Articles

Orgaansparende behandeling van slokdarmcarcinoom

NTVO - 2019, nummer 2, march 2019

drs. B.M. Eyck , drs. B.J. van der Wilk , dr. M.C.W. Spaander , dr. R. Valkema , dr. S.M. Lagarde , prof. dr. B.P.L. Wijnhoven , prof. dr. J.J.B. van Lanschot

Samenvatting

De huidige in opzet curatieve behandeling van een lokaal gevorderd slokdarmcarcinoom bestaat uit neo adjuvante chemoradiatie gevolgd door een slokdarmresectie. Bij ongeveer een derde van deze patiënten wordt tijdens pathologisch onderzoek van het resectiepreparaat geen tumorresidu meer teruggevonden. Bij deze patiënten kan standaardresectie mogelijk achterwege worden gelaten. Tijdens klinische responsevaluaties tot 12 weken na neoadjuvante chemoradiatie kan een tumorresidu gedefnieerd als meer dan 10% tumorcellen (TRG3–4) met een nauwkeurigheid van 90% worden aangetoond door middel van een combinatie van PET-CT, endoscopie met ‘bite-on-bite’-biopsie en endo-echografe met dunnenaaldbiopsie van verdachte lymfeklieren. Bovendien worden bij 10% van de patiënten afstandsmetastasen gedetecteerd door middel van PET-CT tijdens deze klinische responsevaluaties. Deze set van diagnostische modaliteiten kan potentieel worden gebruikt tijdens actieve surveillance bij patiënten met een slokdarmcarcinoom. Momenteel wordt in de gerandomiseerde Franse ESOSTRATE- en Nederlandse SANO-onderzoeken actieve surveillance vergeleken met standaardresectie bij patiënten met een lokaal gevorderd slokdarmcarcinoom en een klinisch complete respons op neoadjuvante chemoradiatie.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2019;16:61–8)

Lees verder

Nauwkeurigheid van het aantonen van tumorrest na neoadjuvante chemoradiotherapie bij het oesofaguscarcinoom: de preSANO-trial

NTVO - 2015, nummer 2, march 2015

drs. B.J. Noordman , drs. J. Shapiro , dr. M.C.W. Spaander , prof. dr. K.K. Krishnadath , prof. dr. H.W.M. van Laarhoven , dr. M.I. van Berge Henegouwen , dr. G.A.P. Nieuwenhuijzen , prof. dr. R. van Hillegersberg , dr. M.N. Sosef , prof. dr. E.W. Steyerberg , prof. dr. B.P.L. Wijnhoven , prof. dr. J.J.B. van Lanschot

Samenvatting

Inleiding: Sinds de publicatie van de CROSS-trial bestaat de in opzet curatieve behandeling voor patiënten met een oesofaguscarcinoom uit neoadjuvante chemoradiotherapie (nCRT) gevolgd door een slokdarmresectie. Nadere analyse van de resultaten van de CROSS-trial toonde aan dat er bij 29% van de patiënten die nCRT hadden ondergaan, sprake was van een pathologisch complete respons in het resectiepreparaat. Deze bevindingen hebben ertoe geleid dat de timing en de indicatie om (alle) patiënten na nCRT te opereren ter discussie staat. Voordat een beleid van ‘active surveillance’ bij patiënten zonder aantoonbare tumorrest in een klinisch onderzoek kan worden bestudeerd, moet eerst worden aangetoond dat aan- of afwezigheid van tumorrest met grote betrouwbaarheid kan worden vastgesteld.

Methoden: De preSANO-trial is een multicentrum, prospectief haalbaarheidsonderzoek, gericht op patiënten met een in opzet curatief te behandelen slokdarmcarcinoom. Zes weken na het einde van de nCRT wordt de klinische respons beoordeeld door middel van endoscopie met biopsieën en endosonografie (eerste ‘clinical response evaluation’; CRE-I). Patiënten met vitale tumorcellen in de biopten ondergaan direct aansluitend een slokdarmresectie. Patiënten zonder vitale tumorcellen in de biopten komen in aanmerking voor een uitgestelde resectie, 12–14 weken na het einde van de nCRT. Eén week voorafgaand aan de uitgestelde operatie volgt een tweede diagnostisch traject (CRE-II) ter beoordeling van de respons, bestaande uit een PET-CT-scan, gevolgd door endoscopie met biopsieën, endosonografie en fijnenaaldaspiratie van PET-positieve laesies en/of verdachte lymfeklieren. Alle patiënten ondergaan vervolgens een resectie, tenzij alsnog afstandsmetastasering wordt vastgesteld. De primaire uitkomstmaat van dit onderzoek is de correlatie tussen de klinische respons bij CRE-I en CRE-II, en de pathologische respons in het resectiepreparaat.

Discussie: Als uit de huidige preSANO-trial blijkt dat de aan- of afwezigheid van tumorrest nauwkeurig kan worden vastgesteld, zal in een multicentrum gerandomiseerd vervolgonderzoek (SANO-trial; ‘Surgery As Needed for Oesophageal cancer trial’) worden onderzocht of patiënten met een klinisch complete respons na nCRT baat hebben bij een ‘active surveillance’-beleid.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:78–84)

Lees verder