Articles

Onderste deel tractus digestivus: colorectaal carcinoom

NTVO - jaargang 22, nummer 3, juli 2025

drs. I.A. Franken , drs. L.P. Smabers , drs. R.A. Lunenberg , drs. D. Al-Toma , dr. J.M.L. Roodhart , dr. R.J.J.M. Kwakman , prof. dr. M.P.W. Intven , dr. G.M. Bol , prof. dr. M. Koopman

SAMENVATTING

In dit overzichtsartikel belichten we de belangrijkste studies naar colorectaal carcinoom (CRC) en plaatsen we deze in de context van de huidige standaardzorg. De behandeling van CRC verschuift naar een meer gepersonaliseerde aanpak, waarbij tumorbiologie en individuele patiëntkenmerken centraal staan. Microsatellietstabiliteit (MSS)-status speelt een cruciale rol in de prognose en respons op therapie. Stadium III- en MSS-stadium II-colontumoren hebben baat bij adjuvante chemotherapie, met een kortere behandelduur om toxiciteit te minimaliseren. Voor stadium II-III rectumcarcinoom zijn neoadjuvante combinaties van (chemo)radiatie en chemotherapie veelbelovend in het verminderen van chirurgische resecties. Er is nog meer onderzoek nodig om de rol van immuuntherapie in de standaardbehandeling voor stadium II-III microsatelliet- instabiel (MSI) CRC te bepalen. Voor het gemetastaseerd CRC bieden lokale therapieën, zoals radio-embolisatie, thermale ablatie en levertransplantatie, nieuwe mogelijkheden voor levermetastasen, ook wanneer chirurgische resectie niet mogelijk is. In de systemische behandeling van het gemetastaseerd CRC komen steeds meer nieuwe doelgerichte therapieën beschikbaar voor specifieke subtypen, zoals HER2- en BRAF-remmers. Deze doelgerichte therapie verschuift richting de eerste lijn. Innovaties in DNA-‘sequencing’ en circulerend tumor-DNA (ctDNA)-analyse hebben de potentie om de selectiviteit en monitoring van behandelingen verder te verbeteren. Deze vooruitgang maakt het mogelijk om behandelingen in de toekomst beter af te stemmen op tumoreigenschappen en patiëntkenmerken.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2025;22:127-34)

Lees verder

Orgaansparende behandeling van endeldarmkanker: kort schema bestralingen met verschillende aanvullende behandelingen

NTVO - jaargang 22, nummer 1, maart 2025

drs. S.E.N. de Vries , dr. A.M. Couwenberg , prof. dr. C.A.M. Marijnen , prof. dr. G.L. Beets , dr. J.W.A. Burger , dr. M. Chalabi , dr. J.W.B. de Groot , prof. dr. M.P.W. Intven , dr. H.M.U. Peulen , dr. J.M.L. Roodhart , prof. dr. J.H.W. de Wilt , dr. B.A. Grotenhuis

SAMENVATTING

De invoering van darmkankerscreening heeft geleid tot een aanzienlijke toename in het aantal diagnoses van vroegstadium-rectumcarcinoom. Hoewel de standaardbehandeling, totale mesorectale excisie (TME)-chirurgie, oncologisch zeer effectief is, heeft deze ingreep vaak forse consequenties voor patiënten. Door de postoperatieve morbiditeit en het risico op een (permanent) stoma, maar ook de kans op functionele klachten en verminderde kwaliteit van leven op de lange termijn, is er een dringende behoefte aan studies die gericht zijn op orgaansparende behandelingen voor het vroegstadium-rectumcarcinoom. De vraag hiernaar neemt toe onder zowel artsen als patiënten, mede door opkomend bewijs van de oncologische veiligheid en de verbetering in kwaliteit van leven die een orgaansparende behandeling kan bieden.

