Articles

SMART-syndroom

NTVO - 2019, nummer 7, november 2019

drs. C.M.C. Lemmens , dr. M.J. Vos , prof. dr. M.J.B. Taphoorn , dr. R.E. Hagenbeek

SAMENVATTING

Het ‘SMART-syndroom’, een acroniem voor ‘stroke-like migraine attacks after radiation therapy’, betreft een relatief zeldzame late complicatie van cerebrale radiotherapie bij gliomen. Hierbij treedt jaren na bestraling van de hersentumor bij het merendeel van de patiënten progressieve hoofdpijn op, gevolgd door een spectrum aan unilaterale neurologische uitval tot epileptische insulten. Beeldvorming met MRI-hersenen toont bij deze patiënten verhoogde T2-gewogen signaalintensiteit corticaal met zwelling en contrastlekkage ter plaatse. Bij het stellen van de diagnose dient met name tumorrecidief te worden uitgesloten, hoewel ook andere aandoeningen een vergelijkbaar klinisch beeld kunnen geven. Doorgaans betreft het SMART-syndroom een benigne aandoening die spontaan in remissie treedt binnen enkele maanden. Behandeling dient vooral te zijn gericht op symptoombestrijding en ondersteuning in herstel. De volgende ziektebeschrijving illustreert het optreden van het SMART-syndroom bij een patiënt acht jaar na radiotherapie voor een ganglioneuroblastoom.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2019;16:271–5)

Lees verder

Kwaliteit van de zorg voor patiënten met een glioom: de praktijk getoetst

NTVO - 2018, nummer 4, june 2018

ir. M.A. de Peuter , L. van Baest , drs. H.P. Bienfait , K. Dujardin , drs. M.C.J. Hanse , dr. M.J. Vos , dr. F.Y.F.L. de Vos , drs. V.K.Y. Ho , dr. J.M.M. Gijtenbeek

Samenvatting

In 2014 formuleerde de Landelijke Werkgroep Neuro-Oncologie (LWNO) kwaliteitscriteria voor diagnose, behandeling en begeleiding van patiënten met een primaire hersentumor (glioom). Vorig jaar vond een evaluatie van de klinische praktijk plaats aan de hand van deze criteria, waaraan 59 ziekenhuizen deelnamen. De resultaten tonen belangrijke verschuivingen in de zorg sinds de introductie van de kwaliteitscriteria. De zorg is gecentraliseerd: terwijl in 2014 nog 78% van de respondenten aangaf zich bezig te houden met de complexe zorg aan patiënten met een glioom, is dit percentage in 2017 nog maar 46%. Tegelijkertijd blijkt de verdere professionalisering van het neuro-oncologisch veld uit de toegenomen samenwerking tussen ziekenhuizen. In alle ziekenhuizen die neuro-oncologische zorg aanbieden, worden patiënten in een multidisciplinair overleg (MDO) besproken. Hierbij is het aantal MDO’s dat jaarlijks ten minste 50 nieuwe glioompatiënten bespreekt, gestegen van 56% naar 78%. De screening naar beperkingen en kwaliteit van leven bij patiënten en behoefte aan psychosociale zorg bij patiënten en hun naasten blijft in de meeste ziekenhuizen nog achter, evenals de inrichting van een neuro-oncologisch zorgpad en een spreekuur van de neuro-oncologieverpleegkundige. Inmiddels heeft de LWNO initiatieven in gang gezet om deze punten te verbeteren.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2018;15:134–40)

Lees verder