NTVO - 2021, nummer 1, february 2021
drs. J.E. Swartz , drs. H.P.H. Hundscheid , dr. H. Bruijnzeel , prof. dr. P. Hoogerbrugge , dr. A.J.N. Bittermann , prof. dr. R. de Bree
Deze casus beschrijft een driejarige patiënte die heesheid en stridor ontwikkelde tijdens haar behandeling voor een pre-B acute lymfatische leukemie. Na beoordeling door de KNO-arts bleek dit te berusten op een bilaterale stembandstilstand veroorzaakt door behandeling met vincristine. Vanwege respiratoire insufficiëntie werd zij geïntubeerd en onderging zij een stembandlateralisatie. Met behulp van CPAP kon zij na drie weken uiteindelijk gedetubeerd worden. De vincristine-dosis werd gedurende de verdere behandeling gehalveerd waardoor de behandeling succesvol kon worden afgemaakt. Vincristine-geïnduceerde stembandstilstand is een zeldzame maar potentieel levensbedreigende complicatie. In dit artikel presenteren wij een overzicht van alle in de literatuur beschreven kinderen met deze aandoening.
Samenvattend adviseren wij dat bij behandeling van een kind met vincristine waarbij stridor of heesheid ontwikkelt, laagdrempelig de (kinder-)KNO-arts in consult gevraagd dient te worden om de beweeglijkheid van de stembanden te beoordelen. De overwegingen voor aanpassen van doseringen en (luchtweg)interventie is een multidisciplinaire aangelegenheid tussen kinderoncoloog, KNO-arts, anesthesist en intensivist.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:16-21)
Lees verderNTVO - 2020, nummer 8, december 2020
drs. S.J.G. Leeuwerke , prof. dr. J.L.N. Roodenburg , dr. W. Kelder
Deze twee casus beschrijven patiënten bij wie het klinisch beeld leek op een laterale halscyste, maar bij wie sprake bleek van een cysteuze halskliermetastase van een orofaryngeaal plaveiselcelcarcinoom. Hoewel het klinisch beeld vaak lastig te onderscheiden is, moet men bij laterale halscysten vooral bedacht zijn op maligniteit bij patiënten ouder dan 40 jaar met of zonder risicofactoren zoals roken en overmatig alcoholgebruik. Tijdige herkenning is essentieel om een in opzet curatieve behandeling te kunnen uitvoeren. Diagnostiek bestaat uit uitgebreid lichamelijk onderzoek van het hoofd-halsgebied, gevolgd door echografie in combinatie met cytologische punctie uit het solide deel of de wand van de cyste. Bij een sterke verdenking of bewezen maligniteit in de hals, is FDG-PET/CT aangewezen om de primaire tumor te kunnen opsporen. Bij een negatieve uitslag van de FDG-PET/CT, wordt een panendoscopie met blinde biopten (of gerichte biopten bij een afwijkend aspect) van de tonsilregio en de tongbasis verricht, dan wel uni- of bilaterale tonsillectomie. Bij verdenking op een halskliermetastase dient vroege verwijzing plaats te vinden naar een hoofd-halsoncologisch centrum.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:309-14)
Lees verderNTVO - 2020, nummer 8, december 2020
prof. dr. R. de Bree
Ned Tijdschr Oncol 2020;17:307-8.
