Articles

Het bevorderen van interdisciplinair onderzoek op het gebied van hoofd-halskanker door een multicenter longitudinale prospectieve cohortstudie: het ‘Netherlands Quality of life and Biomedical Cohort’ (NET-QUBIC) datawarehouse en biobank

NTVO - 2022, nummer 1, february 2022

prof. dr. I.M. Verdonck-de Leeuw , dr. F. Jansen , prof. dr. R.H. Brakenhoff , prof. dr. J.A. Langendijk , prof. dr. R.P. Takes , prof. dr. C.H.J. Terhaard , prof. dr. R.J. Baatenburg de Jong , prof. dr. J.H. Smit , prof. dr. C.R. Leemans

SAMENVATTING

Achtergrond: Wereldwijd worden jaarlijks meer dan 500.000 mensen (in Nederland ruim 3.000) gediagnosticeerd met hoofd-halskanker, een ziekte met grote gevolgen voor de levensverwachting en kwaliteit van leven. Het doel van het ‘Netherlands Quality of life and Biomedical Cohort’ (NET-QUBIC)-project is het bevorderen van interdisciplinair onderzoek dat gericht is op het optimaliseren van diagnose, behandeling en begeleidende zorg voor hoofd-halskankerpatiënten en hun mantelzorgers. Methode: Door middel van een uitgebreid dataverzamelingsprotocol (elektronisch patiëntendossier, patiënt-gerapporteerde uitkomstmaten (‘patient reported outcomes measures’; PROM’s) en veldwerk (interviews en fysieke testen)), worden klinische gegevens en gegevens over kwaliteit van leven, demografische en persoonlijke factoren, psychische (depressie, angst, vermoeidheid, pijn, slaap, mentale aanpassing aan kanker, posttraumatische stress), fysieke (spraak, slikken, mondfunctie, ondervoeding, fysieke fitheid, neurocognitieve functie, seksuele functie) en sociale factoren (sociaal functioneren, sociale ondersteuning, werk, zorggebruik en kosten) en leefstijl (lichaamsbeweging, voeding, roken, alcohol, drugs) verzameld en opgeslagen in het NET-QUBIC-datawarehouse. Een longitudinale biobank is opgebouwd met tumorweefsel, bloed, speeksel en mondspoelsel. In alle deelnemende centra is een infrastructuur voor veldwerk en laboratoriumprotocollen opgesteld. Alle patiënten vullen de PROM’s in vóór de behandeling (baseline) en 3, 6, 12, 24, 36, 48 en 60 maanden na de behandeling. De interviews, fysieke testen en lichaamsmaterialen worden afgenomen op baseline en 6, 12, 24 en 60 maanden follow-up. Het protocol voor mantelzorgers omvat afname van bloed en mondspoelsel op baseline en op hun toegespitste PROM’s, die op dezelfde momenten als die bij patiënten wordt afgenomen. In totaal zijn 739 patiënten en 262 mantelzorgers geïncludeerd in vijf van de acht hoofd-halskankercentra in Nederland. Conclusie: Door onderzoekers toegang te verlenen tot het NET-QUBIC-datawarehouse en -biobank maken we nieuwe onderzoekslijnen mogelijk voor klinisch (bijv. behandelingsoptimalisatie bij oudere patiënten), biologisch (bijv. vroege detectie van tumorrecidief), kwaliteit van leven (bijv. de impact van toxiciteit op de kwaliteit van leven) en interdisciplinair onderzoek (bijv. kwaliteit van leven in relatie tot biomarkers en overleving).

(NED TIJDSCHR ONCOL 2022;19:15-23)

Lees verder

Intraoperatieve beoordeling van resectiemarges met Ramanspectroscopie

NTVO - 2020, nummer 8, december 2020

dr. S. Koljenović , dr. E.M. Barroso , dr. T.C. Bakker Schut , prof. dr. E.B. Wolvius , prof. dr. R.J. Baatenburg de Jong , dr. G.J. Puppels

SAMENVATTING

Radicale tumorresectie is sinds de oudheid het doel van de oncologische chirurgie, toen Galen adviseerde om de hele tumor met alle ‘wortels’ te verwijderen. Voor veel patiënten wordt dit doel helaas ook 2000 jaar later nog niet bereikt. Het is aangetoond dat adequate resectiemarges een significant positief effect hebben op locoregionale controle en overleving. Het gebeurt echter geregeld dat de resectiemarges in- adequaat zijn. Wanneer de chirurg intraoperatieve feedback krijgt over de status van de resectiemarges, kunnen naar verwachting vaker adequate resectiemarges worden verkregen in één chirurgische setting. In dit opzicht is aangetoond dat intraoperatieve beoordeling van resectiemarges op het resectiepreparaat (in het Engels ‘specimen-driven’) superieur is aan intraoperatieve beoordeling van resectiemarges in het wondbed (in het Engels ‘wound bed-driven’). Hoewel intraoperatieve beoordeling de chirurg kan ondersteunen bij het bereiken van volledige tumorresectie heeft het een aantal beperkingen; het is subjectief, arbeidsintensief en logistiek veeleisend. Het is daarom niet realistisch te verwachten dat het breed zal worden geaccepteerd als een standaard in de zorg. Om deze belemmeringen het hoofd te bieden is een objectieve en accurate techniek nodig die eenvoudig in gebruik is. In dit artikel wordt beknopt de intraoperatieve beoordeling van resectiemarges op het resectiepreparaat beschreven, zoals toegepast bij operaties van het mondholteplaveiselcelcarcinoom, en de daarmee gepaard gaande toename in het percentage adequate operaties. Vervolgens wordt besproken hoe deze intraoperatieve beoordelingen verder kunnen worden verbeterd en vereenvoudigd met behulp van Ramanspectrosopie.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:294-300

Lees verder

Intra-operatieve fluorescente beeldvorming: een nieuwe kijk op oncologische chirurgie

NTVO - 2014, nummer 5, august 2014

dr. S. Keereweer , prof. dr. C.W.G.M. Lowik , dr. A.L. Vahmeijer , prof. dr. R.J. Baatenburg de Jong

Samenvatting

Voorafgaand aan een oncologische operatie heeft de oncoloog vele beeldvormende technieken tot zijn beschikking om de uitgebreidheid van een tumor in kaart te brengen. Tijdens de operatie is de chirurg bij het bepalen van de resectiemarge echter aangewezen op het visuele en palpatoire aspect van de tumor. Fluorescente beeldvorming is een nieuwe techniek waarbij tumorspecifieke fluorescente stoffen bij patiënten worden geïnjecteerd die met speciale camerasystemen tijdens de operatie zichtbaar kunnen worden gemaakt. Op die manier kan beter onderscheid worden gemaakt tussen gezond en aangedaan weefsel, wat uiteindelijk kan leiden tot snellere, betere en goedkopere oncologische gezondheidszorg. In dit artikel wordt een overzicht gepresenteerd van de mogelijkheden en de te verwachten ontwikkelingen van fluorescentiegeleide chirurgie voor de dagelijkse praktijk van de oncologisch chirurg.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2014;11:182–6)

Lees verder

PRO-ARTIKEL: Glottis-larynxcarcinoom: pro-laser

NTVO - 2012, nummer 6, september 2012

dr. E.V. Sjögren , dr. A.P.M. Langeveld , prof. dr. R.J. Baatenburg de Jong

 

(NED TIJDSCHR ONCOL 2012;9:277–9)

Lees verder