NTVO - 2021, nummer 7, october 2021
drs. N. Rijnsburger , dr. J.L. Derks , prof. dr. E.J.M. Speel , dr. J.H. von der Thüsen , prof. dr. A.M.C. Dingemans
Het grootcellig neuro-endocrien longcarcinoom (LCNEC) is een zeldzaam type longkanker met een slechte prognose. De diagnose LCNEC wordt ongeveer bij 1–2% van alle longtumoren gesteld. Volgens de WHO-criteria van 2021 is de diagnose alleen met zekerheid vast te stellen op resectiemateriaal. De LEGO-studie is een prospectieve, landelijke studie met als doel enerzijds het verbeteren van de diagnostische accuraatheid op het biopt door middel van aanvullende immuunhistochemische kleuringen voor neuro-endocriene markers en anderzijds het analyseren van overleving en respons op chemotherapie bij verschillende LCNEC-subtypen.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:253-5)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 6, september 2021
drs. I.L.M. Reijers , drs. M.W. Lucas , dr. W.J. van Houdt , prof. dr. C.U. Blank
Ondanks de verbetering van de recidiefvrije overleving van stadium III-melanoompatiënten met adjuvante systemische immuun- en doelgerichte therapieën, ontwikkelt nog steeds 40% van de patiënten met stadium IIIB/C-melanoom binnen drie jaar een recidief. De toe-passing van ‘checkpoint’-remmers in de neoadjuvante setting is voor deze patiëntengroep een nieuwe veelbelovende behandelstrategie gebleken. Met name de com-binatie van neoadjuvant ipilimumab (anti-CTLA-4) en nivolumab (anti-PD-1) induceert hoge responspercentages (72–78%), en de pathologische respons lijkt een goede voorspeller te zijn voor de uitkomsten op lange termijn. De internationale multicenter fase 3-studie NADINA (NCT04949113) vergelijkt de ‘event’-vrije overleving van zes weken neoadjuvant ipilimumab plus nivolumab versus de standaardbehandeling van één jaar adjuvant nivolumab. Wereldwijd zullen in totaal 420 stadium III-melanoompatiënten met minimaal één klinisch detecteerbare lymfeklier worden geïncludeerd. Indien deze studie een significante verbetering in ‘event’-vrije overleving van neoadjuvante ‘checkpoint’-remmerskan aantonen, zal dit niet alleen voordelig zijn voor de patiënt, maar ook bijdragen aan het behoud van betaalbare zorg.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:224-7)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 5, august 2021
drs. J.S.W. Borgers , dr. C.M. Nijenhuis , prof. dr. J.B.A.G. Haanen
Adoptieve celtherapie wordt op dit moment in studieverband getest voor stadium IV-melanoompatiënten die onvoldoende baat hebben bij de huidige standaardbehandelingen. Eén van deze celtherapiestudies is de NEO-PTC-01-studie. NEO-PTC-01 is een ex vivo gegenereerd, patiënt-specifiek, autoloog celproduct gericht tegen neoantigenen. Neoantigenen zijn tumor-specifieke antigenen die kunnen worden herkend door de neoantigeen-specifieke T-cellen uit het NEO-PTC-01-celproduct. Het primaire eindpunt van deze fase 1-studie is bepalen of het celtherapie-product NEO-PTC-01 veilig kan worden gegeven aan patiënten met gemetastaseerd melanoom.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:169-71)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 4, june 2021
E.H.A. Stahlie , dr. A.C.J. van Akkooi
De standaardbehandeling voor patiënten met resectabel stadium IIIB-IVM1a-melanoom bestaat uit een klierdissectie en/of chirurgische resectie, sinds kort gevolgd door adjuvant systeemtherapie (anti-PD1 of BRAF/MEK-remmers). In het algemeen is de 5-jaarsoverleving van deze hoogrisicogroep van melanoompatiënten helaas slechts gemiddeld 50% (spreiding 32–83%). De laatste belangrijkste ontwikkelingen voor deze patiënten zijn op het vlak van de neoadjuvante en combinatiebehandelingen. Neoadjuvante toediening van talimogene laherparepvec (T-VEC), een genetisch gemodificeerd herpesvirus, liet een verbeterde recidiefvrije overleving zien ten opzichte van chirurgie alleen. Daarnaast liet een fase 1-onderzoek zien dat T-VEC voor een verandering in hetmicromilieu van de metastase kan zorgen, het hiermee vatbaarder makend voor behandeling met onder andere anti-PD1. In de NIVEC-studie zullen 24 patiënten neoadjuvant worden behandeld met een combinatie van T-VEC en nivolumab. Dit met de veronderstelling dat beide middelen elkaars antitumor-effect zullen versterken. Primair eindpunt zal zijn de pathologische respons, secundaire eindpunten zijn de recidiefvrije overleving, de veiligheid, het aantal patiënten met uitstel van operatie en prognostische biomarkers.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:130-2)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 4, june 2021
