Bijna driekwart van alle kankerpatiënten is vier jaar na diagnose nog in leven

juli 2025 Actueel Willem van Altena

Kaplan-Meier-schattingen van de event-vrije overleving op basis van de beoordeling van de onderzoekers.2

Jaarlijks krijgen tienduizenden Nederlanders te horen dat ze kanker hebben. Waar deze diagnose vroeger vaak een doodvonnis betekende, is het perspectief voor patiënten de afgelopen decennia ingrijpend veranderd. Nieuwe behandelingen, betere diagnostiek en intensief wetenschappelijk onderzoek zorgen ervoor dat steeds meer mensen de ziekte overleven. Toch blijkt uit de nieuwste cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) dat niet iedereen in gelijke mate profiteert van deze vooruitgang: vooral oudere patiënten blijven fors achter bij hun jongere lotgenoten.

Sinds de vroege jaren negentig is de vierjaarsoverleving na een kankerdiagnose gestegen van 51% naar 72% in de periode 2020-2023. Dit betekent dat bijna driekwart van de patiënten vier jaar na de diagnose nog in leven is, terwijl dat dertig jaar geleden slechts de helft was. Elk jaar stijgt de overleving gemiddeld met bijna 1 procentpunt, wat grofweg neerkomt op 1.000 extra overlevenden per jaar.

Golf aan innovaties

Deze vooruitgang is het resultaat van een golf aan innovaties op het gebied van kankerzorg. Denk aan doelgerichte therapieën, immunotherapie, betere chirurgische technieken en een verfijnde inzet van chemotherapie en bestraling. De impact hiervan is zichtbaar in vrijwel alle leeftijdsgroepen, maar de mate van winst verschilt aanzienlijk.

De cijfers laten zien dat jongere patiënten veel betere kansen hebben dan ouderen. In de periode 2020-2023 zijn de vierjaarsoverlevingspercentages als volgt:

18-44 jaar: 89%
45-54 jaar: 80%
55-64 jaar: 74%
65-74 jaar: 70%
75 jaar en ouder: 63%

Voor mensen onder de 65 jaar is de kans om vier jaar na de diagnose nog te leven gemiddeld 81%. Voor 65-plussers is dat slechts 66,5%. Het verschil tussen jong en oud is daarmee ruim 14 procentpunt en vrijwel even groot als dertig jaar geleden, ondanks dat de overleving bij ouderen de afgelopen vijftien jaar relatief sterker is toegenomen.

Niet elke kankersoort kent dezelfde prognose. Sommige vormen zijn tegenwoordig goed te behandelen, andere blijven uiterst dodelijk.

  • Meer dan 90% vierjaarsoverleving: Huidkanker (exclusief melanoom), borstkanker, prostaatkanker en zaadbalkanker.
  • Minder dan 10% vierjaarsoverleving: Alvleesklierkanker en uitgezaaide kanker met onbekende primaire tumor.

De verschillen zijn deels te verklaren door vroege opsporing, effectievere behandelingen en het biologische gedrag van de tumor.

Verschil tussen jong en oud

Veel van de recente verbeteringen in kankerbehandeling zijn in eerste instantie getest bij jongere patiënten, die zware therapieën doorgaans beter aankunnen. Pas de laatste vijftien jaar zijn er meer behandelingen ontwikkeld die ook geschikt zijn voor ouderen, zoals nieuwe doelgerichte medicijnen en minder belastende therapieën. Hierdoor hebben ouderen iets van hun achterstand ingelopen, maar het verschil met jongere patiënten blijft groot.

Dit onderstreept de noodzaak van meer onderzoek naar effectieve, goed verdraagbare behandelingen voor oudere kankerpatiënten. De vergrijzing maakt deze uitdaging alleen maar urgenter.

Leven na kanker: nieuwe uitdagingen

De stijgende overleving betekent dat steeds meer mensen leven met de gevolgen van kanker en de behandeling ervan. Dit brengt nieuwe vraagstukken met zich mee, zoals langdurige vermoeidheid, psychische klachten en problemen met werk of relaties. Voor deze groep is goede nazorg en ondersteuning essentieel. Initiatieven als website kanker.nl bieden informatie en begeleiding voor (ex-)patiënten en hun naasten, maar niet iedereen weet deze hulp te vinden.

Bron
Website IKNL – NKR cijfers