
Patiënten met blaaskanker kunnen in de toekomst sneller en persoonlijker behandeld worden dankzij een nieuwe methode waarbij minitumoren uit urine worden gekweekt. Onderzoekers van het UMC Utrecht hebben als eersten ter wereld ‘urinoïden’ ontwikkeld: driedimensionale kweekjes van blaaskankercellen, rechtstreeks uit de urine van patiënten. Deze techniek, ontwikkeld binnen de Prospective Bladder Cancer Infrastructure (ProBCI), maakt het mogelijk om behandelingen te testen zonder ingrijpende operaties. Dr. Richard Meijer, oncologisch uroloog en universitair hoofddocent aan het UMC Utrecht, werkt in het laboratorium waar dit onderzoek wordt uitgevoerd. De veelbelovende resultaten van dit onderzoek zijn in 2024 gepubliceerd in het British Journal of Cancer.1
Elk jaar krijgen meer dan 7.000 mensen in Nederland voor het eerst de diagnose blaaskanker, waarbij het gaat om zowel invasieve als niet-invasieve tumoren. In 2024 kregen in totaal 7.156 mensen deze diagnose, een lichte stijging ten opzichte van het voorgaande jaar². Bovendien is de incidentie van blaaskanker de afgelopen decennia gestaag toegenomen, mede door vergrijzing en bevolkingsgroei.
Blaaskanker, dat ongeveer drie keer zo vaak voorkomt bij mannen als bij vrouwen, behoort bij beide geslachten tot de top 10 van meest voorkomende kankersoorten. Roken is een belangrijke risicofactor. De ziekte komt daarnaast vooral voor bij ouderen; bijna 60% van de patiënten is ouder dan 70 jaar².
Momenteel bestaat de standaardbehandeling voor spierinvasieve blaaskanker uit chemotherapie gevolgd door een operatie. Bij deze vorm is de tumor doorgedrongen in de spierlaag van de blaas, wat de ziekte agressiever maakt. Niet-spierinvasieve blaaskanker blijft beperkt tot de binnenste blaaslaag en heeft meestal een betere prognose. Helaas blijkt bij driekwart van de patiënten met spierinvasieve blaaskanker de standaardbehandeling niet effectief, waardoor er een grote behoefte is aan betere, persoonlijkere therapieën. Bovendien verschillen de overlevingskansen sterk per stadium, maar ondanks nieuwe behandelingen blijft blaaskanker een ziekte met een aanzienlijke impact op de volksgezondheid. Jaarlijks overlijden in Nederland meer dan 1.300 mensen aan blaaskanker.2
Samen met het Hubrecht Instituut in Utrecht bouwden dr. Richard Meijer en collega’s eerder een biobank met organoïden: mini-tumoren gemaakt van patiëntweefsel. Hoewel deze kweekjes genetisch goed overeenkwamen met originele tumoren, bleef een probleem bestaan: er is altijd een operatie nodig om het weefsel te verkrijgen. Dit leidde tot de zoektocht naar een minder belastende methode. Het antwoord bleek in urine te liggen. Bij blaaskanker worden tumorcellen namelijk uitgeplast. Door deze cellen in het laboratorium te cultiveren, wist het team ‘urinoïden’ te ontwikkelen, als eerste ter wereld.
De urinoïden blijken genetisch en histologisch sterk overeen te komen met de oorspronkelijke blaastumoren. Ook reageren ze vergelijkbaar op chemotherapie. Daarmee vormen ze een waardevolle omgeving voor onderzoek en behandeling op maat.
Sinds 2020 verzamelt het UMC Utrecht via de Prospective Bladder Cancer Infrastructure (ProBCI) urine, weefsel en data van meer dan 1300 patiënten voor wetenschappelijk onderzoek. Binnen deze infrastructuur werken 23 ziekenhuizen en meerdere patiëntorganisaties samen. Aan patiënten die chemo- of immunotherapie ondergaan, wordt gevraagd op meerdere momenten urine af te staan. Zo kunnen onderzoekers nieuwe urinoïden maken en veranderingen in de tumor volgen. Na behandeling kan de tumor gevoeliger of juist resistenter worden. Met deze methode is het mogelijk om zulke veranderingen veel sneller te detecteren. Hierdoor kan de therapie tijdig worden aangepast en beter worden afgestemd op de individuele patiënt. Het onderzoek loopt binnen het Laboratorium voor Translationele Oncologie (LTO) van het UMC Utrecht, onder leiding van hoogleraar Onno Kranenburg. De blaaskankeronderzoeksgroep binnen LTO werkt multidisciplinair met onder andere artsen, onderzoekers en verpleegkundigen.
De komende jaren willen de onderzoekers doorgroeien naar gepersonaliseerde behandelstrategieën op basis van urinoïden. Het uiteindelijke doel: minder bijwerkingen, snellere besluitvorming en betere behandeluitkomsten voor blaaskankerpatiënten.
2: Website IKNL