Samenvatting

Er is in toenemende mate aandacht voor de lichaamssamenstelling van kankerpatiënten en de invloed hiervan op behandeling en prognose. Specifieke interesse is er voor lage spiermassa ofwel sarcopenie. Bij veel maligniteiten wordt sarcopenie beschreven als een voorspellende en prognostische factor voor nadelige uitkomsten zoals postoperatieve complicaties, chemo-therapie-gerelateerde toxiciteit en kortere overleving. Bij hoofd-halskanker is sarcopenie nog weinig onderzocht, maar de problemen die worden geassocieerd met sarcopenie komen hierbij veelvuldig voor. Er zijn verschillende methoden om sarcopenie te meten, waaronder ‘dual-energy X-ray’-absorptiometrie (DEXA), bio-elektrische impedantieanalyse (BIA) en computertomografie (CT). In de meeste oncologische studies over sarcopenie wordt gebruik gemaakt van de CT-‘single slide’-methode op niveau L3 om spiermassa te meten. In dit overzichtsartikel wordt samengevat wat er tot nu toe is beschreven over sarcopenie en vetvrije massa in relatie tot slagen van therapie, uitkomst en overleving bij hoofd-halskankerpatiënten. Ten slotte geven wij een visie op toekomstig onderzoek naar sarcopenie bij hoofd-halskankerpatiënten en de klinische relevantie hiervan.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2017;14:46–52)