Sterfte door COVID-19 onder kankerpatiënten in eerste pandemiegolf hoger dan in tweede

februari 2022 Algemeen Willem van Altena

De ziektelast en mortaliteit door COVID-19 bij kankerpatiënten is gaandeweg verbeterd gedurende het eerste jaar van de coronapandemie. Tot die conclusie komt een internationaal Europees onderzoeksteam dat een analyse maakte van gegevens uit het OnCovid-register. De analyse is gepubliceerd in JAMA Oncology.

OnCovid is een Europese databank met gegevens over mensen met een solide of hematologische kanker, die met COVID-19 geïnfecteerd raken. Voor hun onderzoek baseerden de wetenschappers zich op real-world data van 35 ziekenhuizen in 6 landen (Verenigd Koninkrijk, Italië, Spanje, Frankrijk, Duitsland en België). Er werd specifiek gekeken naar kankerpatiënten die met COVID-19 waren gediagnosticeerd tussen 27 februari 2020 en 14 februari 2021.

Als voornaamste uitkomst van de studie gold de mortaliteit, gemeten op 14 dagen en 3 maanden na de COVID-diagnose. Patiëntkarakteristieken en uitkomsten werden vergeleken over vijf tijdvakken (februari – maart 2020, april – juni 2020, juli – september 2020, oktober – december 2020 en januari – februari 2021) gedurende de twee eerste golven van de pandemie (februari – juni 2020 en juli 2020 – februari 2021).

Mortaliteit

In totaal werden 2.795 patiënten geïncludeerd, waarvan 2.634 geschikt voor verdere analyse. Mediane leeftijd was 68 jaar (range: 18 tot 77), en 52,8% was man. De patiënten lieten over de vijf tijdvakken een significante verbetering zien waar het de 14-daagse mortaliteit betrof. In februari-maart 2020 werd die nog op 29,8% geschat (95%-BI: 0,26-0,33), terwijl dat twee maanden later daalde naar 20,3% (95%-BI: 0,17-0,23). Voor het tijdvak juli-september 2020 daalde de 14-daagse mortaliteit verder tot 12,5% (95%-BI: 0,06-22,90).

Na de zomer van 2020 brak er een nieuwe fase aan van de pandemie, met snel stijgende besmettingen. Dat vertaalt zich in een iets hogere mortaliteit tussen oktober en december 2020, namelijk 17,2% (95%-BI: 0,15-0,21). In het vijfde tijdvak, januari-februari 2021, daalde de sterfte na 14 dagen tot 14,5% (95%-BI: 0,09-0,21).

Patiëntkarakteristieken

Patiënten uit de eerste golf van de pandemie waren vaker 65 jaar oud of ouder in vergelijking met patiënten uit de tweede golf (60,3% tegenover 56,1%). Ook hadden zij vaker minimaal 2 comorbiditeiten (48,8% tegenover 42,4%). Gevorderde kanker kwam echter vaker voor bij patiënten die in de tweede golf van de pandemie COVID-19 kregen: 56,1% tegenover 46,4%.

In de eerste golf van de pandemie kregen meer patiënten te maken met een ernstig COVID-ziekteverloop (45,4% versus 33,9%) dan in de tweede, en zij kwamen dan ook vaker in het ziekenhuis terecht (59,8% versus 33,9%). Over de hele eerste golf van de pandemie was de mortaliteit na 14 dagen was 25,6%, terwijl deze gedurende de tweede golf 16,2% was.

Eerste versus tweede golf

Na correctie voor land, geslacht, leeftijd, comorbiditeiten, tumorstadium, tumorbehandeling en COVID-behandeling kon vastgesteld worden dat kankerpatiënten die gedurende de eerste golf met COVID gediagnosticeerd werden een groter risico hadden om binnen 14 dagen te overlijden (hazard ratio [HR]: 1,85; 95%-BI: 1,47-2,32), of na 3 maanden (HR 1,28; 95%BI, 1,08-1,51) dan degenen die in de tweede golf besmet werden.

Conclusie

De onderzoekers constateren dat de mortaliteit onder kankerpatiënten die COVID-19 oplopen gedurende het eerste jaar van de pandemie is verbeterd. Oorzaak van de verbetering is mogelijk eerdere diagnostiek, betere behandelingen en veranderingen in de manier waarop besmettingen plaatsvinden in de samenleving.

Referentie

OnCovid Study Group, Pinato DJ, Patel M, Scotti L, et al. Time-Dependent COVID-19 Mortality in Patients With Cancer: An Updated Analysis of the OnCovid Registry. JAMA Oncol. 2022 Jan 1;8(1):114-122. doi: 10.1001/jamaoncol.2021.6199. PMID: 34817562; PMCID: PMC8777559.