overzichtsartikelen

Klinische farmacologie van cytotoxische geneesmiddelen bij pasgeborenen en zuigelingen

NTVO - jaargang 20, nummer 1, maart 2023

dr. A.L. Nijstad , dr. A. Lalmohamed , prof. dr. C.M. Zwaan , dr. A.D.R. Huitema

SAMENVATTING

De behandeling van kanker bij pasgeborenen en zuigelingen is zeldzaam maar uitdagend. Het wordt bemoeilijkt door fysiologische veranderingen tijdens het eerste levensjaar, overmatige toxiciteit, mortaliteit en late effecten. Dosisoptimalisatie van chemotherapeutica kan een belangrijke stap zijn om de resultaten te verbeteren. Momenteel wordt dosering op basis van lichaamsgrootte gebruikt voor de meeste geneesmiddelen tegen kanker die bij zuigelingen worden gebruikt. De doseringsschema’s zijn echter over het algemeen niet ‘evidence-based’ en doseringsstrategieën zijn vaak inconsistent tussen tumortypen en behandelingsprotocollen. In deze systematische review is farmacologisch bewijs ter ondersteuning van doseringsregimes bij zuigelingen verzameld voor een breed scala aan cytotoxische geneesmiddelen met als doel om aanbevelingen voor doseerregimes bij zuigelingen te kunnen genereren.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2023;20:17–24)

Lees verder

Patiënten met klierpositieve borstkanker behandeld met neoadjuvante systemische therapie: landelijke variatie in okselbeleid

NTVO - jaargang 19, nummer 8, december 2022

drs. S.R. de Wild , dr. L.B. Koppert , prof. dr. M.J.T.F.D. Vrancken Peeters , prof. dr. M.L. Smidt , dr. J.M. Simons

SAMENVATTING

Met de komst van steeds effectievere neoadjuvante systemische therapie (NST) wordt getracht niet alleen de borst-, maar ook de okselbehandeling te de-escaleren bij patiënten met klierpositieve (cN+) borstkanker, omdat men verwacht dat patiënten met een pathologisch complete respons van de oksel (ax-pCR) geen baat hebben bij een okselklierdissectie (OKD). Zodoende zijn er door de jaren heen verschillende minder invasieve procedures geïntroduceerd om de oksel te stadiëren bij cN+ patiënten behandeld met NST. Het is echter nog onduidelijk of het op de lange termijn oncologisch veilig is om een OKD achterwege te laten (of te vervangen door radiotherapie). Een gebrek aan bewijs en consensus heeft geresulteerd in een grote variatie in ‘okselbeleid’, zowel landelijk als wereldwijd. Om de huidige variatie in Nederland in kaart te brengen, is een vragenlijstonderzoek uitgevoerd onder de 35 ziekenhuizen die deelnemen aan de MINIMAX-studie (een prospectieve registratiestudie voor cN+ patiënten behandeld met NST, ClinicalTrials.gov Identifier: NCT04486495). De resultaten laten zien dat er variatie is in toepassing van de TNM-classificatie, er verschillende minder invasieve procedures worden gebruikt om de oksel te stadiëren, er verschillende overwegingen zijn om wel direct een OKD te verrichten en dat het aantal positieve klieren pre-NST of de radiologische respons op NST in het ene ziekenhuis wel en in het andere ziekenhuis geen invloed heeft op het beleid. Los van het feit dat het belangrijk is voor behandelaren om inzicht te hebben in en zich bewust te zijn van de huidige variatie binnen Nederland, geeft deze informatie aan hoe belangrijk het is patiënten te includeren in een studie als MINIMAX, om zo tot (meer) consensus te kunnen komen, ‘shared decision-making’ te bevorderen en te streven naar zorg op maat.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2022;19:290–4)

Lees verder

Oligogemetastaseerde slokdarm- of Maagkanker

NTVO - jaargang 19, nummer 8, december 2022

drs. T.E. Kroese , prof. dr. R. van Hillegersberg , prof. dr. H.W.M. van Laarhoven , dr. P.S.N. van Rossum

