NTVO - jaargang 20, nummer 1, maart 2023
dr. M. Kaya , dr. N. Horeweg , dr. I.A. Boere , dr. A.M. Westermann , dr. P.B. Ottevanger , dr. R.I. Lalisang , dr. P.O. Witteveen , prof. dr. A.K.L. Reyners , dr. M.A. Rijlaarsdam , drs. J.B. Heijns , dr. F.L.A. Koppe , dr. A.M.J. Thijs , drs. A. Slot , dr. M.B. Polée , dr. A.N.M. Wymenga , prof. dr. V.T.H.B.M. Smit , prof. dr. C.L. Creutzberg , dr. T. Bosse , dr. J.R. Kroep
In de huidige praktijk worden de moleculaire kenmerken van endometriumcarcinoom (EC) in toenemende mate gebruikt voor het voorspellen van de prognose en adviezen voor adjuvante behandeling. Er zijn vier verschillende moleculaire groepen van EC, namelijk: tumoren met een pathogene mutatie in het exonuclease domein van DNA-polymerase-ε (POLEmut-EC), tumoren met ‘mismatch repair’-deficiëntie (MMRd-EC), tumoren met abnormale ‘mutant-type’ p53-expressie (p53abn-EC) en tumoren zonder deze specifieke moleculaire kenmerken (NSMP-EC). Studies van onze groep en anderen hebben naast de prognostische waarde ook de predictieve eigenschappen van de moleculaire groepen aangetoond, en hebben bijgedragen aan de integratie van de moleculaire classificatie in de WHO 2020-classificatie en in de laatste internationale ESGO/ESTRO/ESP-richtlijnen voor adjuvante behandeling van EC. Daarmee is de basis gelegd voor de ontwikkeling van het internationale RAINBO-programma. Het RAINBO-programma (NCT05255653) bestaat uit vier academische studies, die een nieuwe adjuvante behandelstrategie onderzoeken voor elk van de vier moleculaire groepen van EC. In de RAINBO-MMRd-GREENstudie wordt onderzocht of de toevoeging van immuun-checkpoint-remmer durvalumab aan de standaard adjuvante radiotherapie meerwaarde biedt voor de ziektevrije overleving voor vrouwen met MMRd-hoogrisico-EC. Het is een internationale fase III-studie waarbij ruim 300 vrouwen met stadium IB/II met substantiële lymfovasculaire invasie (LVSI) of stadium III-MMRd-EC worden geïncludeerd nadat ze een in opzet curatieve operatie hebben ondergaan. Het primaire eindpunt is 3-jaars- recidiefvrije overleving. Ook wordt translationeel onderzoek verricht dat gericht is op biomarkers die de respons op immuuntherapie kunnen voorspellen. Er is een sterke rationale voor adjuvante immuuntherapie bij MMRd-EC. In de PORTEC-3-studie is geen meerwaarde gevonden voor adjuvante chemotherapie naast standaardradiotherapie voor MMRd-hoogrisico-EC. MMRd-tumoren tonen een hypermutator fenotype als gevolg van microsatellietinstabiliteit en zijn geassocieerd met een verhoogde presentatie van neoantigenen, toegenomen immuuninfiltratie en expressie van onder andere PD-(L)1. De effectiviteit van adjuvante immuuntherapie bij patiënten met MMRd-EC is tot op heden niet aangetoond. MMRd-GREEN is de eerste RAINBO-studie die in Nederland van start is gegaan en is sinds juni 2022 open in Nederland.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2023;20:33–8)
Lees verderNTVO - 2022, nummer 1, february 2022
dr. M.H. Oonk , prof. dr. A.K.L. Reyners , prof. dr. A.G.J. van der Zee , prof. dr. C.L. Creutzberg
In 2008 hebben de resultaten van de GROINSS-V-I-studie geleid tot de introductie van de schildwachtklierprocedure in de behandeling van het vroeg-stadiumvulvacarcinoom. Patiënten met een negatieve schildwachtklier ondergaan niet langer een inguinofemorale lymfadenectomie, resulterend in een aanzienlijke afname van de morbiditeit van de behandeling bij deze patiënten. GROINSS-V-II heeft aangetoond dat radiotherapie een veilig alternatief is voor patiënten met een micrometastase (metastase ≤2 mm) in de schildwachtklier, met minder behandelingsgerelateerde morbiditeit. Recentelijk is GROINSS-V-III gestart met includeren. In deze studie wordt onderzocht of radiochemotherapie een veilig alternatief is voor een inguinofemorale lymfadenectomie bij patiënten met een macrometastase (metastase >2 mm) in de schildwachtklier.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2022;19:35-7)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 7, october 2021
drs. N. Rijnsburger , dr. J.L. Derks , prof. dr. E.J.M. Speel , dr. J.H. von der Thüsen , prof. dr. A.M.C. Dingemans
Het grootcellig neuro-endocrien longcarcinoom (LCNEC) is een zeldzaam type longkanker met een slechte prognose. De diagnose LCNEC wordt ongeveer bij 1–2% van alle longtumoren gesteld. Volgens de WHO-criteria van 2021 is de diagnose alleen met zekerheid vast te stellen op resectiemateriaal. De LEGO-studie is een prospectieve, landelijke studie met als doel enerzijds het verbeteren van de diagnostische accuraatheid op het biopt door middel van aanvullende immuunhistochemische kleuringen voor neuro-endocriene markers en anderzijds het analyseren van overleving en respons op chemotherapie bij verschillende LCNEC-subtypen.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:253-5)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 6, september 2021
