De sterfte aan borstkanker onder vrouwen is de laatste jaren sterk gedaald, dankzij verbeterde vroege diagnostiek en nieuwe behandelmethoden. Maar 1 op de 100 borstkankerdiagnoses wordt gesteld bij mannen, en voor hen is het nieuws minder rooskleurig. Een recente studie uit Boston (Verenigde Staten) die is gepubliceerd in het Journal of the National Cancer Institute laat zelfs zien dat de overleving in de afgelopen 30 jaar vrijwel niet verbeterd is.
Veel van de gunstige ontwikkelingen als het gaat om borstkanker bij vrouwen zijn toe te schrijven aan de verbeterde screeningsmethoden, en aan bevolkingsonderzoeken die ervoor zorgen dat borstkanker vaak al in een vroeg stadium ontdekt wordt. Ook voorlichtingscampagnes, waarbij vrouwen wordt geleerd om zelf hun borsten te onderzoeken spelen een rol. Maar voor mannen bestaan die campagnes niet, en evenmin is er een bevolkingsonderzoek. Dat betekent dat borstkanker bij mannen vaak pas ontdekt wordt als er symptomen optreden, en doorgaans is er dan al sprake van een gevorderd stadium.
Een ander probleem is dat er zeer weinig klinische studies uitgevoerd worden bij mannen met borstkanker. De behandelpraktijk is daarom min of meer dezelfde als bij vrouwen, maar er is onvoldoende onderzocht of dat daadwerkelijk effectief is. Er bestaan immers fysiologische verschillen tussen mannen en vrouwen en mogelijk zijn er ook verschillen in de biologie van de tumor.
Onderzoeker José Leone en zijn team hebben een grootschalige retrospectieve studie uitgevoerd bij 8.481 mannelijke borstkankerpatienten in de V.S., die in verschillende groepen werden ingedeeld op basis van het jaar waarin de diagnose was gesteld: 1988-1997, 1998-2007 en 2008-2017. Tijdens die drie perioden was de vijfjaarsoverleving onder mannen met borstkanker respectievelijk 83,69%, 83,78% en 84,41%. Met andere woorden: tussen 1988 en 2017 is de overleving nauwelijks verbeterd.
De onderzoekers maakten ook onderscheid naar gelang het stadium van de borstkanker, van stadium I tot IV. Het bleek dat er nauwelijks verbetering te zien was, in welk stadium de kanker dan ook werd gediagnosticeerd. Een kleine verbetering was er wel bij mannen die in stadium III of IV gediagnosticeerd werden, wat volgens de auteurs wellicht komt door verbetering van de chemotherapie, de standaardbehandeling voor gevorderde borstkanker.
Beperkende factoren bij de analyse zijn het feit dat er geen informatie is verwerkt over de andere behandelingen die de patiënten hebben gekregen, en dat er een follow-up gold van slechts vijf jaar. De onderzoekers bevelen aan om studies, specifiek gericht op borstkanker bij mannen in meerdere landen uit te voeren. Mogelijk openen die de weg naar behandelingen die beter aansluiten op mannelijke patiënten, en verbetert daardoor de overleving.
Referentie