SAMENVATTING

Oligometastatische ziekte is een ziektestadium tussen lokale ziekte en uitgebreid gemetastaseerde ziekte. Lokale behandeling van oligometastasen (bijvoorbeeld door metastasectomie of stereotactische bestraling) zou een verbetering van overleving kunnen geven. Studies hanteren echter verschillende definities en behandelingsmethoden van oligometastasen waardoor resultaten slecht te vergelijken zijn. Het doel van het ‘OligoMetastatic Esophagogastric Cancer’ (OMEC)-project is om een multidisciplinaire Europese consensus over de definitie, diagnose en behandeling van oligometastasen bij patiënten met slokdarm- of maagkanker te ontwikkelen. In dit overzichtsartikel wordt stilgestaan bij de huidige literatuur over oligometastasen bij slokdarm- of maagkanker en worden de resultaten van het OMEC-project besproken.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2022;19:296–302)

Lees verder

Verschillen en veranderingen in de uitvoering van een schildwachtklierprocedure voor het melanoom sinds de oprichting van Oncologisch Netwerk Zuidoost-Nederland (OncoZON)

NTVO - jaargang 19, nummer 7, november 2022

drs. L. Aldenhoven , drs. M.A. Spiekerman van Weezelenburg , dr. J. van Bastelaar

SAMENVATTING

Doel: De uitslag van een schildwachtklier (SWK)-procedure bij het melanoom is een belangrijke prognostische voorspeller en bepaalt of een patiënt in aanmerking komt voor adjuvante systeemtherapie. De procedure is zodoende van belang voor het bepalen van de wijze van follow-up in de jaren na een operatie. Binnen Oncologisch Netwerk Zuidoost-Nederland (OncoZON) staat uniforme topzorg centraal. Daarom beoogt deze studie antwoord te verkrijgen op de volgende vragen: Hoe uniform is deze topzorg en wat is de invloed van de implementatie van adjuvante therapie op het aantal uitgevoerde SWK-procedures in de OncoZON-regio? Wat is de impact van COVID-19 op het uitvoeren van een SWK-procedure? Opzet: Beschrijvende studie. Methode: In deze retrospectieve studie werden gegevens van patiënten die in de periode 2015–2021 werden gediagnostiseerd met een stadium IB-II-melanoom binnen de OncoZON-regio geanalyseerd. Groepen met en zonder SWK-biopsie werden vergeleken. Gegevens zijn verkregen via de Nederlandse Kankerregistratie. Resultaten: In totaal werd bij 69,4% van de 2.072 patiënten een SWK-biopsie verricht. De proportie SWK-procedures is in de afgelopen jaren gestegen van 59,2% (2015) naar 84,8% (2020). Na implementatie van adjuvante systeemtherapie is de kans significant groter dat patiënten een SWK-procedure ondergaan (OR 3,00; 95%-BI 2,30–3,81). Een melanoom in het hoofd-halsgebied verkleint de kans op het ondergaan van een SWK-biopsie ten opzichte van de romp (OR 7,01; 95%-BI 5,04–9,75), bovenste (OR 6,64; 95%-BI 4,65–9,49) of onderste ledematen (OR 7,08; 95%-BI 4,97–10,07). De OR voor het aantal SWK-procedures in de COVID-19-periode was 1,47; 95%-BI 0,93–2,32. Conclusie: Binnen de Onco-ZON-regio blijven verschillen bestaan tussen ziekenhuizen in het aantal uitgevoerde SWK-procedures. Tumorlocatie en adjuvante therapie lijken invloed te hebben op het uitvoeren van een SWK-procedure. Over de jaren lijkt melanoomzorg op het gebied van SWK-procedures uniformer te worden in de OncoZON-regio.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2022;19:253–60)

Lees verder

Galwegdrainage bij perihilair cholangiocarcinoom

NTVO - jaargang 19, nummer 6, september 2022

D.M. de Jong BSc, drs. S. Franssen , dr. A. Moelker , C.J. Pek MSc, dr. L.M.J.W. van Driel , dr. B. Groot Koerkamp