drs. I.L.M. Reijers , drs. M.W. Lucas , dr. W.J. van Houdt , prof. dr. C.U. Blank
Ondanks de verbetering van de recidiefvrije overleving van stadium III-melanoompatiënten met adjuvante systemische immuun- en doelgerichte therapieën, ontwikkelt nog steeds 40% van de patiënten met stadium IIIB/C-melanoom binnen drie jaar een recidief. De toe-passing van ‘checkpoint’-remmers in de neoadjuvante setting is voor deze patiëntengroep een nieuwe veelbelovende behandelstrategie gebleken. Met name de com-binatie van neoadjuvant ipilimumab (anti-CTLA-4) en nivolumab (anti-PD-1) induceert hoge responspercentages (72–78%), en de pathologische respons lijkt een goede voorspeller te zijn voor de uitkomsten op lange termijn. De internationale multicenter fase 3-studie NADINA (NCT04949113) vergelijkt de ‘event’-vrije overleving van zes weken neoadjuvant ipilimumab plus nivolumab versus de standaardbehandeling van één jaar adjuvant nivolumab. Wereldwijd zullen in totaal 420 stadium III-melanoompatiënten met minimaal één klinisch detecteerbare lymfeklier worden geïncludeerd. Indien deze studie een significante verbetering in ‘event’-vrije overleving van neoadjuvante ‘checkpoint’-remmerskan aantonen, zal dit niet alleen voordelig zijn voor de patiënt, maar ook bijdragen aan het behoud van betaalbare zorg.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:224-7)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 5, august 2021
drs. J.S.W. Borgers , dr. C.M. Nijenhuis , prof. dr. J.B.A.G. Haanen
Adoptieve celtherapie wordt op dit moment in studieverband getest voor stadium IV-melanoompatiënten die onvoldoende baat hebben bij de huidige standaardbehandelingen. Eén van deze celtherapiestudies is de NEO-PTC-01-studie. NEO-PTC-01 is een ex vivo gegenereerd, patiënt-specifiek, autoloog celproduct gericht tegen neoantigenen. Neoantigenen zijn tumor-specifieke antigenen die kunnen worden herkend door de neoantigeen-specifieke T-cellen uit het NEO-PTC-01-celproduct. Het primaire eindpunt van deze fase 1-studie is bepalen of het celtherapie-product NEO-PTC-01 veilig kan worden gegeven aan patiënten met gemetastaseerd melanoom.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:169-71)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 4, june 2021
drs. M.W. Rohaan , prof. dr. J.B.A.G. Haanen
De prognose van patiënten met gemetastaseerd melanoom is aanzienlijk verbeterd sinds de introductie van immuun-‘checkpoint’-remmers en doelgerichte therapie. Nog steeds heeft een grote groep patiënten echter niet langdurig baat bij deze behandelingen. Een nieuwe, veelbelovende behandeling, celtherapie met tumorinfiltrerende lymfocyten (TIL), wordt momenteel onderzocht in een gerandomiseerde fase 3-studie. Deze studie vergelijkt TIL-therapie met standaardbehandeling ipilimumab bij patiënten met gemetastaseerd melanoom en moet de plaats van TIL-therapie aantonen in het huidig behandelarsenaal van patiënten met gemetastaseerd melanoom.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:133-6)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 4, june 2021
E.H.A. Stahlie , dr. A.C.J. van Akkooi
De standaardbehandeling voor patiënten met resectabel stadium IIIB-IVM1a-melanoom bestaat uit een klierdissectie en/of chirurgische resectie, sinds kort gevolgd door adjuvant systeemtherapie (anti-PD1 of BRAF/MEK-remmers). In het algemeen is de 5-jaarsoverleving van deze hoogrisicogroep van melanoompatiënten helaas slechts gemiddeld 50% (spreiding 32–83%). De laatste belangrijkste ontwikkelingen voor deze patiënten zijn op het vlak van de neoadjuvante en combinatiebehandelingen. Neoadjuvante toediening van talimogene laherparepvec (T-VEC), een genetisch gemodificeerd herpesvirus, liet een verbeterde recidiefvrije overleving zien ten opzichte van chirurgie alleen. Daarnaast liet een fase 1-onderzoek zien dat T-VEC voor een verandering in hetmicromilieu van de metastase kan zorgen, het hiermee vatbaarder makend voor behandeling met onder andere anti-PD1. In de NIVEC-studie zullen 24 patiënten neoadjuvant worden behandeld met een combinatie van T-VEC en nivolumab. Dit met de veronderstelling dat beide middelen elkaars antitumor-effect zullen versterken. Primair eindpunt zal zijn de pathologische respons, secundaire eindpunten zijn de recidiefvrije overleving, de veiligheid, het aantal patiënten met uitstel van operatie en prognostische biomarkers.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:130-2)
Lees verder