Articles

Thoracale lymfadenopathie bij een testistumor: valkuilen in de diagnostiek

NTVO - 2022, nummer 1, february 2022

dr. G. Bosmans , dr. G. Ruiter , dr. H. van Boven , dr. J.M. Kerst

SAMENVATTING

Een destijds 41-jarige man werd in 2016 behandeld met platinum-bevattende chemotherapie vanwege stadium IIA non-seminoma (status na inguïnale orchidectomie links met in de pathologische analyse overwegend embryonaalcelcarcinoom). Na het bereiken van complete remissie werd gedurende de follow-up op 60 maanden met een CT-scan recidief klierpathologie links paraaortaal gezien, maar ook vrij diffuse bilaterale lymfadenopathie hilair en mediastinaal. De diagnose recidief kiemceltumor werd overwogen, maar gezien het opvallende thoracale radiologische beeld werd ook een granulomateuze aandoening overwogen. Door middel van aanvullend onderzoek in de vorm van FDG-PET-scanning en endobronchiale ultrasound (EBUS) werd de nevendiagnose sarcoïdose gesteld. Bekend is dat er een relatie lijkt te bestaan tussen het voorkomen van testistumoren en sarcoïdose, echter een belangrijke factor in de interpretatie hierin is ‘surveillance bias’. Ongeacht het verband is het belangrijk om granulomateuze ontstekingen in de differentiaaldiagnose te overwegen en is alertheid geboden bij stadiëring en follow-up.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2022;19:31-4)

Lees verder

Immuuntherapie voor urotheelcelcarcinoom: einde van een patstelling?

NTVO - 2016, nummer 7, november 2016

dr. M.S. van der Heijden , dr. J.M. Kerst , dr. B.W.G. van Rhijn

Samenvatting

De prognose van gemetastaseerd urotheelcelcarcinoom is somber. Bij progressie tijdens of na platinumbevattende chemotherapie zijn er geen standaard behandelmogelijkheden. Hierin is verandering gekomen met de introductie van immuuntherapie. In een recente fase 2-studie met het middel atezolizumab (anti-PD-L1) werd een respons gezien bij 15% van de gehele populatie en 26% van de patiënten met een PD-L1-positieve tumor. Na mediaan 1 jaar follow-up hebben de meeste responderende patiënten nog steeds ziektecontrole. Verschillende andere middelen gericht tegen PD-1 of PD-L1 worden momenteel getest in de perioperatieve en de gemetastaseerde setting.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2016;13:248–53)

Lees verder

Klinisch stadium I testiscarcinoom: waakzaam wachten of adjuvante chemotherapie?

NTVO - 2016, nummer 6, september 2016

dr. J.M. Kerst , dr. M.S. van der Heijden , dr. A.M. Bergman

Samenvatting

Het testiscarcinoom, de meest voorkomende vorm van kanker bij jonge mannen, presenteert zich in twee derde van de gevallen in klinisch stadium I (in laboratoriumonderzoek normale tumormarkers en bij beeldvorming geen regionale of afstandsmetastasen).

In geval van klinisch stadium I seminoma testis is decennialang adjuvante para-aortale radiotherapie de standaardbehandeling geweest. Inmiddels is waakzaam wachten gebruikelijk, terwijl op indicatie (afhankelijk van prognostische factoren) de mogelijkheid van adjuvante chemotherapie (eenmalig carboplatine AUC 7) kan worden overwogen, met een aanzienlijke reductie van de kans op recidief.

In geval van klinisch stadium I non-seminoma testis is waakzaam wachten de algemeen geaccepteerde benadering. De laatste jaren wordt in toenemende mate de mogelijkheid van adjuvante chemotherapie besproken (1 cyclus bleomycine-etoposide-cisplatine) bij mannen met een hoogrisicoziekte (aanwezigheid van lymfangio-invasieve groei in de primaire tumor) zonder comorbiditeit. Ook hier kan een substantiële reductie van de kans op recidief worden bereikt.

De voor- en nadelen van adjuvante chemotherapie worden besproken.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2016;13:212–7)

Lees verder

Kanker-geassocieerde trombotische microangiopathie

NTVO - 2015, nummer 5, august 2015

drs. D.H.H. Ubachs , dr. J.M. van Dieren , dr. D. van den Broek , drs. J. ten Cate , dr. J.M. Kerst

Samenvatting

Doel en achtergrond: Zoeken naar aanknopingspunten voor de diagnostiek en behandeling van ‘cancer-associated thrombotic microangiopathy’ (CA-TMA).

Methoden: Beschrijving van 2 casus in het AvL-NKI in Amsterdam en een literatuuronderzoek.

Resultaten: Patiënten met CA-TMA presenteren zich vaker met botpijn, dyspneu en hypoxie dan patiënten met idiopathische TTP-HUS. De ADAMTS13-bepaling kan helpen onderscheid te maken tussen idiopathische TTP en CA-TMA. Patiënten met CA-TMA hebben geen baat bij plasmaferese.

Conclusie: Uit literatuuronderzoek is gebleken dat CA-TMA een slechte prognose heeft, met een 30 dagenmortaliteit van 50–71%. In enkele gevallen is chemotherapie succesvol gebleken.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:179–84)

Lees verder

Salvagechemotherapie bij het recidief en refractair testiscarcinoom: conventionele chemotherapie of hogedosischemotherapie?

NTVO - 2013, nummer 4, june 2013

dr. J. Jacobse , dr. J.V. van Thienen , dr. J.M. Kerst

Samenvatting

Testiscarcinoom is de meest voorkomende vorm van kanker bij mannen tussen 20 en 35 jaar. De mortaliteit van deze ziekte is laag en de vijfjaarsoverleving van 95% kan voor een belangrijk deel worden toegeschreven aan de hoge chemosensitiviteit van het testiscarcinoom. De hoeksteen van de chemotherapeutische behandeling van seminomen en nonseminomen is platinum-bevattende chemotherapie. Alhoewel de meeste patiënten langdurige complete remissie bereiken met eerstelijnsbehandeling, is er een klein percentage van de testiscarcinomen dat recidiveert of refractair blijkt na eerstelijnschemotherapie. De zogenoemde salvagechemotherapie kan voor deze groep patiënten uitkomst bieden. De afgelopen decennia is uitgebreid onderzoek gedaan naar salvagechemotherapie voor het recidief en refractair testiscarcinoom. Tot nu toe is er onvoldoende bewijs voor een standaard chemotherapeutische behandeling van deze tumoren. Zowel conventionele dosis (CDCT), als hogedosischemotherapie (HDCT) in combinatie met autologe stamceltransplantatie (ASCT) worden toegepast in de praktijk. In een recente studie is een prognostisch model ontwikkeld om hopelijk in de toekomst te kunnen bepalen welke groep patiënten baat heeft bij een behandeling met CDCT of HDCT in combinatie met ASCT. Een geplande trans-Atlantische studie probeert het vraagstuk van de optimale behandeling voor het recidief en refractaire testiscarcinoom te beantwoorden.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2013 2013;10:133–9)

Lees verder