Samenvatting

Door de introductie van immuunsuppressieve therapie is het risico op een hepatitis-B-virus (HBV)-reactivatie sterk toegenomen. Het niet onderkennen van een chronische of doorgemaakte HBV-infectie kan daarmee tot ernstige morbiditeit en zelfs mortaliteit leiden. In dit artikel wijzen wij op het belang van serologisch screenen op de aanwezigheid van HBV-markers vóór aanvang van immuunsuppressieve therapie (met HBsAg-, anti- HBc- en HBV-DNA-concentratiebepaling). Op basis van de a-priorikans op HBV-reactivatie ten gevolge van het soort immuunsuppressieve therapie kan een indeling worden gemaakt: indien het uitgangsrisico op HBVreactivatie gemiddeld (1–10%) of hoog (>10%) is, pleiten wij voor het screenen en, indien er sprake blijkt te zijn van een chronische of doorgemaakte HBV-infecctie, te starten met profylactische antivirale therapie. Indien een behandeling wordt gestart met een laagrisico- immuunsuppressief medicijn (kans op HBV-reactivatie <1%) wordt aanbevolen het profylactisch testen achterwege te laten en dit slechts te doen op basis van een individuele afweging van risicofactoren, zoals land van geboorte of de aanwezigheid van HBV in de familie.

(Ned Tijdschr Oncol 2016;13:264–71)