Het behandellandschap van gemetastaseerd hormoongevoelig prostaatcarcinoom (‘metastatic hormone-sensitive prostate cancer’, mHSPC) is de afgelopen jaren drastisch veranderd.1 Het gebruik van alleen androgeendeprivatietherapie (ADT) wordt niet meer aanbevolen voor patiënten met mHSPC; de internationale richtlijnen adviseren de toevoeging van abirateronacetaat, apalutamide, enzalutamide of docetaxel aan ADT als de nieuwe behandelstandaard, mits de patiënt fit genoeg is voor een dergelijk regime. Voor patiënten met laagvolume mHSPC wordt op dit moment radiotherapie van de primaire tumor gecombineerd met ADT aanbevolen.2,3 Om de ziekteontwikkeling te evalueren en overleving te voorspellen wordt in de klinische praktijk vaak prostaatspecifiek antigeen (PSA) in het bloed gemonitord. Recentelijk zijn echter ook andere parameters, zoals nadir PSA-concentratie, de tijd tot aan het bereiken van deze nadir of specifieke PSA-waardes na starten van de behandeling, geïdentificeerd als prognostische factoren voor de oncologische uitkomsten na behandeling.4–7