NTVO - 2021, nummer 8, november 2021
C. Swinnen , B. van Son , A. Keersmaekers , I. Roodhooft , I. Geboers , F. Stessels , E. De Backer , S. Schepers
Leptomeningeale metastasering is een zeldzame complicatie van solide en hematologische tumoren. De diagnose is gebaseerd op neurologische symptomen bij de oncologische patiënt, leptomeningeale aankleuring op MRI van de neuraxis al dan niet in combinatie met de aanwezigheid van maligne cellen in het cerebrospinale vocht. De behandeling is in een palliatieve setting, met een slechte prognose. Een subgroep van patiënten met oligosymptomatische meningeale metastasering heeft een betere prognose. In dit artikel wordt een 68-jarige vrouw besproken met unilateraal papiloedeem. Ze werd acht jaar voordien behandeld voor een mammacarcinoom en werd beschouwd in remissie te zijn. Na het uitwerken van een brede differentiaaldiagnose werd de diagnose van leptomeningeale metastasen gesteld, op basis van een MRI-scan van de hersenen en analyse van het cerebrospinale vocht. Het is van belang om neurologen en oogartsen te waarschuwen voor een belangrijke differentiaaldiagnose bij (unilateraal) papiloedeem, zeker bij oncologische patiënten in remissie.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:286–90)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 7, october 2021
drs. V.A. Jagesar , dr. D.J. Heineman , dr. T. Radonic , dr. A. Becker-Commissaris
Migratie van een galsteen naar de thoraxholte is een zeldzaam fenomeen na een cholecystectomie met intraperitoneaal verloren galstenen. Het dient tijdig te worden herkend gezien de frequente foutieve interpretatie als een longtumor. Wij presenteren een 77-jarige man met een persisterende haard in de middenkwab berustend op een galsteen. Bij de trias van hemoptoë, specifieke locatie van de pulmonale laesie rechts basaal en een voorgeschiedenis met cholecystectomie met intraperitoneaal verlies van galstenen dient men beducht te zijn op intrathoracaal gemigreerde galstenen. Chirurgische resectie is de behandeling van voorkeur.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:248-51)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 6, september 2021
dr. M.P.G. Broen , dr. A. Hoeben , dr. M.H.M.E. Anten , drs. I. Compter , dr. D.B.P. Eekers , dr. A.A. Postma , dr. M. de Boer
Deze observatie beschrijft het optreden van ernstige radiatienecrose na stereotactische radiotherapie bij een patiënt met hersenmetastasen van een mammacarcinoom, gedurende T-DM1-behandeling. Er is in toenemende mate aandacht voor de interactie tussen (stereotactische) radiotherapie en nieuwe therapieën, zoals tyrosinekinaseremmers (TKI’s), immuuntherapie en antilichaam-geneesmiddelconjugaten, zoals T-DM1. Met de ontwikkeling en toepassing van deze kankertherapieën is het belangrijk om interacties met radiotherapie te monitoren en te onderzoeken.
Lees verderNTVO - 2021, nummer 5, august 2021
drs. S.H. Perridon , drs. L. Kuiper , dr. J.C. Drooger , dr. F.E. de Jongh
Overgevoeligheidsreacties op chemotherapie en monoklonale antilichamen vormen een belangrijk probleem in de behandeling van kankerpatiënten. Indien zo’n reactie optreedt, moet vaak worden gewisseld naar een alternatieve behandeling of de behandeling moet zelfs worden gestaakt. Snelle desensitisatie is een strategie om overgevoeligheidsreacties te voorkomen. Deze strategie combineert de opbouw van zowel de concentratie als de infusiesnelheid, om zo snelle desensitisatie te bewerkstelligen. Hoewel meermaals in de literatuur beschreven, wordt deze strategie nog weinig toegepast in de praktijk. Met behulp van de casusbeschrijving van patiënten A en B, bij wie succesvol snelle desensitisatie is bewerkstelligd, willen wij aansporen deze strategie vaker toe te passen.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:156-60)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 4, june 2021
I. Feijen , M.F. Hilgersum , A. Joosse , K.A.T. Naipal
Bijwerkingen van immuuntherapie kunnen zich presenteren in elk orgaansysteem. Een zeer zeldzame en ernstige bijwerking is hemofagocytaire lymfohistiocytose (HLH) dat zich in snel tempo kan ontwikkelen en een fatale afloop kan hebben. Het snel herkennen van deze immuungerelateerde bijwerking en snel starten met adequate behandeling met hoog gedoseerde corticosteroïden is van groot belang. Mede gezien de snelheid van ontwikkelen en uiteenlopende diagnostische criteria van HLH blijft herkenning een lastig probleem. De alhier gepresenteerde casus en aan-bevelingen vanuit de literatuur geven handvatten voor snelle herkenning en optimale behandeling van immuuntherapie-geïnduceerde HLH.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:123-9)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 3, may 2021
A.-H. Chaman Baz , dr. F.B.M. Joosten , dr. M.A.J. de Roos , dr. B.W.M. Spanier , dr. E.J. Spillenaar Bilgen , dr. G.M. de Jong
De preoperatieve stadiëring van het rectumcarcinoom wordt gedaan door middel van zowel pathologie als beeldvorming. Op basis van deze stadiëring wordt wel of niet gekozen voor neoadjuvante (chemo)radiotherapie. Dit wordt gedaan om de kans op een lokaal recidief, een gevreesde langetermijnuitkomst, zo klein mogelijk te maken.
Er zijn meerdere bekende en onbekende valkuilen bij de preoperatieve stadiëring van het rectumcarcinoom, waarvan wij een aantal bespreken aan de hand van twee casus. Incorrecte stadiëring kan leiden tot overof onderbehandeling. Het zijn vaak zeldzame situaties, maar alle betrokken disciplines dienen zich bewust en alert te zijn van discrepanties tussen diverse modaliteiten, zoals beeldvorming en pathologie.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:87-91)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 2, april 2021
drs. M.T.D. Weiland , drs. S.D. Bakker , dr. M.J. Flens , dr. F.C. den Boer
Achtergrond: Een Krukenberg-tumor is een metastase in het ovarium, meestal afkomstig van een primaire gastro-intestinale maligniteit, en is relatief zeldzaam. Casus: Wij presenteren drie patiënten met een gemetastaseerd colorectaal carcinoom die klachten ondervonden van Krukenberg-tumoren. Conclusie: Krukenberg-tumoren kunnen snel progressieve klachten geven, zijn geassocieerd met een slechtere prognose en reageren vaak minder goed op chemotherapie. Cytoreductieve chirurgie lijkt een gunstig effect te hebben op klachten en (ziektevrije) overleving, maar kan gepaard gaan met significante morbiditeit en mortaliteit.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:56-61)
Lees verder