Minder toxisch TPEx-regime nieuwe therapie bij recidief of uitgezaaid hoofd-halskanker

oktober 2019 ASCO 2019 Willem van Altena

Presentatie door: Joël Guigay, MD, Antoine Lacassagne Comprehensive Cancer Centre, Université Côte d’Azur, Nice, Frankrijk. Gehouden tijdens ASCO 2019 in Chicago, USA, 31 mei 2019.

Inleiding

Een gerandomiseerde studie waarin het TPEx-regime (docetaxel-cisplatine-cetuximab) werd vergeleken met het standaard EXTREME-regime (5-FU-platinum-cetuximab) toonde bemoedigende overlevingsdata voor het TPEx-regime. De onderzoekers betogen dat het taxaan-bevattende TPEx-regime, met een kortere chemotherapiebehandeling en een significant lagere toxiciteit dan het EXTREME-regime, een nieuwe optie is voor de eerstelijnsbehandeling van gerecidiveerd/gemetastaseerd plaveiselcelcarcinoom van het hoofd-halsgebied.

Achtergrond

Het EXTREME-regime is de standaard systemische eerstelijnsbehandeling van gerecidiveerd/gemetastaseerd plaveiselcelcarcinoom van het hoofd-halsgebied (‘recurrent/metastatic head and neck squamous cell carcinoma’, R/M HNSCC). In 2015 werden de veelbelovende resultaten van de fase II GORTEC-studie gepubliceerd, waarin TPEx leidde tot een mediane totale overleving (‘overall survival’, OS) van 14,0 maanden.1 Het taxaan-bevattende TPEx-regime vereist minder chemotherapiecycli en is mogelijk effectiever en minder toxisch dan EXTREME. De rol van taxaan in plaats van 5-FU in deze setting zal moeten worden bevestigd door een directe vergelijking van TPEx met het EXTREME-regime.

Methoden

Aan de TPExtreme-studie namen R/M HNSCC-patiënten tussen de 18 en 70 jaar, die niet in aanmerking kwamen voor een locoregionale behandeling, deel. Verdere inclusiecriteria waren een performancestatus van 0 of 1, een creatinineklaring >60 ml/min, eerdere cisplatine-behandeling ≤300 mg/m2 en geen eerdere anti-EGFR-therapie in het jaar voorafgaand aan de studie.2 Patiënten werden gerandomiseerd (1:1) tussen de referentiebehandeling EXTREME (6 cycli Q3W; cetuximab-onderhoud 250 mg/m2/week; n=270) of het TPEx-regime (4cycli Q3W; cetuximab-onderhoud 500 mg/m2/2 weken; n=269). Cetuximab-onderhoudsbehandeling werd gegeven totdat ziekteprogressie of onacceptabele toxiciteit optrad. Het primaire eindpunt was OS; secundaire eindpunten waren onder andere progressievrije overleving (‘progression-free survival’, PFS), objectieve respons (‘objective response rate’, ORR) na 12 weken, verdraagzaamheid en therapietrouw.

Resultaten

De mediane follow-up bedroeg 31,6 maanden in de EXTREME-arm en 32,6 maanden in de TPEx-arm. Patiënten in de TPEx-arm hadden een mediane OS van 14,5 maanden vergeleken met 13,4 maanden in de EXTREME-arm (HR 0,87 [95%-BI 0,71-1,05; p=0,15]). De onderzoekers schrijven dit gebrek aan significantie toe aan een hoger dan verwachte OS in de referentiegroep, met als gevolg een daling van de studiepower. Er was ook geen significant verschil in PFS; deze was in beide armen circa 6 maanden (HR 0,88 [95%-BI 0,74-1,06; p=0,17]). De ORR na 12 weken was 46% in de TPEx-arm en 40% in de EXTREME-arm.

In de EXTREME-arm had 8% van de patiënten geen of graad 1/2-bijwerkingen tegenover 19% voor TPEx. Het percentage patiënten met graad ≥4-bijwerkingen bedroeg 51% in de EXTREME-arm en 36% in de TPEx-arm (p<0,001). Het toxiciteitsprofiel was zoals verwacht. De meest voorkomende graad ≥3-bijwerkingen waren neutropenie (EXTREME 49%, TPEx 24%), leukopenie (EXTREME 38%, TPEx 23%), verstoring in het magnesiummetabolisme (EXTREME 22%, TPEx 13%) en braken (EXTREME 11%, TPEx 4%). Wat de therapietrouw betreft, ontving 44% in de EXTREME-arm alle cycli chemotherapie versus 72% in de TPEx-arm. Vertragingen in de toediening van EXTREME kwamen vaker voor (27%) dan bij TPEx (10%).

Conclusie

Deze grote gerandomiseerde studie bevestigt de veelbelovende resultaten van het TPEx-regime in de fase II GORTEC-studie. Er werd geen significante verlenging van OS waargenomen. Wel resulteerde het TPEx-regime in minder cycli chemotherapie en minder toxiciteit dan het EXTREME-regime. Op basis van deze resultaten concludeert Guigay dat TPEx een mogelijke nieuwe optie is voor de eerstelijnsbehandeling van R/M HNSCC-patiënten.

Referenties

1. Guigay J, Fayette J, Dillies AF, et al. Cetuximab, docetaxel, and cisplatin as first-line treatment in patients with recurrent or metastatic head and neck squamous cell carcinoma: a multicenter, phase II GORTEC study. Ann Oncol 2015;26:1941-7.
2. Guigay J, Fayette J, Mesia R, et al. TPExtreme randomized trial: TPEx versus Extreme regimen in 1st line recurrent/metastatic head and neck squamous cell carcinoma (R/M HNSCC). Gepresenteerd tijdens ASCO 2019; abstract 6002.