Articles

Directe orale anticoagulantia bij kankergeassocieerde veneuze trombo-embolie

NTVO - 2018, nummer 1, february 2018

dr. P.L. den Exter , drs. T. van der Hulle , dr. F.A. Klok , prof. dr. M.V. Huisman

Samenvatting

Veneuze trombo-embolie (VTE) is een frequent voorkomende complicatie bij patiënten met kanker. De oorzaak voor de tromboseneiging bij kankerpatiënten is multifactorieel, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor specifiek door tumorcellen geïnduceerde activatie van de stolling. De behandeling van VTE in de oncologische populatie wordt bemoeilijkt door een sterk verhoogde recidiefkans als ook een hoog risico op bloedingscomplicaties van de antistollingsbehandeling, in vergelijking met de algemene populatie. Klinische studies hebben uitgewezen dat bij patiënten met kanker laagmoleculairgewichtheparines (LMWH) effectiever zijn in de preventie van recidief-VTE dan behandeling met vitamine-K-antagonisten. De langdurige noodzaak tot subcutane injecties, dat frequent wordt gecompliceerd door lokale spuitinfiltraten, vormt echter een belangrijk nadeel van deze behandeling. De nieuwe generatie directe orale anticoagulantia (DOAC’s), die geen noodzaak tot monitoring kennen en in vaste dosering kunnen worden voorgeschreven, vormen daarom een aantrekkelijk alternatief. Kankerpatiënten zijn echter ondervertegenwoordigd in de tot nu toe uitgevoerde studies die de effectiviteit en veiligheid van DOAC’s hebben onderzocht. Bovendien werd in deze studies geen vergelijking met LMWH gemaakt. De resultaten van studies naar DOAC’s die in de kankerpopulatie worden uitgevoerd, dienen daarom te worden afgewacht voordat deze therapie als alternatief voor LMWH kan worden toegevoegd aan de behandeling van kanker-gerelateerde VTE.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2018;15:9–14)

Lees verder

De ‘timed up-and-go’-test als voorspeller van het postoperatief complicatierisico bij oncogeriatrische patiënten

NTVO - 2014, nummer 5, august 2014

prof. dr. M.V. Huisman , prof. dr. G.H. de Bock , dr. G. Ugolini , dr. I. Montroni , dr. J. Spiliotis , drs. C. Stabilini , drs. N. de Liguori Carino , drs. E. Farinella , prof. dr. R.A. Audisio , prof. dr. B.L. van Leeuwen

Samenvatting

Vanwege de vergrijzing en de daarmee toenemende incidentie van kanker groeit de groep onco-geriatrische patiënten snel. Deels betreft dit een kwetsbare groep met een verhoogde kans op postoperatieve complicaties. Het is belangrijk om preoperatief te kunnen vaststellen wie kwetsbaar is voor het ontwikkelen van deze complicaties, om zo eventuele interventies ter preventie te kunnen inzetten. De ‘geriatric assessment’ (GA) wordt gebruikt om ouderen te evalueren om zo gebieden van kwetsbaarheid te detecteren. Het is een tijdrovend instrument. Daarom worden korte screeningsmethoden gezocht waarmee deze kwetsbare patiënten preoperatief kunnen worden geïdentificeerd. In dit onderzoek werden de ‘timed up-and-go’ (TUG) en de ‘American Society of Anesthesiology’ (ASA)-classificatie onderzocht als voorspellers van ernstige postoperatieve complicaties binnen 30 dagen, waaronder mortaliteit, bij patiënten van 70 jaar en ouder met de verdenking op een maligniteit. De TUG, een korte test om mobiliteit, spierkracht en coördinatie te testen, bleek het risico op ernstige postoperatieve complicaties binnen 30 dagen te kunnen voorspellen (TUG >20 seconden: absoluut risico 52,1% en oddsratio 5,21). De ASA-classificatie, die oorspronkelijk wordt gebruikt om preoperatief de fysieke toestand van een patiënt te classificeren, was minder overtuigend voorspellend voor ernstige postoperatieve complicaties (ASA ≥3: absoluut risico 27,2% en oddsratio 2,51). Het risico op 30-dagen-mortaliteit kon niet worden voorspeld door de TUG of ASA-classificatie. Het gebruik van de TUG in de dagelijkse praktijk lijkt mogelijk een goede strategie om onco-geriatrische patiënten met een verhoogd complicatierisico te identificeren, zodat bij deze patiënten een GA kan worden afgenomen en gericht preoperatieve interventies kunnen worden ingezet.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2014;11:187–94)

Lees verder