oncologische observatie

Valkuilen bij het preoperatief stadiëren van het rectumcarcinoom

NTVO - 2021, nummer 3, may 2021

A.-H. Chaman Baz , dr. F.B.M. Joosten , dr. M.A.J. de Roos , dr. B.W.M. Spanier , dr. E.J. Spillenaar Bilgen , dr. G.M. de Jong

SAMENVATTING

De preoperatieve stadiëring van het rectumcarcinoom wordt gedaan door middel van zowel pathologie als beeldvorming. Op basis van deze stadiëring wordt wel of niet gekozen voor neoadjuvante (chemo)radiotherapie. Dit wordt gedaan om de kans op een lokaal recidief, een gevreesde langetermijnuitkomst, zo klein mogelijk te maken.

Er zijn meerdere bekende en onbekende valkuilen bij de preoperatieve stadiëring van het rectumcarcinoom, waarvan wij een aantal bespreken aan de hand van twee casus. Incorrecte stadiëring kan leiden tot overof onderbehandeling. Het zijn vaak zeldzame situaties, maar alle betrokken disciplines dienen zich bewust en alert te zijn van discrepanties tussen diverse modaliteiten, zoals beeldvorming en pathologie.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:87-91)

Lees verder

Krukenberg-tumoren bij een colorectaal carcinoom

NTVO - 2021, nummer 2, april 2021

drs. M.T.D. Weiland , drs. S.D. Bakker , dr. M.J. Flens , dr. F.C. den Boer

SAMENVATTING

Achtergrond: Een Krukenberg-tumor is een metastase in het ovarium, meestal afkomstig van een primaire gastro-intestinale maligniteit, en is relatief zeldzaam. Casus: Wij presenteren drie patiënten met een gemetastaseerd colorectaal carcinoom die klachten ondervonden van Krukenberg-tumoren. Conclusie: Krukenberg-tumoren kunnen snel progressieve klachten geven, zijn geassocieerd met een slechtere prognose en reageren vaak minder goed op chemotherapie. Cytoreductieve chirurgie lijkt een gunstig effect te hebben op klachten en (ziektevrije) overleving, maar kan gepaard gaan met significante morbiditeit en mortaliteit.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:56-61)

Lees verder

Vincristine-geïnduceerde stembandparese: een zeldzame maar gevaarlijke complicatie

NTVO - 2021, nummer 1, february 2021

drs. J.E. Swartz , drs. H.P.H. Hundscheid , dr. H. Bruijnzeel , prof. dr. P. Hoogerbrugge , dr. A.J.N. Bittermann , prof. dr. R. de Bree

SAMENVATTING

Deze casus beschrijft een driejarige patiënte die heesheid en stridor ontwikkelde tijdens haar behandeling voor een pre-B acute lymfatische leukemie. Na beoordeling door de KNO-arts bleek dit te berusten op een bilaterale stembandstilstand veroorzaakt door behandeling met vincristine. Vanwege respiratoire insufficiëntie werd zij geïntubeerd en onderging zij een stembandlateralisatie. Met behulp van CPAP kon zij na drie weken uiteindelijk gedetubeerd worden. De vincristine-dosis werd gedurende de verdere behandeling gehalveerd waardoor de behandeling succesvol kon worden afgemaakt. Vincristine-geïnduceerde stembandstilstand is een zeldzame maar potentieel levensbedreigende complicatie. In dit artikel presenteren wij een overzicht van alle in de literatuur beschreven kinderen met deze aandoening.

Samenvattend adviseren wij dat bij behandeling van een kind met vincristine waarbij stridor of heesheid ontwikkelt, laagdrempelig de (kinder-)KNO-arts in consult gevraagd dient te worden om de beweeglijkheid van de stembanden te beoordelen. De overwegingen voor aanpassen van doseringen en (luchtweg)interventie is een multidisciplinaire aangelegenheid tussen kinderoncoloog, KNO-arts, anesthesist en intensivist.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:16-21)

Lees verder

Halskliermetastase van onbekende primaire tumor: diagnostiek in ontwikkeling

NTVO - 2020, nummer 8, december 2020

prof. dr. R. de Bree

Ned Tijdschr Oncol 2020;17:307-8.

