Voorspellende waarde van tumorinfiltrerende neutrofielenconcentratie bij borstkanker

september 2021 Wetenschap Dominique Vrouwenvelder
Neutrophil cells white blood cells essential for the immune system fighting pathogen in inflammation bacterium and cancer cells

Editor’s pick van dr. Esther van Meerten, internist-oncoloog, ErasmusMC

In een nieuwe studie van Geng et al. heeft men de klinische waarde van tumorinfiltrerende neutrofielen (TIN) geëvalueerd bij patiënten met borstkanker, behandeld met neoadjuvante chemotherapie (NACT). Bovendien werd de betekenis van dynamische veranderingen in TIN voor en na NACT onderzocht. Deze resultaten zijn gepubliceerd in BMC cancer.

Immuunrespons speelt een essentiële rol in de chemotherapie-gemedieerde tumor-eradicatie. De infiltratie van immuuncellen, en daarmee het aantal immuuncellen in de tumor micro-omgeving, weerspiegelt de immuunrespons. TIN’s hebben zich ontpopt als activatoren en regulatoren van tumorimmuniteit. Hoewel TIN’s worden geassocieerd met een betere respons op chemotherapie bij patiënten met darmkanker, zijn TIN’s juist geassocieerd met slechtere klinische uitkomsten bij andere aandoeningen zoals niercelcarcinoom. Hoewel wordt verondersteld dat TIN’s een belangrijke rol spelen in de rekrutering van immunocyten en het handhaven van het evenwicht tussen de activering en onderdrukking van het immuunsysteem bij kanker is de betekenis van veranderingen in de TIN-concentraties voor en na behandeling met NACT bij borstkanker nog onbekend.

In totaal werden 133 borstkankerpatiënten die NACT voorafgaande aan operatie ondergingen, ingeschreven in dit retrospectieve cohort. De gemiddelde leeftijd van deze patiënten was 54 jaar, 66% was HR+, 13% HER2-positief en 21% had ‘triple negative’ borstkanker (TNBC). Bij 89 patiënten werd met behulp van naaldbiopsie (‘core needle biopsy’, CNB) ook een monster verkregen. In de postoperatieve pathologische monsters werden TIN’s gedetecteerd door middel van immunohistochemische kleuring met CD66b.

TIN-concentraties

Na een gemiddelde follow-up van 27 maanden bleken patiënten met hogere TIN-concentraties na het krijgen van NACT vaker refractair bij daaropvolgende NACT (p<0,001). Een hogere TIN na NACT bleek bovendien geassocieerd met een significant kortere ziektevrije overleving (univariaatanalyse: hazard ratio [HR]: 3,415; 95%-BI: 1,489-7,831; p=0,002) en multivariaatanalyse: HR=3,265; 95%-BI: 1,374-7,758; p=0,007).

Dynamische veranderingen van TIN voor en na NACT bleken daarentegen significant geassocieerd met een betere werkzaamheid van chemotherapie en een betere prognose bij patiënten met borstkanker. De TIN-verandering was een significante voorspeller voor ziektevrije overleving (univariaatanalyse: [p=0,002; HR(95%-BI): 0,984(0,974-0,994)] en multivariaatanalyse [p=0,003; HR (95%-BI): 0,984 (0,973-0,994). Er was geen significante relatie tussen de verandering in TIN en persoonskarakteristieken. Kleine verschillen in TIN waren geassocieerd met hoge recidiefpercentages en lage remissiepercentages.

Conclusie

Hoge concentraties TIN na NACT werd geïdentificeerd als een onafhankelijke prognostische factor voor een slechtere klinische uitkomst bij borstkankerpatiënten. Bovendien bleek uit deze studie dat het verschil in TIN voor en na NACT een nieuwe, sterke, onafhankelijke prognostische factor kan worden voor de klinische uitkomst van patiënten met borstkanker, waarbij een groter verschil is geassocieerd met betere uitkomsten.

Referentie

Geng SK, Fu SM, Ma SH, et al. Tumor infiltrating neutrophil might play a major role in predicting the clinical outcome of breast cancer patients treated with neoadjuvant chemotherapy. BMC Cancer. 2021 Jan 14;21(1):68.