Articles

De rol van HIPEC in de behandeling van het ovariumcarcinoom

NTVO - 2018, nummer 4, june 2018

drs. S.N. Koole , prof. dr. G.S. Sonke , dr. W.J. van Driel

Samenvatting

Meer dan 75% van de patiënten met ovariumcarcinoom heeft ten tijde van de diagnose metastasen op het peritoneum. Ondanks maximale behandeling met resectie van alle zichtbare tumoren en (neo)adjuvante intraveneuze chemotherapie, bedraagt de kans op een recidief binnen twee jaar 80%. De vijfen tienjaarsoverleving van patiënten met een hoog stadium ovariumcarcinoom in Nederland zijn 38% en 27%. Nieuwe behandelstrategieën gericht op een langer ziektevrij interval, minder recidieven en betere overleving zijn daarom van groot belang.

Het toevoegen van intraperitoneale (IP) chemotherapie aan de reguliere intraveneuze chemotherapie geeft een verbeterde overleving na een primaire ‘debulking’ bij patiënten met ovariumcarcinoom stadium III. Deze behandeling gaat echter gepaard met meer gastro-intestinale en renale bijwerkingen dan intraveneuze chemotherapie en geeft bovendien kans op kathetergerelateerde complicaties. Veel patiënten stoppen daardoor vroegtijdig met deze intraperitoneale behandeling. Hypertherme intraperitoneale chemotherapie (HIPEC) is een andere methode om chemotherapie intraperitoneaal toe te dienen. Hierbij wordt tijdens de operatie eenmalig gespoeld met verwarmde chemotherapie.

In andere Europese landen wordt HIPEC al geruime tijd toegepast bij patiënten met ovariumcarcinoom, hoewel gerandomiseerde studies naar de effectiviteit en veiligheid tot voor kort ontbraken. De OVHIPEC-studie is een Nederlandse gerandomiseerde studie naar het effect van HIPEC bij vrouwen met een FIGO-stadium III-ovariumcarcinoom en een indicatie voor interval-’debulking’ na neoadjuvante chemotherapie. De toename in recidiefvrije en totale overleving na HIPEC die deze studie liet zien, vormt de basis voor implementatie van HIPEC voor deze specifieke groep patiënten.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2018;15:127–33)

Lees verder