Articles

Waarom zoeken vrouwen met borstkanker psychosociale hulp?

NTVO - 2015, nummer 8, december 2015

I. van Braak MSc, dr. M. van der Doef , dr. A.P. Visser

Samenvatting

Veel vrouwen die borstkanker hebben (gehad) worstelen met de aanpassing aan de lichamelijke, psychische en sociale gevolgen van de diagnose en de behandeling. In een onderzoek werd nagegaan hoeveel vrouwen behoefte hebben aan psychosociale hulp en welke factoren invloed hebben op hun intentie tot zoeken van psychosociale hulp. In een cross-sectionele steekproef werd door 179 vrouwen die borstkanker hebben (gehad) een vragenlijst ingevuld over hun sociaal-demografische en medische kenmerken, hun welbevinden, eerder gebruik en waardering van psychosociale hulp en hun behoefte aan psychosociale ondersteuning. Verder waren er vragen over hun attitude, gepercipieerde sociale normen en zelfeffectiviteit ten aanzien van het zoeken van psychosociale hulp. In correlationele en regressieanalyses werd onderzocht welke van deze factoren samenhangen met de intentie om psychosociale hulp te zoeken. Bijna 40% van de vrouwen die de vragenlijst invulden is zeer zeker (15,1%) of wellicht (24%) van plan om psychosociale hulp te zoeken. De belangrijkste determinanten van de intentie om psychosociale hulp te zoeken zijn: een positieve attitude en positief gepercipieerde sociale normen ten aanzien van psychosociale hulp, het ervaren van grotere onvervulde behoefte aan ondersteuning op het gebied van het zorgsysteem en informatie, een grotere mate van comorbiditeit, een lager welbevinden en een kortere tijd sinds de diagnose. De resultaten van dit onderzoek geven meer inzicht in factoren die een rol spelen bij de intentie om psychosociale hulp te gaan zoeken door vrouwen die borstkanker hebben (gehad). Het wordt aanbevolen aan zorgverleners om in consulten de behoefte aan psychosociale ondersteuning aan de orde te stellen. Bij vrouwen van wie wordt gedacht dat zij waarschijnlijk baat zullen hebben bij psychosociale ondersteuning is het uiten van een positieve mening over het zoeken van psychosociale hulp belangrijk en kan door voorlichting over (positieve resultaten van) psychosociale interventies de persoonlijke attitude van vrouwen ten aanzien van psychosociale hulp worden beïnvloed.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:294–301)

Lees verder

Determinanten van het zoeken naar psychosociale steun door mannen met prostaatkanker

NTVO - 2013, nummer 7, november 2013

L. Daeter , dr. A.P. Visser , drs. T. van der Hooft-Leemans

Samenvatting

Patiënten met prostaatkanker ervaren na hun behandeling vaak erectiestoornissen en urine-incontinentie, leidend tot psychische en sociale klachten. Psychosociale ondersteuning voor deze problemen is beschikbaar. Toch maken deze patiënten weinig gebruik van de bestaande voorzieningen. Er is onderzocht welke factoren het zoeken van hulp bevorderen, te weten of het zoeken van psychosociale ondersteuning samenhangt met de behoefte aan ondersteunende psychosociale zorg, de attitude ten opzichte van die steun, de sociale steun bij het zoeken daarnaar en of men zichzelf in staat voelt die zorg te zoeken. Daarbij werd ook de invloed onderzocht van angst, depressie, biografische en medische factoren, eerder gebruik van hulp en de evaluatie van die hulp. Er is een vragenlijst voorgelegd aan patiënten die zijn benaderd via urologen uit de regio Rotterdam, een voorlichtingsbijeenkomst, de website van de Prostaatkankerstichting, een lokale krant en stichting De Vruchtenburg (instelling voor psychosociale oncologische zorg in Rotterdam). Door 87 patiënten is een digitale of papieren vragenlijst ingevuld. Multipele regressieanalyse wijst uit dat de intentie tot het toekomstig gebruik van psychosociale zorg hoger ligt in het geval van meer psychologische en fysieke behoeften aan steun en meer gevoelens van depressie. Een vijfde is niet tevreden over de ontvangen voorlichting in ziekenhuizen, terwijl een derde van de mannen behoefte heeft aan informatie van experts over hun problemen. Oncologen en oncologie/urologieverpleegkundigen kunnen met deze informatie patiënten beter doorverwijzen naar gepaste ondersteunende zorg, terwijl zorginstellingen en professionals deze informatie kunnen gebruiken om interventies te ontwikkelen gebaseerd op de behoeften en wensen van deze groep prostaatkankerpatiënten, waardoor meer mannen met prostaatkanker profijt hebben van de aangeboden begeleiding.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2013;10:273–9)

Lees verder

Informatieverstrekking aan patiënten met een oesofagus-carcinoom

NTVO - 2013, nummer 2, march 2013

C.M.M. Acosta-van de Griendt , drs. P. van Hagen , dr. A.P. Visser , prof. dr. B.P.L. Wijnhoven

Samenvatting

In Nederland worden jaarlijks bijna 2.300 patiënten met een oesofaguscarcinoom gediagnosticeerd en behandeld. In het Erasmus MC worden per jaar ongeveer 80 oesofagusresecties uitgevoerd bij patiënten met een oesofaguscarcinoom. Het adequaat verstrekken van informatie is cruciaal om angstgevoelens van patiënten te voorkomen en de zelfredzaamheid, therapietrouw en patiënttevredenheid te bevorderen. Wij onderzochten bij 46 patiënten de tevredenheid over de verstrekte informatie en mogelijkheden om de informatieverstrekking te verbeteren. Daarnaast werd nagegaan of er een verband bestaat tussen sociaal-demografische karakteristieken van patiënten en de informatiebehoefte. Het responspercentage bedroeg 74%. Er werd gebruik gemaakt van de EORTC-INFO-26-vragenlijst. Gemiddeld waardeerden de respondenten de tevredenheid over de informatieverstrekking met een score van 57 op een schaal van 1 tot 100. Bijna de helft (43,5%) van de respondenten had meer informatie willen ontvangen, met name over voeding en over het nazorgtraject na een operatie. Patiënten ouder dan 70 jaar beoordeelden de verstrekte informatie beter dan patiënten onder deze leeftijd en gaven niet aan meer informatie te willen krijgen. Er worden voorstellen gedaan ter verbetering van de voorlichting.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2013;10:54–60)

Lees verder