SAMENVATTING

Perihilair cholangiocarcinoom is een zeldzame maligniteit uitgaande van het galwegepitheel bij het confluens van de linker en rechter galweg. Voorafgaand aan eventuele resectie of chemotherapie is adequate drainage van de galwegen essentieel. Deze galwegdrainage is uitdagend en kan zowel endoscopisch als percutaan worden uitgevoerd. Voorafgaand aan drainage moeten patiënten worden besproken in een multidisciplinair overleg in een expertisecentrum. Vaak is aanvullende beeldvorming nodig voor drainage en het behandelplan bepaalt welke leversegmenten drainage nodig hebben. In dit overzichtsartikel worden de manieren van galwegdrainage besproken, de voor- en nadelen, en veelbelovende nieuwe technieken.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2022;19:223–7)

Lees verder

Gamma-knife-radiochirurgie voor Hersenmetastasen

NTVO - jaargang 19, nummer 5, augustus 2022

dr. L.G. Merckel , dr. L. Bollen , dr. R. Post , dr. D. Brandsma , drs. P. Hanssens , dr. E. Wiegman , drs. H. Vos-Westerman , dr. W.A. van den Brink , drs. J. Schasfoort , dr. F. Wittkamper , dr. L. Dewit , prof. dr. C.A.M. Marijnen , dr. G.R. Borst

SAMENVATTING

Hersenmetastasen werden historisch altijd als één ziekte-entiteit beschouwd. Het wordt echter steeds duidelijker dat het een zeer heterogeen ziektebeeld betreft. Moleculaire aspecten van de onderliggende tumor, als ook de klinische en radiologische presentatie kunnen erg verschillen. In vergelijking met 10 jaar geleden is de levensverwachting van patiënten met een gemetastaseerde maligniteit sterk gestegen door de ontwikkeling van nieuwe immuun- en doelgerichte moleculaire behandelingen. Daarom wordt de lokale behandeling van patiënten met hersenmetastasen steeds belangrijker, waarbij continu een afweging moet worden gemaakt tussen optimale lokale controle en bijwerkingen van de behandeling. In dit artikel worden de verschillende lokale behandelmogelijkheden van hersenmetastasen besproken, waarbij specifiek wordt ingegaan op de mogelijkheden van gamma-knife-radiochirurgie. Tevens wordt zogenoemde ‘staged’ stereotactische radiochirurgie (‘stereotactic radiosurgery’ of SRS) besproken. Dit is een relatief nieuwe behandeling in Nederland, waarbij een hersenmetastase in twee of drie fracties in een periode van enkele weken tot maanden wordt behandeld. Het artikel wordt afgesloten met een paragraaf met adviezen ten aanzien van patiëntselectie voor stereotactische radiochirurgie van hersenmetastasen.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2022;19:181–7)

Lees verder

Biomarkers voor de behandeling van pancreasadenocarcinoom

NTVO - jaargang 19, nummer 4, juni 2022

M. Verheij , dr. E.E. Vietsch , drs. G.J. Strijk , prof. dr. C.H.J. van Eijck

SAMENVATTING

Pancreas- ductaal adenocarcinomen (PDAC’s) hebben een zeer slechte prognose. Waar bij andere kankersoorten gebruik wordt gemaakt van biomarkers om de behandelstrategie te bepalen, ontbreken dergelijke markers voor pancreascarcinomen. In dit artikel wordt een drietal casus besproken waarbij een sterk verschil in klinisch beloop is te zien. Van twee patiënten was de prognose door hun gemetastaseerd PDAC vooraf zeer slecht. De therapierespons van deze patiënten was echter opmerkelijk en de patiënten zijn tot heden klachtenvrij, in tegenstelling tot een patiënte die, ondanks een resectabel PDAC, binnen drie maanden na resectie snelle progressie had van haar ziekte en in korte tijd is overleden. Deze casus illustreren het belang van biomarkers om toekomstige behandelbeslissingen beter af te stemmen op de individuele patiënt. Prognostische biomarkers kunnen essentiële informatie verschaffen over gepersonaliseerde behandelbeslissingen voor patiënten met een pancreascarcinoom.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2022;19:160–3)

Lees verder