Schildklierkanker

Ziektebeeld

Wat is schildklierkanker?

Wanneer cellen in de schildklier zich ongecontroleerd gaan delen en niet meer op normale cellen lijken, wordt er gesproken van schildklierkanker of schildkliercarcinoom. Dit type kanker is over het algemeen goed te behandelen en er is maar een kleine kans dat de ziekte terugkomt.

De schildklier is een vlinderachtig orgaan in de hals dat verschillende hormonen produceert. Het bestaat uit twee kwabben en kan zonder voldoende jodium niet goed functioneren. Mensen met een afwijkende werking van de schildklier kunnen dit onder andere merken aan hun stofwisseling.

Er bestaan verschillende soorten schildklierkanker.

  • Papillaire schildklierkanker: ongeveer 75 procent van de patiënten heeft deze vorm. Dit type groeit meestal langzaam
  • Folliculaire schildklierkanker: Ongeveer 15 procent van de patiënten heeft deze vorm van schildklierkanker.

Beide vormen ontstaan vanuit follikelcellen van de schildklier en produceren het schildklierhormoon. De tumoren groeien langzaam en zijn goed te behandelen. Beide vormen kunnen ook goed worden behandeld met radioactief jodium. De verschillen tussen de types zijn alleen onder de microscoop waar te nemen.

  • Medullaire schildklierkanker: ontstaat uit de C-cellen van de schildklier die het hormoon calcitonine maken. Dit hormoon speelt een rol bij de regeling van het calciumgehalte in het bloed. Dit is een agressieve vorm van kanker die ook een grotere kans heeft op uitzaaiingen dan andere vormen.
  • Anaplastische schildklierkanker: ongeveer 5 procent van de patiënten met schildklierkanker heeft deze vorm. Dit is de meest agressieve vorm wat inhoudt dat de tumor snelt groeit en uitzaait.

Per jaar krijgen ongeveer 700 mensen in Nederland de diagnose schildklierkanker. Veel meer vrouwen dan mannen krijgen deze vorm van kanker. Dit type kanker komt op allerlei leeftijden voor, maar de meeste patiënten zijn tussen de 45 en 55 jaar. De 5-jaarsoverleving van patiënten met stadia I, II en III is goed. Deze percentages liggen tussen de 98 en 92 procent. Dit daalt tot 53 procent bij een diagnose met een stadium IV-tumor.

Symptomen

Schildklierkanker is redelijk zeldzaam en goedaardige gezwellen van de schildklier komen vaak voor. Het kan daarom goed zijn dat er bij de onderstaande symptomen geen sprake is van kanker, maar een andere aandoening aan de schildklier. Patiënten met schildkliercarcinoom kunnen last hebben van:

  • Zwelling of knobbel in de hals (rondom de plek van de schildklier): deze kan meebewegen bij het slikken
  • Heesheid
  • Benauwdheid
  • Problemen met slikken
  • Hoesten en een zere keel

Hoewel de onderstaande klachten veel minder voorkomen bij patiënten met schildkliercarcinoom, kunnen ze ook een aanwijzing zijn voor de aanwezigheid van een tumor in de schildklier.

  • Nek- of hoofdpijn
  • Problemen met de darmen
  • Overtollige slijmvorming
  • Zwakte in de spieren
  • Pijn op de borst
  • Hartkloppingen
  • Aanhoudende vermoeidheid

Oorzaak

Bij de meeste patiënten met schildklierkanker is er geen duidelijke oorzaak voor de woekering van cellen aan te wijzen. Er zijn wel enkele risicofactoren bekend die de kans op een schildkliertumor kunnen vergroten:

  • Bestraling op jongere leeftijd: met name de borst, hoofd of hals.
  • Erfelijke aanleg
    • Bij ongeveer 5 procent van de patiënten is er waarschijnlijk sprake van erfelijke aanleg. Kenmerken hiervan zijn schildklierkanker op jonge leeftijd, meerdere familieleden met kanker of de combinatie van schildklierkanker en kanker in de bijnieren of bijschildklieren. Patiënten met de erfelijke aandoening MEN-2 hebben een grote kans op het ontwikkelen van medullaire schildklierkanker.
  • Blootstelling aan een hoge dosis radioactieve straling
  • Een geschiedenis van vergrote schildklier

Diagnose

Mocht de huisarts vermoeden dat een patiënt mogelijk schildklierkanker heeft, zal hij eerst lichamelijk onderzoek verrichten. Hij zal hierbij de hals en de schildklier controleren op afwijkingen. Mocht hij vermoeden dat de schildklier niet meer goed werkt, kan hij een bloedonderzoek aanvragen. Soms kan hij ook een echografie uitvoeren om afwijkingen aan de schildklier op de sporen.

