, fysieke prestaties en de functionele, cognitieve en psychologische toestand uitgebreid in kaart gebracht. Een volledig CGA is bijzonder tijdsintensief en slechts een beperkt deel van de oudere patiëntenpopulatie heeft baat bij dit uitgebreide onderzoek. Om deze reden is geprobeerd nieuwe screeningsinstrumenten te ontwikkelen voor het bepalen van de kwetsbaarheid (‘frailty’). Er zijn verschillende ‘frailty’-screeningsinstrumenten ontwikkeld, maar de voorspellende waarde van deze tools blijft teleurstellend. Er is meer prospectief onderzoek nodig voor het ontwikkelen van effectievere evaluatietools bij oudere hoofd-halskankerpatiënten.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:252–8)

Lees verder

Irreversibele elektroporatie: een veelbelovende beeldgestuurde tumorablatietechniek

NTVO - 2015, nummer 7, november 2015

drs. L.G.P.H. Vroomen , dr. H.J. Scheffer , drs. W. van den Bos , prof. dr. J.J.M.C.H. de la Rosette , dr. M.R. Meijerink

Samenvatting

Irreversibele elektroporatie (IRE) is een nieuwe, beeldgestuurde tumorablatietechniek waarvan het werkingsmechanisme primair is gebaseerd op een niet-thermische vorm van celdestructie. Het werkingsmechanisme berust op de toediening van meerdere hoog-voltage elektrische pulsen waardoor er gaatjes van 100–150 nanometer in de celmembranen ontstaan. Cellen verliezen hierdoor hun homeostatische eigenschappen en gaan in apoptose. Het – voornamelijk theoretische – voordeel ten opzichte van andere lokale ablatieve technieken is dat IRE selectief cellen vernietigt, waarbij de extracellulaire matrixstructuur intact blijft. Het anatomisch raamwerk, waar kwetsbare structuren zoals galwegen, bloedvaten, urinewegen en zenuwen hun vorm en stevigheid aan ontlenen, blijft hierdoor gespaard, waardoor tumoren die vlakbij deze structuren liggen veilig geableerd kunnen worden. In het VU medisch centrum lopen verschillende klinische studies naar de veiligheid en effectiviteit van IRE voor centrale levertumoren, pancreastumoren en tumoren in het kleine bekken. Deze tumoren zijn vanwege hun anatomische ligging ongeschikt voor de huidige lokale behandelingen (chirurgische resectie, thermische ablatie en/of radiotherapie). In het Academisch Medisch Centrum loopt een studie naar IRE bij prostaattumoren, waarbij wordt onderzocht of IRE prostaatkanker effectief kan behandelen waardoor minder bijwerkingen ontstaan dan bij de conventionele therapieën. Hoewel de langetermijnresultaten nog onbekend zijn, lijkt de toekomst van IRE veelbelovend.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:259–66)

Lees verder

De curatieve behandeling van stadium I niet-kleincellig longcarcinoom

NTVO - 2015, nummer 6, september 2015

prof. dr. S. Senan , drs. H. Tekatli

(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:210–2)

Lees verder

Klinische uitkomsten van stadium I-II niet-kleincellig longcarcinoom behandeld met stereotactische radiotherapie of chirurgie

NTVO - 2015, nummer 6, september 2015

dr. E.A. Kastelijn , dr. S.Y. El Sharouni , drs. F.N. HOfman , dr. B.P. van Putte , dr. E. Monninkhof , prof. dr. M. van Vulpen , dr. F.M.N.H. Schramel

Samenvatting

Chirurgische resectie is de standaardbehandeling voor patiënten met stadium I-II niet-kleincellig longkanker (NSCLC). Stereotactische radiotherapie (SRT) blijkt echter een goede alternatieve behandeling te zijn. In dit onderzoek wordt de totale overleving, progressievrije overleving en het percentage met locoregionaal recidief en metastasen op afstand vergeleken tussen patiënten met stadium I-II NSCLC die zijn behandeld met SRT (n=53) of een operatie ondergingen (n=175). De ‘propensity score’-methode werd gebruikt om te corrigeren voor de verschillende patiëntkenmerken tussen beide behandelingen. Voor de correctie waren de totale overleving en progressievrije overleving na 1 en 3 jaar significant verschillend tussen SRT en chirurgie ten gunste van de chirurgiegroep. Na correctie waren de totale overleving en progressievrije overleving niet meer significant verschillend tussen de 2 behandelingen. De percentages locoregionaal recidief en metastasen op afstand waren vergelijkbaar tussen beide groepen, zowel voor als na correctie. Samengevat toont deze studie aan dat de uitkomsten na SRT vergelijkbaar zijn met de uitkomsten na chirurgie bij patiënten met stadium I-II NSCLC.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:213–20)

