Teelbalkanker

Ziektebeeld

Wat is teelbalkanker?

Wanneer cellen van een zaadbal zich ongeremd en ongecontroleerd gaan delen, is er sprake van zaadbalkanker, ook wel bekend als teelbalkanker of testiscarcinoom. Deze vorm van kanker groeit relatief snel, is agressief en zaait ook sneller uit dan andere kankersoorten. Toch is deze vorm van kanker goed te behandelen, zelfs wanneer er sprake is van uitzaaiingen.

De teelballen zijn onderdeel van de mannelijke geslachtsorganen. Deze zaadballen –testes- zitten met twee kleinere bijballen in de balzak. Deze testes produceren mannelijke hormonen en zaadcellen. Deze cellen rijpen vervolgens in de bijbal. Teelbalkanker ontstaat bij de meeste patiënten in de kiemcellen. Deze cellen produceren het zaad. Er bestaan twee soorten kiemceltumoren:

  • Seminoom: deze tumor ontstaat in het binnenste deel waar de zaadcellen worden geproduceerd. Ongeveer de helft van de patiënten heeft dit type tumor.
  • Non-seminoom: een overkoepelende term voor alle tumoren die geen seminoom zijn. Dit zijn een embryonaalcarcinoom, teratoom, dooierzaktumor, choriocarcinoom of  combinaties hiervan. Tumoren die een combinatie zijn van een seminoom of non-seminoon, vallen ook onder deze categorie.

In Nederland krijgen ieder jaar ongeveer 700 tot 800 mannen de diagnose teelbalkanker. Dit aantal is de afgelopen decennia toegenomen. De patiënten zijn voornamelijk mannen jonger dan 50 jaar. Omdat de meeste tumoren in een vroeg stadium worden ontdekt, is de prognose voor deze patiënten goed. De 5-jaars overleving van patiënten met een stadium I tumor is 100 procent. Dit daalt tot 89 procent bij een diagnose van een stadium III kanker.

Symptomen

Teelbalkanker kan in het begin van de ontwikkeling al zorgen voor klachten. Dit is ook de reden waarom deze ziekte vaak in een vroeg stadium wordt ontdekt. Patiënten kunnen last hebben van de onderstaande klachten:

  • Een zwelling of verharding van de teelbal, soms gepaard gaand met pijn.
  • Een zwaar gevoel in de onderbuik, teelbal of net erachter.
  • Pijn in de buik of rug: dit kan worden veroorzaak door uitzaaiingen.
  • Zwelling van de borstklieren of de tepels. Dit kan gepaard gaan met pijn.
  • Kortademigheid of hoesten; soms met bloed.
  • Vermoeidheid
  • Onverklaarbaar gewichtsverlies.

Oorzaak

Er is geen directe oorzaak aan te wijzen voor het ontstaan van teelbalkanker. Van een aantal factoren is bekend dat ze de kans op kanker in de testis kunnen vergroten. Deze factoren zijn:

  • Een operatie in of na de puberteit om niet-ingedaalde teelballen naar de normale plek te verplaatsen. Dit vergroot de kans op kanker 3 keer ten opzichte van mannen die deze operatie voor hun puberteit laten uitvoeren.
  • Niet-ingedaalde teelballen op een volwassen leeftijd: dit levert een 6 keer zo’n grote kans op testiskanker dan mannen met ingedaalde teelballen.
  • Eerdere diagnose van zaalbalkanker.
  • Een verschrompelde teelbal (testisatrofie)
  • Familieleden met teelbalkanker. Mannen met een broer of vader met deze aandoening hebben 5 tot 10 keer meer kans op kanker in de testis.
  • Onvruchtbaarheid
  • Langdurig gebruik van marihuana.

