Neurologische immuungerelateerde bijwerkingen na behandeling met immuuncheckpointremmers

januari 2024 Kliniek in Praktijk Diede Smeets
Immune checkpoints are regulators of the immune system. Antibodies(light blue and red) block the interaction between PD-L1 (red molecule) on the surface of a cancer cell (red) and the immune checkpoint PD-1 (blue molecule) on a T-cell (blue), that would lead to the inhibition of T-cell killing tumor cells.

Neurologische immuungerelateerde bijwerkingen die optreden na behandeling met immuuncheckpointremmers kunnen zich in de kliniek op verschillende wijzen manifesteren. De prognostische factoren en gerelateerde syndromen zijn onvoldoende bestudeerd. Onlangs zijn de resultaten van een Spaanse studie naar de neurologische bijwerkingen van immuuncheckpointremmers gepubliceerd in The Lancet Neurology.1

Immuuncheckpointremmers spelen tegenwoordig een belangrijke rol bij de behandeling van verschillende typen kanker. Meestal worden PD-1, PD-L1 of CTLA4 geremd, waardoor T-cellen aangespoord worden om de maligniteit op te ruimen.2,3 Een dusdanige activatie van het immuunsysteem kan echter ook tot immuungerelateerde neveneffecten leiden. Deze bijwerkingen kunnen vrijwel alle organen treffen, waaronder het centraal zenuwstelsel.4,5 Hoewel dit type bijwerking zeldzaam is, kan het zeer desastreuze gevolgen hebben en zelfs leiden tot het overlijden van de patiënt.6,7 Het doel van de huidige studie was het karakteriseren van de klinische kenmerken van neurologische immuungerelateerde bijwerkingen van immuuncheckpointremmers, waarbij de nadruk lag op patiënten met encefalopathie. Daarnaast trachtten de onderzoekers factoren te identificeren met voorspellende waarde voor de behandelingsrespons en overleving van de patiënt.  

Studieopzet

In deze retrospectieve observationele studie werden patiënten geïncludeerd met neurologische immuungerelateerde bijwerkingen van immuuncheckpointremmers, afkomstig uit 20 Spaanse ziekenhuizen. De klinische informatie van de deelnemers werd verzameld en serum- en liquormonsters werden onderzocht op de aanwezigheid van neuronale antilichamen. Patiënten waarbij eerder een paraneoplastisch syndroom was vastgesteld of een alternatieve oorzaak voor de neurologische bijwerkingen waarschijnlijk was, werden uitgesloten van deelname. De neurologische status van de deelnemers werd een maand na de start van de bijwerkingen (verbetering of verslechtering) en tijdens het laatste evaluatiemoment (volledig herstel of afname in de gemodificeerde Rankinschaal-score van ≥2 punten als goede uitkomst en alle andere veranderingen in Rankinschaal-score als slechte uitkomst) beoordeeld door de behandeld arts.

Resultaten

Van 1 januari 2018-1 februari 2023 werden 83 patiënten geïdentificeerd met een mogelijke neurologische immuungerelateerde bijwerking van behandeling met een immuuncheckpointremmer, waarvan er 64 geïncludeerd werden in de huidige analyse. De mediane leeftijd van de deelnemers was 67 jaar (interkwartielbereik: 59-74) en 66% van de deelnemers was man. De meeste deelnemers werden behandeld voor longkanker (47%), gevolgd door melanoom (21%) en niercelcarcinoom (11%). Bij 22% van de deelnemers werden neuronale antilichamen aangetroffen, welke bij 81% duidden op betrokkenheid van het centraal zenuwstelsel en bij 19% op een rol van het perifere zenuwstelsel.

Bij 70% van de patiënten werd encefalopathie vastgesteld, waarvan 27% antilichamen of een syndroom consistent met paraneoplastische of auto-immuun encefalitis vertoonde. Encefalitis zonder antilichamen of klinische kenmerken van een gedefinieerd syndroom werd gezien bij 53% van deze patiënten. De overige 20% van de patiënten met encefalopathie vertoonden geen antilichamen en geen afwijkende ontstekingen in de liquorvloeistof of hersenen (bepaald via MRI). Bij 14% werd een combinatie van myasthenia en myositis gezien.

Het merendeel (91%) van de patiënten werd behandeld met steroïden en 48% van de deelnemers kreeg naast steroïden een aanvullende behandeling voorgeschreven. Bij 28% van de patiënten (n=18) vond echter geen verbetering van de neurologische bijwerkingen plaats in de eerste maand, en 11 van deze patiënten overleden in de eerste maand na het optreden van de bijwerkingen. Het laatste follow-upmoment werd dus bereikt door 53 patiënten en vond mediaan na 6 maanden plaats (interkwartielbereik: 3-13). Daarbij werd bij 38% een slechte uitkomst gezien, en waren in totaal 16 deelnemers overleden. Het mortaliteitsrisico van patiënten met longkanker was hoger dan bij patiënten met een ander type kanker (HR [95%-BI]: 2,5 [1,1-6,0]). Daarnaast verhoogde de diagnose encefalopathie zonder ontsteking in het centraal zenuwstelsel of de combinatie myocarditis, myasthenia en myositis het mortaliteitsrisico ten opzichte van de overige syndromen (resp. HR [95%-BI]: 5,0 [1,4-17,8] en 6,6 [1,4-31,0]).

Conclusie

Uit deze retrospectieve observationele studie is naar voren gekomen dat het centrale zenuwstelsel betrokken lijkt bij de meeste neurologische immuungerelateerde bijwerkingen van immuuncheckpointremmers en dat er meestal geen neuronale antilichamen aanwezig zijn. De meeste patiënten overleden in de eerste maand na de presentatie van de neurologische bijwerkingen. Volgens de onderzoekers moeten deze resultaten bevestigd worden in aanvullende patiëntcohorten, waarna wellicht zal blijken dat patiënten met dit type bijwerkingen vroeger en intensiever behandeld moeten worden.

Referenties

  1. Fonseca E, Cabrera-Maqueda JM, Ruiz-García R, et al. Neurological adverse events related to immune-checkpoint inhibitors in Spain: a retrospective cohort study. Lancet Neurol 2023;22:p1150-9.
  2. Rotte A, Jin JY, Lemaire V. Mechanistic overview of immune checkpoints to support the rational design of their combinations in cancer immunotherapy. Ann Oncol 2018;29:71-83.
  3. Twomey JD, Zhang B. Cancer immunotherapy update: FDA-approved checkpoint inhibitors and companion diagnostics. AAPS J 2021;23:39.
  4. Johnson DB, Manouchehri A, Haugh AM, et al. Neurologic toxicity associated with immune checkpoint inhibitors: a pharmacovigilance study. J Immunother Cancer 2019;7:1-9.
  5. Cuzzubbo S, Javeri F, Tissier M, et al. Neurological adverse events associated with immune checkpoint inhibitors: review of the literature. Eur J Cancer 2017;73:1-8.
  6. Reynolds KL, Guidon AC. Diagnosis and management of immune checkpoint inhibitor-associated neurologic toxicity: illustrative case and review of the literature. Oncologist 2019;24:435-43.
  7. Marini A, Bernardini A, Gigli GL, et al. Neurologic adverse events of immune checkpoint inhibitors: a systematic review. Neurology 2021;96:754-66.