Mochten er aanwijzingen zijn voor schildkliercarcinoom, dan volgt een verwijzing naar een internist-endocrinoloog. De specialist herhaalt het lichamelijke onderzoek, maar verricht ook aanvullende onderzoeken om er zeker van te zijn of er sprake is van de aandoening. Dit zijn mogelijk bloedonderzoek, een echografie, een punctie, CT-scan of MRI-scan.

Het kan voorkomen dat een punctie – weghalen van een kleine hoeveelheid afwijkend weefsel – geen uitsluitsel geeft of er sprake is van een goed- of kwaadaardige tumor. Het kan dan zijn dat de arts een operatie uitvoert waarbij hij de helft van de schildklier verwijdert voor laboratoriumonderzoek.

Naar aanleiding van de bovenstaande onderzoeken kan de kanker in stadia worden ingedeeld. Bij dit type kanker wordt gebruikt gemaakt van een TNM-classificatie. De T staat hierin voor de uitbreiding van de primaire tumor (eerst ontstane tumor). De N geeft aan of er uitzaaiingen zijn gevonden in de lymfeklieren en de ernst hiervan. De M geeft aan of er in andere organen uitzaaiingen zijn gevonden.

Bij schildkliercarcinoom kan de kanker in vier stadia worden ingedeeld:

  • Stadium I: de tumor is niet groter dan 2 cm en bevindt zich niet buiten de schildklier
  • Stadium II: de tumor is tussen de 2 en 4 cm en bevindt zich alleen nog in de schildklier
  • Stadium III
    • De tumor is groter dan 4 cm en bevindt zich alleen nog in de schildklier
    • De tumor is doorgegroeid in de weefsels eromheen.
  • Stadium IV
    • IVa: de tumor is doorgegroeid in de huid, het strottenhoofd, slokdarm, luchtpijp of stembandzenuw
    • IVb: de tumor is doorgegroeid in omliggend bindweefsel, bloedvaten of in de wervelkolom. Anaplastische schildklierkanker valt altijd onder dit stadium.

Ook de differentiatiegraad van de tumor is van belang voor de behandeling en prognose. Deze kan worden bepaald door middel van een biopt van de tumor. Een biopt is een stukje weefsel dat tijdens een lichte ingreep wordt weggehaald en onder de microscoop kan worden onderzocht. De differentiatiegraad zegt iets over in hoeverre de kankercellen nog op normale cellen lijken.

Behandeling

Wanneer alle onderzoeken zijn afgerond en alle kenmerken van de tumor zijn vastgesteld, stelt een team van specialisten een behandelplan op. In het geval van schildkliercarcinoom zijn er een operatie, behandeling met radioactief jodium, bestraling of doelgerichte therapie mogelijk.

Papillair en folliculair schildkliercarcinoom kunnen meestal goed behandeld worden door middel van een operatie. De schildklier kan dan gedeeltelijk of in zijn geheel worden verwijderd. Dit is afhankelijk van de grootte en de locatie van de tumor. Soms is een aanvullende behandeling met radioactief jodium nodig. De meeste patiënten genezen en bij hen komt de tumor meestal niet terug.

Patiënten met medullair schildkliercarcinoom worden meestal behandeld met een operatie en mogelijke bestralingen. De prognose hangt af van het stadium van de tumor. Bij patiënten met anaplastisch schildkliercarcinoom is genezing vaak niet meer mogelijk. Artsen stellen voor patiënten met deze vorm een palliatief behandelplan op dat voor iedere patiënt uniek is. Onderdeel van deze palliatieve behandeling kan ook doelgerichte therapie zijn. Deze medicatie grijpt aan op de groei van bloedvaten en op deze manier wordt het functioneren van de tumor tegengewerkt.

Aanvullende info

Patiëntenvereniging

Ziektebeeld

Symptomen

Oorzaak

Diagnose

Behandeling

Patiëntenvereniging

Links