Articles

Electieve halsklierdissectie versus observatie van de hals bij patiënten met een mondholtecarcinoom en een klinisch negatieve hals

NTVO - 2015, nummer 6, september 2015

prof. dr. R. de Bree , prof. dr. M.W.M. van den Brekel

(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:247–8)

Lees verder

Robotchirurgie bij hoofd-halskanker

NTVO - 2015, nummer 4, june 2015

P.D. de Veij Mestdagh , prof. dr. M.W.M. van den Brekel , prof. dr. L.E. Smeele

Samenvatting

Transorale robotchirurgie (TORS) is toenemend populair. De operatietechniek kent een aantal voordelen ten opzichte van open of transorale chirurgie, waarvan de belangrijkste zijn het hoge resolutie 3D-zicht op het operatiegebied en het ‘om de hoek’ kunnen werken in 7 vrijheidsgraden, waarbij de hand- en polsbewegingen geschaald worden uitgevoerd door de robotarm met uitfiltering van fysiologische tremor. In de literatuur worden oncologische resultaten beschreven die overeenkomen met andere modaliteiten. Tevens worden in een aantal studies naar behandeling van orofarynxcarcinoom betere functionele resultaten beschreven na TORS, al is het gros van de studies uitgevoerd door een select aantal zeer ervaren onderzoeksgroepen die nauw betrokken waren bij het ontwikkelen van de techniek. In het NKI-AVL wordt TORS gebruikt bij geselecteerde patiënten met lage stadia (I-II) orofarynxcarcinoom, waarbij het doel is toxiciteit te verminderen door lokale radiotherapie te voorkomen. Hoewel TORS een veilige operatietechniek is bij kleine orofarynxcarcinomen, is de meerwaarde van TORS ten opzichte van andere modaliteiten en technieken nog onvoldoende aangetoond. Prospectief onderzoek naar de (kosten)-effectiviteit van de techniek zal de plaats van TORS in het behandelarsenaal van de hoofd-halschirurgie moeten bepalen.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:141–7)

Lees verder