Diagnose

Mocht de huisarts vermoeden dat een patiënt teelbalkanker  heeft, zal hij hem eerst lichamelijk onderzoeken. Omdat de klachten van patiënten met teelbalcarcinoom overeenkomen met andere aandoeningen, kan het zijn dat de huisarts bijvoorbeeld eerst antibiotica tegen een bijbalontsteking voorschrijft. Als de klachten van de patiënt niet verdwijnen, zal de huisarts hem doorverwijzen naar een uroloog. Die zal het lichamelijk onderzoek herhalen, maar ook mogelijk bloedonderzoek, een echografie en orchidectomie laten uitvoeren. Bij het bloedonderzoek kan worden gekeken of bepaalde waarden in het bloed verhoogd zijn. Bij een echografie worden de weefsels in de balzak zichtbaar en daarbij ook mogelijk afwijkingen. Een orchidectomie is het verwijderen van de zaadbal, de bijbal en de zaadstreng voor de definitieve diagnose. Deze operatie wordt relatief vroeg in het behandelproces uitgevoerd om de groei en verdere uitzaaiingen te voorkomen.

Als de diagnose teelbalkanker is gesteld, kan het zijn dat er nog vervolgonderzoeken nodig zijn. Deze zijn nodig om te bepalen hoe ver de tumor is andere weefsels is doorgegroeid of mogelijk uitgezaaid. Dit kunnen een bijvoorbeeld een CT-scan, MRI-scan of botscan zijn.

Bij teelbalkanker wordt gebruikt gemaakt van een TNM-classificatie. De T staat hierin voor de uitbreiding van de primaire tumor (eerst ontstane tumor). De N geeft aan of er uitzaaiingen zijn gevonden in de lymfeklieren en de ernst hiervan. De M geeft aan of er in andere organen uitzaaiingen zijn gevonden.

De tumor kan aan de hand van deze onderzoek in een van de onderstaande stadia worden ingedeeld:

  • Stadium I: er is een tumor aanwezig in de teelbal, maar er zijn nog geen uitzaaiingen gevonden.
  • Stadium: er zijn uitzaaiingen gevonden in omliggende lymfeklieren.
  • Stadium III: er zijn tumorcellen gevonden in andere organen en weefsels. Uitzaaiingen worden met name gevonden in lymfeklieren en de longen.

Ook is de differentiatiegraad van de tumor van belang door de behandeling en prognose. Deze kan worden bepaald door middel van een biopt van de tumor. De differentiatiegraad zegt iets over in hoeverre de kankercellen nog op normale cellen lijken.

Behandeling

Wanneer alle onderzoeken zijn afgerond en alle kenmerken van de tumor zijn vastgesteld, stelt een team van specialisten een behandelplan op. In het geval van teelbalkanker zijn een operatie, bestralingen, chemotherapie en een lymfeklieroperatie mogelijk. Een combinatie van deze behandelingen is ook mogelijk. Soms wordt er gekozen om de patiënt actief te volgen.

De operatie is onderdeel van het stellen van de diagnose, maar ook het begin van de behandeling. Wanneer uit deze operatie de definitieve diagnose wordt gesteld, kunnen de andere behandelmethoden dienen als vervolgbehandeling.

Bij het maken van een behandelplan wordt er een onderscheid gemaakt tussen de behandeling van seminomen en non-seminonen. Bij een seminoom is er vaak sprake van een stadium I en zijn er drie behandelmogelijkheden: actief volgen, bestraling en chemotherapie. Bij actief volgen wordt de patiënt regelmatig gecontroleerd om mogelijke uitzaaiingen op tijd op te sporen.  Bij stadium II wordt er na de operatie chemotherapie of bestralingen geadviseerd in verband met de uitzaaiingen. Bij stadium III wordt er gekozen voor chemotherapie.

Wanneer er sprake is van een combinatietumor (seminoon als non-seminoon), wordt deze hetzelfde behandeld als een non-seminoom. Bij de een stadium I non-seminoom is er geen extra behandeling na de operatie nodig. Wanneer een patiënt een stadium II of III tumor heeft, is er extra behandeling met chemotherapie nodig.

Aanvullende info

Patiëntenvereniging

Ziektebeeld

Symptomen

Oorzaak

Diagnose

Behandeling

Patiëntenvereniging

Links