Lees verderNTVO - 2020, nummer 6, september 2020
drs. L. Bos drs., dr. T. Radonic , drs. S.M.S. Hashemi , dr. A. Becker-Commissaris
Precieze diagnosestelling van longkanker kan lastig en tijdrovend zijn, maar is van groot belang. Het maakt immers een groot verschil of er bij gemetastaseerde longkanker sprake is van kleincellige (SCLC) of nietkleincellige longkanker (NSCLC) en of er een behandelbare mutatie is. De keuze voor een systemische behandeling, te weten chemotherapie met of zonder immuuntherapie of een tyrosinekinaseremmer (TKI) bij een bewezen ‘targetable’ mutatie is eveneens van belang voor een inschatting van de overlevingsduur en de kwaliteit van leven van een patiënt.1,2 Expliciete en volledige verslaglegging door alle betrokken specialisten is hiervoor onmisbaar. In de huidige tijd van ziekenhuisfusies, lateralisatie van zorg (en helaas zelfs ziekenhuisfaillissementen) staan veilige overdracht van zorg en communicatie voor een nieuwe uitdaging. De volgende casus illustreert een aantal zwakke schakels in het kader van diagnostiek die onder andere te maken hebben met tijdsdruk en communicatie.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:231-3)
Lees verderNTVO - 2020, nummer 4, june 2020
drs. M.L. Janssen , drs. J.M. Mankor , dr. D.W. Dumoulin , drs. J.R. Miedema , dr. M.S. Paats
Monoklonale antilichamen gericht tegen remmende immuun-‘checkpoints’, zoals PD-(L)1 en CTLA-4, hebben geleid tot een verbetering in de overleving van patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom, maar kunnen ook leiden tot een scala aan potentieel ernstige, immuungerelateerde bijwerkingen. Hemofagocytaire lymfohistiocytose (HLH) is een zeldzame, maar zeer ernstige complicatie van de behandeling met deze ‘checkpoint’-remmende therapieën. Secundaire HLH, die bij volwassenen voorkomt, is een aandoening gekenmerkt door excessieve inflammatie en weefseldestructie als gevolg van abnormale activatie van het immuunsysteem. In dit artikel beschrijven wij een casus van een 47-jarige man die in verband met een stadium IVb niet-kleincellig longkanker wordt behandeld met de PD-1-remmer pembrolizumab. Ten gevolge hiervan ontwikkelt hij HLH, die ondanks behandeling met dexamethason, immuunglobulinen, etoposide en rituximab een fatale afloop heeft. Deze casus onderstreept het belang van vroegtijdige herkenning van een hyperinflammatoire staat, die we met het uitbreiden van de indicatie voor ‘checkpoint’-remmers in de (thoracale) oncologie mogelijk steeds vaker zullen gaan zien.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:145–50)
Lees verderNTVO - 2020, nummer 3, may 2020
drs. M. Verduin , dr. J. Beckervordersandforth , dr. A. Hoeben , drs. T.W.H. Alleman , dr. M.H.M.E. Anten , dr. D.B.P. Eekers , drs. J.A.J. van der Pol , dr. M.P.G. Broen
Deze casus beschrijft een patiënte bij wie per toeval multipele longnoduli werden ontdekt. Na aanvullende diagnostiek bleken deze te berusten op een pulmonaal gemetastaseerd primair cerebraal meningeoom. Ondanks de zeldzaamheid van het ontstaan van metastasen van een meningeoom, behoort dit wel in de differentiaaldiagnose bij per toeval ontdekte afwijkingen verdacht voor metastasen. Dit geldt met name voor patiënten met een gereseceerd meningeoom in de voorgeschiedenis. Zowel benigne (WHO I) als atypische (WHO II) en maligne (WHO III) meningeomen kunnen systemisch metastaseren, met de long als voorkeurslocatie. Een 68Ga-DOTATOC-PET-scan kan van aanvullende waarde zijn als niet-invasief diagnosticum. Hiermee kan de somatostatine-receptorexpressie, een typisch kenmerk van meningeomen, in de metastasen worden aangetoond. Deze oncologische observatie beschrijft de overwegingen betreffende patiënten met metastasen van een cerebraal meningeoom.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:103–8)
Lees verderNTVO - 2020, nummer 1, february 2020
dr. C.L. Deijen , dr. R.A. Nout , dr. J.R. Kroep , prof. dr. C.L. Creutzberg
Jaarlijks krijgen meer dan 800 vrouwen in Nederland cervixcarcinoom, van wie het merendeel tussen 35 en 45 jaar is. Ongeveer 200 vrouwen overlijden elk jaar aan de ziekte. De prognose is gerelateerd aan het FIGO-stadium en daalt naarmate het stadium vordert. In geval van gemetastaseerde ziekte wordt doorgaans systemische therapie gegeven, waarbij de responskans en -duur van de verschillende chemotherapieschema’s beperkt is en systemische therapie gepaard kan gaan met bijwerkingen. Bij alleen lymfogeen op afstand gemetastaseerd cervixcarcinoom kan door middel van radiotherapie vaak langdurige lokale controle worden bereikt, en in sommige gevallen curatie, met relatief weinig bijwerkingen. Daarom dient bij patiënten met beperkt gemetastaseerde ziekte een behandeling bestaande uit alleen hooggedoseerde radiotherapie te worden overwogen, zodat chemotherapie kan worden ingezet indien uitgebreidere metastasering optreedt.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:17–24)
Lees verder