NTVO - 2016, nummer 8, december 2016
prof. dr. M.J.E. Mourits , dr. C.M. Kets , dr. R.P. Zweemer , dr. L.B. van der Meer , dr. H.C. van Doorn , dr. J.A. de Hullu
In 2015 is de eerste Richtlijn erfelijk en familiair ovariumcarcinoom verschenen met als belangrijkste aanbeveling dat alle vrouwen met epitheliaal ovarium(tuba) carcinoom, ongeacht leeftijd, histologische type of familieanamnese, worden verwezen naar klinische genetica. Het opsporen van een mutatie bij een patiënte met ovariumcarcinoom geeft haar familieleden de mogelijkheid om zich ook te laten testen op dragerschap en desgewenst preventieve maatregelen te nemen. Het uiteindelijke doel van deze richtlijn is het verlagen van de incidentie van ovariumcarcinoom met een optimale kwaliteit van leven.
(Ned Tijdschr Oncol 2016;13:280–4)
Lees verderNTVO - 2016, nummer 7, november 2016
drs. J.J.F. de Groot , prof. dr. R.J.A. van Moorselaar , drs. J.L.L.M. Coenen , prof. dr. J.A. Gietema , dr. W.V. Vogel , prof. dr. T. M. de Reijke
In augustus 2016 is de gedeeltelijk gereviseerde Nederlandse richtlijn prostaatcarcinoom geautoriseerd. De revisie betreft vooral de behandeling van gemetastaseerd en castratieresistent prostaatcarcinoom. Dit artikel beschrijft de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de vorige versie (april 2014) van deze onderdelen van de richtlijn.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2016;13:254–6)
Lees verderNTVO - 2016, nummer 6, september 2016
drs. C.W.J. Ebben , dr. A.H. Brouwers
De richtlijn Melanoom heeft in de periode 2014–2016 een modulaire revisie ondergaan. Voor 3 uitgangsvragen (1. De rol van de 18F-FDG-PET/CT-scan in de diagnostiek, 2. De rol van de 18F-FDG-PET/CT-scan in de follow-up en 3. De rol/plaats/indicatie van/voor de schildwachtklierprocedure) zijn systematisch literatuuronderzoeken verricht. Voor uitwerking van de uitgangsvraag over de procedure rondom de BRAF-genmutatie is gekozen voor een ‘consensus-based’ aanpak. Deze module beschrijft met name de organisatie van zorg omtrent deze test. De opgestelde conceptmodules voor de onderwerpen ‘systemische therapie (ipilimumab)’ en ‘kosteneffectiviteit van de 18F-FDG-PET/CT-scan bij stadium IIIB- en IIIC-patiënten’ zijn door de snelle ontwikkelingen op het gebied van de systemische therapie door de werkgroep (vooralsnog) niet gepubliceerd.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2016;13:218–20)
Lees verderNTVO - 2016, nummer 5, august 2016
dr. A. Zaal , drs. G.H. Schrier , dr. W.J.G. Melchers , dr. M. Kocken , drs. A. Giesen , prof. dr. R.H.M. Verheijen , dr. R.L.M. Bekkers
Eind 2015 is de gereviseerde multidisciplinaire richtlijn ‘Cervicale intra-epitheliale neoplasie’ geautoriseerd door de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG), Pathologie (NVVP) en Medische Microbiologie (NVMM). In dit artikel worden de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de vorige richtlijn uit 2004 besproken.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2016;13:171–4)
Lees verderNTVO - 2016, nummer 4, june 2016
C. Braat , dr. A.P.M. Mank , dr. C.M.J. Potting , J. Schilstra , drs. G.H. Schrier
In 2015 is de gereviseerde richtlijn ‘Orale mucositis bij patiënten met kanker’ gepubliceerd. Dit artikel beschrijft de belangrijkste aanbevelingen en wijzigingen voor de praktijk. Ook wordt kort het proces van de revisie beschreven.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2016;13:132–5)
Lees verderNTVO - 2016, nummer 3, may 2016
drs. C.W.J. Ebben , prof. dr. N. Hoogerbrugge
De richtlijn Erfelijke darmkanker heeft in de periode 2014–2016 een uitgebreide revisie ondergaan. De richtlijn bevat aanbevelingen voor de ziektebeelden familiair colorectaal carcinoom, het lynchsyndroom, adenomateuze polyposis coli en serrated polyposis. De nieuwe aanbevelingen zijn onder te verdelen in de thema’s verwijzing naar de klinisch geneticus, moleculair-pathologische testen, (chirurgische) behandeling, expertisecentra en surveillance voor patiënten en, waar relevant, voor familieleden.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2016;13:86–90)
Lees verderNTVO - 2016, nummer 2, march 2016
dr. A. de Graeff , drs. A.A.F. Baas , E. Jordens , drs. A. Kodde , drs. P.J. Schimmel , dr. J. Vlayen , drs. M.G. Gilsing
De richtlijn ‘Dyspneu in de palliatieve fase’ is in 2015 herzien. De leden van de werkgroep waren gemandateerd namens diverse wetenschappelijke, beroeps- en patiëntenverenigingen. Aan de hand van een knelpuntenanalyse zijn uitgangsvragen geformuleerd. De uitgangsvragen over niet-medicamenteuze en medicamenteuze symptomatische behandeling van dyspneu zijn ‘evidence-based’ uitgewerkt. In het artikel wordt een kort overzicht gegeven van de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van de richtlijn.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2016;13:53–6)
Lees verder