Articles

Vermindering van rectumtoxiciteit bij prostaatkankerradiotherapie door implanteerbare rectumspacers

NTVO - 2019, nummer 2, march 2019

dr. B.G.L. Vanneste

Samenvatting

Op 4 juli 2018 promoveerde dr. Ben G.L. Vanneste aan de Universiteit van Maastricht op het proefschrift getiteld ‘Reduction of rectal toxicity in prostate cancer radiation therapy by implantable rectum spacers.’ Het onderzoek werd verricht in MAASTRO Clinic onder begeleiding van promotor prof. dr. P. Lambin (radiotherapeut-oncoloog) en copromotoren dr. E. van Lin (radiotherapeut-oncoloog) en dr. ir. A.L. Hoffmann (klinisch fysicus). Hieronder staan de belangrijkste bevindingen van het onderzoek. Een digitale versie van het proefschrift is te vinden op http://dx.doi.org/10.26481/dis.20180704bv.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2019;16:74–8)

Lees verder

Insuffiëntiefracturen van het bekken na radiotherapie

NTVO - 2013, nummer 1, february 2013

dr. B.G.L. Vanneste , dr. G. van Tienhoven , drs. H. van der Woude , dr. P. Kloen , prof. dr. L.J.A. Stalpers

Samenvatting

Achtergrond: Een correcte diagnose van insufficiëntiefracturen van het bekken bij oncologische patiënten na radiotherapiebehandeling is belangrijk, vooral ter onderscheid van een botmetastase. Postmenopauzale osteoporose, corticosteroïdengebruik en lokale bestraling zijn voorbeschikkende factoren.

Casus: Een 66-jarige vrouw met een endometriumcarcinoom werd in 2006 geopereerd en postoperatief bestraald op het kleine bekken. Patiënte ontwikkelde 5 jaar na de bestraling pijn ter hoogte van de rug en de rechterheup. Bij röntgenonderzoek werden meerdere fracturen opgemerkt ter hoogte van het sacrum. Er waren geen argumenten voor een oncologisch recidief. Bij patiënte was sprake van insufficiëntiefracturen postradiotherapie van het bekken welke operatief werden gestabiliseerd.

Conclusie: Insufficiëntiefracturen van het bekken komen na radiotherapie voor. Een incorrecte diagnose kan tot complicaties en onjuiste behandeling leiden. Meestal volstaat een conservatief beleid en pijnstilling. Operatief fixeren dient alleen te worden overwogen bij instabiele fracturen die niet reageren op conservatieve therapie.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2013;10:20–4)

Lees verder

Diagnose en behandeling van radiatiepneumonitis

NTVO - 2012, nummer 8, december 2012

dr. B.G.L. Vanneste , dr. G.R. Borst , dr. M.M. van den Heuvel , dr. J.S.A. Belderbos

Samenvatting

Radiotherapie is een belangrijke behandelingsmodaliteit bij thorax-, borst- en hematologische maligniteiten. Een bijwerking van een thoracale bestraling is radiatiepneumonitis. Er zijn in de klinische praktijk gevalideerde modellen voorhanden om de kans te voorspellen dat een radiatiepneumonitis optreedt. De diagnose ‘radiatiepneumonitis’ is echter een moeilijke diagnose door de vaak aanwezige pre-existente pulmonale comorbiditeit en de weinig specifieke klachten bij presentatie. Dit leidt vaak tot een niet eenduidig diagnostisch traject. Ook over de behandeling van radiatiepneumonitis bestaat geen eenduidige richtlijn. De bedoeling van dit artikel is om een advies te geven voor zowel de diagnose als de behandeling van radiatiepneumonitis.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2012;9:344–9)

Lees verder