SAMENVATTING

Hormoontherapie is de meest gebruikte modaliteit bij de behandeling van vroege borstkanker. In theorie zou deze behandeling al op de dag van diagnose kunnen worden geïnitieerd, maar in de praktijk wordt deze vaak uitgesteld tot na het voltooien van operatie, chemotherapie en/of radiotherapie. Deze handelwijze is gebaseerd op preklinisch onderzoek waarin een mogelijk antagonisme tussen hormoontherapie en chemotherapie werd beschreven, gevolgd door verscheidene klinische onderzoeken die dit bevestigen. Uit deze klinische onderzoeken bleek echter geen significant verschil in totale overleving of ziektevrije overleving tussen gelijktijdige of sequentiële toediening van hormoon-chemotherapie. Evenmin werden verschillen in toxicitieit gezien tussen de gecombineerde of gefaseerde behandeling. Desondanks werd, op basis van preliminaire resultaten die af leken te stevenen op een significant verschil ten voordele van sequentiële toediening, in de klinische praktijk een dogmatische verandering teweeggebracht. Wij hebben een literatuuronderzoek verricht om de beschikbare gegevens samen te vatten. Hieruit blijkt dat gelijktijdige toediening van hormonale en chemotherapie minstens gelijkwaardig is ten opzichte van sequentiele toediening en er mogelijk zelfs voordeel van gelijktijdige behandeling kan zijn. In het bijzonder bij het gelijktijdig toedienen van aromataseremmers en chemotherapie worden veelbelovende resultaten ten aanzien van klinische respons bereikt. Wij vinden daarom dat gelijktijdige chemo-hormonale therapie kan worden overwogen als standaard behandelstrategie bij hormoongevoelige borstkanker.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:301-6)