SAMENVATTING

Het huidige behandelspectrum van gemetastaseerd hormoongevoelig prostaatcarcinoom (mHSPC) omvat systemische ‘doublet’-, en ‘triplet’-therapieën van androgeendeprivatietherapie (ADT) met de nieuwe klasse antiandrogenen, de ‘androgen receptor pathway inhibitors’ (ARPI’s), zo mogelijk gecombineerd met docetaxel bij chemotherapie-fitte patiënten. Onder ARPI vallen de androgeensyntheseremmer abirateron en de androgeenreceptorblokkers enzalutamide, apalutamide en darolutamide. Op basis van de consistent aangetoonde sterk verbeterde overlevingswinst van ADT met ARPI’s (+/-docetaxel) ten opzichte van de combinatie van ADT met docetaxel, adviseren de internationale en Europese richtlijnen in 2023 en 2024 eerstelijnsinzet van ARPI’s bij mHSPC. De Nederlandse richtlijnen hebben deze recente ontwikkelingen nog niet overgenomen. Recente meta-analyses tonen aan dat de verschillende ARPI’s aanzienlijke verschillen vertonen in behandelingsgerelateerde toxiciteit, geneesmiddelinteracties en in de impact op specifieke patiëntengroepen, zoals ouderen en patiënten met cardiovasculaire risico’s. Dit artikel staat stil bij hoe de huidige Nederlandse richtlijnen en het financieel gedreven restrictieve ARPI-voorschrijfbeleid niet langer stroken met de stand van de wetenschap en praktijk. Daarom is het essentieel dat behandelaren een weloverwogen keuze maken tussen de beschikbare ARPI’s via gedeelde besluitvorming met de patiënt. Bij gelijkwaardige geschiktheid wordt geadviseerd de goedkoopste ARPI te kiezen.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2025;22:76–84)