Lees verder

Laterale halscysten: niet altijd onschuldig

NTVO - 2020, nummer 8, december 2020

drs. S.J.G. Leeuwerke , prof. dr. J.L.N. Roodenburg , dr. W. Kelder

SAMENVATTING

Deze twee casus beschrijven patiënten bij wie het klinisch beeld leek op een laterale halscyste, maar bij wie sprake bleek van een cysteuze halskliermetastase van een orofaryngeaal plaveiselcelcarcinoom. Hoewel het klinisch beeld vaak lastig te onderscheiden is, moet men bij laterale halscysten vooral bedacht zijn op maligniteit bij patiënten ouder dan 40 jaar met of zonder risicofactoren zoals roken en overmatig alcoholgebruik. Tijdige herkenning is essentieel om een in opzet curatieve behandeling te kunnen uitvoeren. Diagnostiek bestaat uit uitgebreid lichamelijk onderzoek van het hoofd-halsgebied, gevolgd door echografie in combinatie met cytologische punctie uit het solide deel of de wand van de cyste. Bij een sterke verdenking of bewezen maligniteit in de hals, is FDG-PET/CT aangewezen om de primaire tumor te kunnen opsporen. Bij een negatieve uitslag van de FDG-PET/CT, wordt een panendoscopie met blinde biopten (of gerichte biopten bij een afwijkend aspect) van de tonsilregio en de tongbasis verricht, dan wel uni- of bilaterale tonsillectomie. Bij verdenking op een halskliermetastase dient vroege verwijzing plaats te vinden naar een hoofd-halsoncologisch centrum.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:309-14)

Lees verder

Samenwerking tussen clinicus en patholoog blijft geneeskunst

NTVO - 2020, nummer 6, september 2020

drs. L. Bos drs., dr. T. Radonic , drs. S.M.S. Hashemi , dr. A. Becker-Commissaris

SAMENVATTING

Precieze diagnosestelling van longkanker kan lastig en tijdrovend zijn, maar is van groot belang. Het maakt immers een groot verschil of er bij gemetastaseerde longkanker sprake is van kleincellige (SCLC) of nietkleincellige longkanker (NSCLC) en of er een behandelbare mutatie is. De keuze voor een systemische behandeling, te weten chemotherapie met of zonder immuuntherapie of een tyrosinekinaseremmer (TKI) bij een bewezen ‘targetable’ mutatie is eveneens van belang voor een inschatting van de overlevingsduur en de kwaliteit van leven van een patiënt.1,2 Expliciete en volledige verslaglegging door alle betrokken specialisten is hiervoor onmisbaar. In de huidige tijd van ziekenhuisfusies, lateralisatie van zorg (en helaas zelfs ziekenhuisfaillissementen) staan veilige overdracht van zorg en communicatie voor een nieuwe uitdaging. De volgende casus illustreert een aantal zwakke schakels in het kader van diagnostiek die onder andere te maken hebben met tijdsdruk en communicatie.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:231-3)

Lees verder

Hemofagocytaire lymfohistiocytose bij pembrolizumab: een zeldzame complicatie van een veelgebruikt medicijn

NTVO - 2020, nummer 4, june 2020

drs. M.L. Janssen , drs. J.M. Mankor , drs. D.W. Dumoulin , drs. J.R. Miedema , dr. M.S. Paats

SAMENVATTING

Monoklonale antilichamen gericht tegen remmende immuun-‘checkpoints’, zoals PD-(L)1 en CTLA-4, hebben geleid tot een verbetering in de overleving van patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom, maar kunnen ook leiden tot een scala aan potentieel ernstige, immuungerelateerde bijwerkingen. Hemofagocytaire lymfohistiocytose (HLH) is een zeldzame, maar zeer ernstige complicatie van de behandeling met deze ‘checkpoint’-remmende therapieën. Secundaire HLH, die bij volwassenen voorkomt, is een aandoening gekenmerkt door excessieve inflammatie en weefseldestructie als gevolg van abnormale activatie van het immuunsysteem. In dit artikel beschrijven wij een casus van een 47-jarige man die in verband met een stadium IVb niet-kleincellig longkanker wordt behandeld met de PD-1-remmer pembrolizumab. Ten gevolge hiervan ontwikkelt hij HLH, die ondanks behandeling met dexamethason, immuunglobulinen, etoposide en rituximab een fatale afloop heeft. Deze casus onderstreept het belang van vroegtijdige herkenning van een hyperinflammatoire staat, die we met het uitbreiden van de indicatie voor ‘checkpoint’-remmers in de (thoracale) oncologie mogelijk steeds vaker zullen gaan zien.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:145–50)

Lees verder