journal scan

Neoadjuvant nivolumab plus chemotherapie bij resectabel nietkleincellig longcarcinoom

NTVO - jaargang 21, nummer 3, juli 2024

dr. K.L. Moek , dr. A.W.M. Goorsenberg , dr. A. Becker

Dit is een journalscan van het artikel “Neoadjuvant nivolumab plus chemotherapy in resectable lung cancer.” met commentaar voor de Nederlandse klinische praktijk.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2024;21:133–4)

Lees verder

Tovorafenib laat goede resultaten zien bij pediatrische laaggradige gliomen

NTVO - jaargang 21, nummer 2, mei 2024

dr. E. van Mastrigt , dr. E. de Vos-Kerkhof , dr. J. van der Lugt

Dit is een journalscan van het artikel “The type II RAF inhibitor tovorafenib in relapsed/refractory pediatric low-grade glioma: the phase 2 FIREFLY-1 trial” met commentaar voor de Nederlandse klinische praktijk.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2024;21:91–3)

Lees verder

Nieuw perspectief behandeling mammacarcinoom: het afzien van schildwachtklierprocedure bij laagrisicopatiënten

NTVO - jaargang 21, nummer 1, maart 2024

drs. Y.A. Civil , dr. S. van der Velde , dr. S.A.L. Bartels , dr. H.J.G.D. van den Bongard

Dit is een journalscan van het artikel “Sentinel lymph node biopsy vs no axillary surgery in patients with small breast cancer and negative results on ultrasonography of axillary lymph nodes: the SOUND randomized clinical trial.” met commentaar voor de Nederlandse klinische praktijk.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2024;21:40–1)

Lees verder

Incidentie en overleving van niertumoren bij kinderen in Nederland in de periode 1990–2014

NTVO - jaargang 20, nummer 6, december 2023

dr. M. Schulpen , drs. P. Roy , prof. dr. M.H.W.A. Wijnen , dr. G.A.M. Tytgat , prof. dr. M.M. van den Heuvel-Eibrink , dr. ir. H. van Tinteren , dr. ir. H.E. Karim-Kos

Dit is een journalscan van het artikel “Incidence and survival of paediatric renal tumours in the Netherlands between 1990 and 2014” met commentaar voor de Nederlandse klinische praktijk.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2023;20:258–9)

Lees verder

Interpreteerbaar ‘deep learning’- model om de moleculaire classificatie van endometriumcarcinoom te voorspellen op basis van hematoxylineeosinegekleurde coupes

NTVO - jaargang 20, nummer 4, september 2023

dr. C.D. de Kroon

SAMENVATTING

In deze studie van Fremond et al. is onderzocht of door middel van ‘deep learning’ een ‘artificial intelligence’ (AI)-model (‘im4MEC’) zou kunnen worden ontwikkeld waarmee de moleculaire classificatie van een endometriumcarcinoom kan worden vastgesteld aan de hand van een gedigitaliseerde HE-coupe van de tumor.1 Hiervoor werd vanuit verschillende studies een studiecohort samengesteld van 2.028 patiënten met endometriumcarcinoom van wie de moleculaire classificatie en een representatieve HE-coupe beschikbaar was. Naast de voorspellende waarde is, aan de hand van de 20 meest concordante cases, op tumor- en celniveau ook gekeken naar de morfologische aspecten op basis waarvan im4MEC de keus tussen de verschillende moleculaire klassen maakt. Tot slot is de prognostische waarde van de ware moleculaire klasse vergeleken met de prognostische waarde van de moleculaire klasse op basis van im4MEC.

De gemiddelde AUROC van im4MEC van de vier klassen was 0,874 (95%-BI 0,856–0,893) en 0,876 in de onafhankelijke testset. De AUROC van de vier verschillende moleculaire klassen was 8,849, 0,844, 0,883 en 0,928 voor respectievelijk POL-Emut, MMRd, NSMP en p53abn. Voor wat betreft de morfo-moleculaire correlatie bleek onder andere dat het aantal ontstekingscellen positief bijdroeg aan concordante classificatie door im4MEC als POLE-mut en MMR en negatief aan concordante classificatie als p53mut en NSMP. Evenzo bleek bijvoorbeeld dat nucleaire atypie sterk bijdroeg aan de concordante classificatie door im4MEC van p53abn. Voor wat betreft prognose bleek er gering verschil in de prognose van de ware POLE en de im4MEC-POLE.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2023;20:188–9)

Lees verder

Een verhoogde mutatie-gerelateerde leeftijd in bloed van kinderen die zijn behandeld voor kanker draagt bij aan therapie-gerelateerde myeloïde maligniteiten

NTVO - jaargang 20, nummer 2, mei 2023

drs. E.J.M. Bertrums , prof. dr. C.M. Zwaan , prof. dr. M.M. van den Heuvel-Eibrink , dr. B.F. Goemans , dr. R. van Boxtel

SAMENVATTING

Chemotherapie is de meest gebruikte behandeling voor kanker en heeft geleid tot genezing van een stijgend aantal patiënten.1 Chemotherapie werkt onder andere door het DNA van kwaadaardige cellen te beschadigen, maar de effecten op het DNA van gezonde weefsels zijn minder goed gekarakteriseerd.2 Daarnaast zou mutagenese als gevolg van blootstelling aan chemotherapie ten grondslag kunnen liggen aan het ontstaan van therapie-gerelateerde myeloïde neoplasmata (t-MN), die vaak gepaard gaan met specifieke genetische afwijkingen.3 Het mechanisme van het ontstaan van deze t-MN bij kinderen is tot nu toe onvoldoende bestudeerd. In de hier beschreven studie worden de mutagene consequenties van chemotherapie in normale hematopoëtische stam- en progenitorcellen (HSPC’s) verkregen van kinderen na kankerbehandeling onderzocht door middel van genoom-‘sequencing’.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2023;20:91–2)

Lees verder

Radiotherapie bij borstsparende behandeling bij niet-laagrisico ductaal carcinoom in situ: een gerandomiseerde internationale fase 3-studie

NTVO - jaargang 20, nummer 1, maart 2023

drs. A.H. Westenberg , drs. C. Kirkove , dr. J.Maduro , prof. dr. H. Struikmans

ACHTERGROND

Na borstsparende chirurgie voor ductaal carcinoma in situ van de borst (DCIS) bestaat de kans op het ontstaan van een lokaal recidief, waarvan ongeveer de helft invasief is. Eerdere studies laten zien dat postoperatieve borstbestraling (WBI) de kans op een lokaal recidief halveert en daarmee de ziektevrije overleving verbetert, echter zonder impact op de overleving.1 Bij borstkanker is gebleken dat een extra bestralingsdosis ter plaatse van het tumorbed (de ‘boost’) na WBI een belangrijke vermindering van de kans op een lokaal recidief geeft.2 In onderhavige studie werd onderzocht of het geven van een ‘boost’ na WBI ook bij DCIS leidt tot een nog kleinere kans op een lokaal recidief en of de resultaten van hypofractionering van de postoperatieve borstbestraling vergelijkbaar zijn met die van met conventioneel gefractioneerde WBI.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2023;20:46–47)

Lees verder