Articles

Blaassparende behandeling bij het spierinvasief blaascarcinoom

NTVO - 2017, nummer 4, june 2017

dr. M.C.C.M. Hulshof , dr. A.M. Leliveld-Kors , dr. A.D. Bins

Samenvatting

Niet-gerandomiseerde vergelijkende studies laten geen verschil in overleving zien tussen een radicale verwijdering van de blaas en een blaassparende behandeling (externe radiotherapie, radiochemotherapie of brachytherapie) voor patiënten met een solitair spierinvasief urotheelcelcarcinoom van de blaas. Selectiefactoren voor hetzij radicale cystectomie (jongere en fittere patienten, pN0-ziekte) of blaassparende behandeling (solitaire tumoren, cN0-ziekte) maken een goed vergelijk moeilijk. De verbeteringen bij de blaassparende behandeling, zoals toevoeging van gelijktijdige chemotherapie en betere bestralingstechnieken, laten in moderne series locoregionale tumorcontroles zien die vergelijkbaar zijn met de cystectomieseries, met als voordeel dat een adequate blaasfunctie behouden kan blijven en de behandeltoxiciteit minder is. Een blaassparende behandeling zou daarom aan iedere patiënt met een solitair spierinvasief blaascarcinoom als goed alternatief voor een cystectomie dienen te worden besproken.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2017;14:132–7)

Lees verder