drs. M.W. Rohaan , prof. dr. J.B.A.G. Haanen
De prognose van patiënten met gemetastaseerd melanoom is aanzienlijk verbeterd sinds de introductie van immuun-‘checkpoint’-remmers en doelgerichte therapie. Nog steeds heeft een grote groep patiënten echter niet langdurig baat bij deze behandelingen. Een nieuwe, veelbelovende behandeling, celtherapie met tumorinfiltrerende lymfocyten (TIL), wordt momenteel onderzocht in een gerandomiseerde fase 3-studie. Deze studie vergelijkt TIL-therapie met standaardbehandeling ipilimumab bij patiënten met gemetastaseerd melanoom en moet de plaats van TIL-therapie aantonen in het huidig behandelarsenaal van patiënten met gemetastaseerd melanoom.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:133-6)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 3, may 2021
drs. T. Boere , dr. W.M.C. Klop , dr. W.J. van Houdt , drs. L. Karssemakers , dr. L.A. Smit , dr. E.I. Plasmeijer , dr. J.P. de Boer , prof. dr. J.B.A.G. Haanen , prof. dr. C.L. Zuur
Neoadjuvante immuuntherapie met ‘checkpoint’-remmers (ICI) in de vorm van ‘anti-programmed cell death protein 1’ (PD1) en ‘anti-cytotoxic T-lymphocyte associated protein 4’ (CTLA4) is momenteel veelbelovend als behandeling bij patiënten met verschillende soorten kanker zoals het melanoom, blaas-, long- of coloncarcinoom. Onlangs is anti-PD1-therapie ook onderzocht in een fase 2-studie bij patiënten met een resectabel stadium III-IVa cutaan plaveiselcelcarcinoom (cPCC) van het hoofd-halsgebied. Neoadjuvant cemiplimab (2 doses van 350 mg) bleek veilig te zijn en resulteerde bij 70% van de patiënten in een histopathologische complete of bijna-complete respons ten tijde van chirurgie. De werkzaamheid van anti-PD1 in combinatie met anti-CTLA4 bij cPCC-patiënten is echter tot op heden niet onderzocht. In de MATISSE-studie worden patiënten met een cPCC binnen of buiten het hoofd-halsgebied gerandomiseerd voor een behandeling met twee kuren nivolumab (groep A) of twee kuren nivolumab in combinatie met een kuur ipilimumab (groep B) voorafgaand aan de standaardbehandeling bestaande uit chirurgie met of zonder adjuvante radiotherapie. Het primaire doel van deze fase 2-studie is het bepalen van de werkzaamheid van neoadjuvante ICI ten tijde van de operatie in week 4 (zie https://clinicaltrials.gov/ct2/show NCT04620200).
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:92-5)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 2, april 2021
drs. V.C.M. Geurts , L.A. van den Hoven MSc, drs. L. Voorwerk , dr. M. Kok
Blokkade van HER2 door trastuzumab vormt het fundament van de behandeling van patiënten met HER2-positieve borstkanker. De werking van trastuzumab berust gedeeltelijk op lysis van de tumorcellen door onder andere NK-cellen, via een mechanisme genaamd antilichaam-afhankelijke celcytotoxiciteit (ADCC). Dit mechanisme kan echter worden geremd door binding van het immuun-checkpoint NKG2A aan op tumorcellen aanwezige HLA-E-eiwitten. Monalizumab is een monoklonaal antilichaam gericht tegen de NKG2A-receptor, waardoor binding met HLA-E wordt voorkomen en NK- en T-cellen worden geactiveerd. In een eerdere fase 2-studie werd klinische activiteit waargenomen bij patiënten met hoofd-halskanker bij wie monalizumab werd gecombineerd met cetuximab (anti-EGFR). Nog niet eerder werd de effectiviteit van monalizumab bij borstkankerpatiënten onderzocht. Onze hypothese is dat monalizumab trastuzumab-gemedieerde ADCC verbetert, waardoor trastuzumab-resistentie wordt verholpen en anti-tumor-immuniteit wordt gestimuleerd bij patiënten met gemetastaseerde HER2-positieve borstkanker.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:62-5)
Lees verder