Lees verder

Kanker tijdens de zwangerschap: de huidige stand van zaken

NTVO - 2015, nummer 5, august 2015

drs. J. de Haan , drs. M. Verheecke , prof. dr. F. Amant , dr. P.O. Witteveen

Samenvatting

Kanker tijdens de zwangerschap is een relatief zeldzaam fenomeen waarbij medische en ethische dilemma’s ontstaan voor zowel zorgverlener als ouder. Adequate diagnostiek en behandeling volgens een zo standaard mogelijk schema is de beste manier van aanpak voor de zwangere met kanker. Het vermijden van vertraging in de diagnose en behandeling geeft de beste prognose voor de moeder. Specifieke oncologische behandelingen, zoals chirurgische interventies en behandeling met chemotherapie, kunnen veilig zijn tijdens de zwangerschap voor zowel moeder als kind. Het speerpunt in de obstetrische aanpak is het zo mogelijk nastreven van een vaginale baring na 37 weken zwangerschapsduur. Behandeling in een specialistisch multidisciplinair team met ervaring in de behandeling van zwangeren met kanker is noodzakelijk om alle aspecten rondom de zorg voor deze specifieke patiëntenpopulatie optimaal te behandelen.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:171–8)

Lees verder

Behandeling van gemetastaseerde neuro-endocriene pancreastumoren: een multidisciplinaire benadering

NTVO - 2015, nummer 4, june 2015

dr. K.M.A. Dreijerink , dr. M.E.T. Tesselaar , dr. W.H.M. Verbeek , prof. dr. M.R. Vriens , prof. dr. I.H.M. Borel Rinkes , dr. B. de Keizer , dr. M.G.E. Lam , prof. dr. G.D. Valk

Samenvatting

De incidentie van neuro-endocriene pancreastumoren (pNET) neemt toe. Bij een groot deel van de patiënten is er bij presentatie sprake van gemetastaseerde ziekte. Kennis van de pathofysiologie van pNET heeft de laatste jaren geleid tot de introductie van nieuwe behandelmethoden. Er zijn volop ontwikkelingen gericht op innovatie van de behandeling. De behandelingen voor pNET vallen in het domein van de chirurg, endocrinoloog, maag-darm-leverarts, medisch oncoloog, interventieradioloog en nucleair geneeskundige. Door middel van een multidisciplinaire aanpak kan de behandeling van gemetastaseerde pNET voor de individuele patiënt op maat worden gesneden.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:135–40)

Lees verder

Robotchirurgie bij hoofd-halskanker

NTVO - 2015, nummer 4, june 2015

P.D. de Veij Mestdagh , prof. dr. M.W.M. van den Brekel , prof. dr. L.E. Smeele

Samenvatting

Transorale robotchirurgie (TORS) is toenemend populair. De operatietechniek kent een aantal voordelen ten opzichte van open of transorale chirurgie, waarvan de belangrijkste zijn het hoge resolutie 3D-zicht op het operatiegebied en het ‘om de hoek’ kunnen werken in 7 vrijheidsgraden, waarbij de hand- en polsbewegingen geschaald worden uitgevoerd door de robotarm met uitfiltering van fysiologische tremor. In de literatuur worden oncologische resultaten beschreven die overeenkomen met andere modaliteiten. Tevens worden in een aantal studies naar behandeling van orofarynxcarcinoom betere functionele resultaten beschreven na TORS, al is het gros van de studies uitgevoerd door een select aantal zeer ervaren onderzoeksgroepen die nauw betrokken waren bij het ontwikkelen van de techniek. In het NKI-AVL wordt TORS gebruikt bij geselecteerde patiënten met lage stadia (I-II) orofarynxcarcinoom, waarbij het doel is toxiciteit te verminderen door lokale radiotherapie te voorkomen. Hoewel TORS een veilige operatietechniek is bij kleine orofarynxcarcinomen, is de meerwaarde van TORS ten opzichte van andere modaliteiten en technieken nog onvoldoende aangetoond. Prospectief onderzoek naar de (kosten)-effectiviteit van de techniek zal de plaats van TORS in het behandelarsenaal van de hoofd-halschirurgie moeten bepalen.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:141–7)

Lees verder