De STARTREC-3-studie onderzoekt prospectief drie parallelle behandelstrategieën voor patiënten met vroeg tot vroeg-intermediair rectumcarcinoom (cT1-3abN0/N1 (≤3 klieren ≤8 mm)) met een wens voor orgaansparing. De deelnemende ziekenhuizen hebben voorafgaand aan de studie aangegeven in welke behandelgroep zij patiënten zullen includeren. Alle patiënten beginnen met een kort schema uitwendige bestralingen (25 Gy in 5 fracties), gevolgd door één van de drie aanvullende behandelingen: 1) interne ‘boost’-bestralingen met contact X-ray brachytherapie (CXB), 2) een bestralings-‘boost’ met externe MR-gestuurde radiotherapie (EBRT), of 3) drie cycli CAPOX-chemotherapie. Op vaste tijdstippen wordt de respons beoordeeld om te bepalen of orgaansparing haalbaar is. De primaire uitkomst van de studie is het percentage patiënten dat na twee jaar succesvol orgaansparend is behandeld. Secundaire uitkomsten zijn onder andere de toxiciteit gerelateerd aan de aanvullende behandeling, kwaliteit van leven en zowel functionele als oncologische resultaten.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2025;22:37–40)

Lees verder

De MEND-IT-studie

NTVO - jaargang 20, nummer 4, september 2023

drs. K. van den Berg , drs. D.M.J. Creemers , drs. E. Banken , dr. E.L.K. Voogt , dr. T.E. Buffart , prof. dr. H.M.W. Verheul , dr. E.C. Gootjes , dr. J.W.B. de Groot , prof. dr. C. Verhoef , dr. J. Melenhorst , dr. J.M.L. Roodhart , prof. dr. J.H.W. de Wilt , dr. H.L. van Westreenen , drs. A.G.J. Aalbers , dr. ir. M. van ’t Veer , prof. dr. C.A.M. Marijnen , drs. J. Vincent , dr. L.H.J. Simkens , drs. N.A.J.B. Peters , dr. M. Berbée , drs. I.M. Werter , dr. P. Snaebjornsson , dr. E. van Meerten , dr. H.M.U. Peulen , dr. G. van Lijnschoten , dr. M.J. Roef , dr. G.A.P. Nieuwenhuijzen , dr. J.G. Bloemen , drs. J.M.W.E. Willems , dr. I.E.G. van Hellemond , dr. G.J.M. Creemers , dr. J. Nederend , prof. dr. H.J.T. Rutten , dr. J.W.A. Burger

SAMENVATTING

Neoadjuvante chemoradiotherapie voorafgaand aan chirurgie is voor een deel van de patiënten met een lokaal voortgeschreden rectumcarcinoom onvoldoende om terugkeer van ziekte te voorkomen. Mogelijk geldt dit in het bijzonder voor patiënten met een zogenoemde ‘lelijke’ primaire tumor. Specifieke radiologische kenmerken die zijn geassocieerd met een hoog risico op terugkeer van ziekte betreffen: tumorinvasie door de mesorectale fascie (MRF), graad IV extramurale veneuze invasie (EMVI), uitgebreide extramesorectale (laterale) lymfeklieren (noduli) en tumordeposities. Recente studies laten zien dat het toevoegen van chemotherapie aan de neoadjuvante behandeling van het lokaal gevorderd rectumcarcinoom leidt tot betere tumorrespons. Dit leidde echter niet tot een betere overleving of tot een lager lokaal recidiefpercentage. Bovendien is onduidelijk welke patiënten baat hebben bij intensieve voorbehandeling en welke patiënten onnodig worden blootgesteld aan de risico’s van chemotherapie. In de MEND-IT-studie wordt onderzocht of de respons bij patiënten met een hoogrisico- lokaal voortgeschreden rectumcarcinoom kan worden gemaximaliseerd met behulp van uitgebreide neoadjuvante behandeling, bestaande uit triplet chemotherapie (FOLFOXIRI; 5-fluorouracil, leucovorine, oxaliplatine en irinotecan) voorafgaand aan chemoradiotherapie.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2023;20:172–6)

Lees verder