BETERE OVERLEVING NA eerstelijnsbehandeling MET NIVOLUMAB + IPILIMUMAB GECOMBINEERD MET CHEMO BIJ NSCLC

juni 2021 Farmanieuws Dominique Vrouwenvelder
Lung cancer cells - 3d rendered illustration

EDITOR’S PICK VAN PROF. REMCO DE BREE, HOOFD-HALS ONCOLOGISCH CHIRURG, UMC UTRECHT 

 

De combinatie van nivolumab plus ipilimumab is een goede immuuntherapie gebleken bij patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom (‘non-small cell lungcarcinoma’, NSCLC). Bij sommige patiënten is echter betere ziektecontrole nodig tijdens de eerste fase van immunotherapie om het klinisch voordeel te vergroten. De fase-III CheckMate 9LA-studie onderzocht of de toevoeging van een beperkte chemotherapiekuur (twee cycli) aan deze combinatie een groter klinisch voordeel zou kunnen opleveren.

In de CheckMate 9LA-studie werd onderzocht of duale immunotherapie gecombineerd met twee cycli chemotherapie zou zorgen voor vroege controle en tegelijkertijd zou voortbouwen op het duurzame overlevingsvoordeel van anti-PD-1 antilichaam nivolumab en anti-CTLA4 antilichaam ipilimumab. Ook werd onderzocht of deze gecombineerde behandeling effectief was in het minimaliseren van de bijwerkingen die gepaard gaan met een volledige chemotherapiekuur.

Deze gerandomiseerde, open-label, fase III-studie werd uitgevoerd in 103 ziekenhuizen in 19 landen. Patiënten van 18 jaar of ouder met niet-behandeld, histologisch bevestigd stadium IV of recidiverend NSCLC, en een Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG) performance status van 0-1 kwamen in aanmerking voor deelname. De gerapporteerde resultaten uit deze paper zijn afkomstig van een vooraf geplande tussentijdse analyse. De 719 patiënten werden willekeurig (1:1) toegewezen aan nivolumab (360 mg intraveneus om de 3 weken) plus ipilimumab (1 mg/kg intraveneus om de 6 weken) in combinatie met op histologie gebaseerde, platina doublet chemotherapie (intraveneus om de 3 weken gedurende twee cycli; experimentele groep; n=361), of alleen chemotherapie (om de 3 weken gedurende vier cycli; controlegroep; n=358).

Verbeterde algehele overleving bij platina doublet chemotherapie

Na een mediane follow-up van 9,7 maanden (interkwartielafstand [‘interquartile range’, IQR]: 6,4-12,8) was de algehele overleving significant langer in de experimentele groep dan in de controlegroep (mediaan 14,1 maanden [95%-BI: 13,2-16,2] versus 10,7 maanden [95%-BI: 9,5-12,4]; hazard ratio [HR]: 0,69 [96,71%-BI: 0,55-0,87]; p=0,00065).

Met een 3,5 maanden langere mediane follow-up (mediaan 13,2 maanden [IQR: 6,4-17,0]), was de mediane algehele overleving 15,6 maanden (95%-BI: 13,9-20,0) in de experimentele groep versus 10,9 maanden (IQR: 9,5-12,6) in de controlegroep (HR: 0,66 [95%-BI: 0,55-0,80]). Op dat moment waren 190 patiënten (53%) in de experimentele groep en 242 patiënten (68%) in de controlegroep overleden.

De meest voorkomende behandelingsgerelateerde bijwerkingen van graad 3 of 4 waren neutropenie (in 24 [7%] patiënten in de experimentele groep versus 32 [9%] in de controlegroep), anemie (21 [6%] versus 50 [14%]), diarree (14 [4%] versus twee [1%]), verhoogd lipase (22 [6%] versus drie [1%]), en febriele neutropenie (14 [4%] versus tien [3%]). Ernstige behandelingsgerelateerde bijwerkingen van enige graad traden op bij 106 (30%) patiënten in de experimentele groep en 62 (18%) in de controlegroep. Zeven (2%) sterfgevallen in de experimentele groep en zes (2%) sterfgevallen in de controlegroep waren behandelingsgerelateerd.

Concluderend kan gesteld worden dat nivolumab plus ipilimumab met twee cycli chemotherapie een significante verbetering van de algehele overleving liet zien ten opzichte van chemotherapie alleen. Bovendien had deze behandeling een gunstig risico-batenprofiel. Deze gegevens ondersteunen dit schema als een nieuwe eerstelijnsbehandeling voor patiënten met gevorderd NSCLC.

Referentie

Paz-Ares L, Ciuleanu TE, Cobo M et al.First-line nivolumab plus ipilimumab combined with two cycles of chemotherapy in patients with non-small-cell lung cancer (CheckMate 9LA): an international, randomised, open-label, phase 3 trial. Lancet Oncol. 2021 Feb;22(2):198-211.