Articles

LEGO-studie: verbetering van de diagnostiek en systemische behandeling van het grootcellig neuro-endocriene carcinoom (LCNEC) van de long

NTVO - 2021, nummer 7, october 2021

drs. N. Rijnsburger , dr. J.L. Derks , prof. dr. E.J.M. Speel , dr. J.H. von der Thüsen , prof. dr. A.M.C. Dingemans

SAMENVATTING

Het grootcellig neuro-endocrien longcarcinoom (LCNEC) is een zeldzaam type longkanker met een slechte prognose. De diagnose LCNEC wordt ongeveer bij 1–2% van alle longtumoren gesteld. Volgens de WHO-criteria van 2021 is de diagnose alleen met zekerheid vast te stellen op resectiemateriaal. De LEGO-studie is een prospectieve, landelijke studie met als doel enerzijds het verbeteren van de diagnostische accuraatheid op het biopt door middel van aanvullende immuunhistochemische kleuringen voor neuro-endocriene markers en anderzijds het analyseren van overleving en respons op chemotherapie bij verschillende LCNEC-subtypen.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:253-5)

Lees verder

Observationeel onderzoek naar COVID-19 bij patiënten met een maligniteit in Nederland

NTVO - 2020, nummer COVID special, september 2020

dr. J. Tol , drs. K. de joode , drs. D.W. Dumoulin , dr. A.A.M. van der Veldt , prof. dr. A.M.C. Dingemans

SAMENVATTING

Hoewel patiënten met een maligniteit vatbaarder lijken voor een ernstig beloop van COVID-19, was de beschikbare kennis over de uitkomsten bij deze groep patiënten zeer schaars. Ook zijn resultaten van internationaal onderzoek niet eenduidig te vertalen naar de Nederlandse situatie vanwege het verschil in incidentie van COVID-19, de inrichting van de zorg en de maatregelen in de samenleving. Om meer informatie te verkrijgen over het beloop van COVID-19 bij patiënten met een maligniteit is in maart 2020 het Dutch Oncology COVID-19 Consortium (DOCC) geïnitieerd. In het DOCC-register zijn door 38 Nederlandse ziekenhuizen inmiddels 562 patiënten met COVID-19 en de diagnose maligniteit geregistreerd. Dit artikel geeft een beschrijving van de patiëntkarakteristieken van de eerste 411 patiënten, waaronder 276 patiënten met een bekende solide tumor en 115 patiënten met een hematologische maligniteit. Later dit jaar zullen de resultaten met betrekking tot het beloop van deze infectie kunnen worden gerapporteerd. Het ontstaan van het DOCC en de grote bereidheid van de diverse hematologen, internistoncologen, neurologen en longartsen om patiënten te registreren is een prachtig voorbeeld van landelijke samenwerking met als doel het vergaren van inzicht in de Nederlandse situatie met betrekking tot het beloop van COVID-19 bij patiënten met een oncologische voorgeschiedenis.

Lees verder

Delta-like ligand 3 (DLL3) als doelwit voor gerichte behandeling van het kleincellig longcarcinoom en het pulmonaal grootcellig neuro-endocrien carcinoom

NTVO - 2019, nummer 8, december 2019

drs. B.C.M. Hermans , dr. J.L. Derks , dr. L.E.L. Hendriks , L. Moonen , prof. dr. E.J.M. Speel , prof. dr. A.M.C. Dingemans

SAMENVATTING

Het hooggradig pulmonaal neuro-endocrien carcinoom wordt onderverdeeld in het kleincellig longcarcinoom (SCLC, ongeveer 15% van alle longtumoren) en het grootcellig neuro-endocrien carcinoom (LCNEC, ongeveer 1–3% van alle longtumoren). In tegenstelling tot het niet-kleincellig longcarcinoom is voor SCLC en LCNEC nog geen doelgerichte therapie geregistreerd, terwijl er wel behoefte aan is om de overleving in deze groep patiënten te verbeteren. Delta-like ligand 3 (DLL3) komt tot expressie in 64–90% van SCLC/LCNEC-tumoren en niet of slechts zeer beperkt in normaal weefsel. Dit maakt DLL3 daarom een mogelijk interessant doelwit voor gerichte therapie. Momenteel zijn er medicamenten in ontwikkeling gebaseerd op drie verschillende technologieën: antilichaam-drug conjugaat (ADC), bispecifiek ‘T-cell engaging’ (BiTE®) en ‘chimeric antigen receptor T-cell’ (CAR-T). Preklinische onderzoeken en een fase 1-onderzoek met het ADC rovalpituzumab-tesirine (Rova-T) toonden opname van het toxine in DLL3-positieve tumorcellen en een langdurige respons. Interim-analyse van een fase 2-onderzoek (TRINITY) was minder positief en inclusie van een fase 3-onderzoek (TAHOE) is gestaakt na analyse door de monitorcommissie. Resultaten van lopende klinische onderzoeken naar monotherapie en combinatietherapie met Rova-T worden afgewacht. Tevens zijn middelen ontwikkeld met de BiTE®– en CAR-T-techniek, waarmee fase 1-onderzoeken worden uitgevoerd. Hoewel DLL3 dus een potentieel doelwit is, moet de effectiviteit van de genoemde middelen voor DLL3-gerichte therapie nog worden bewezen.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2019;16:325–33)

Lees verder

Effect van vroege en systematische palliatieve zorg bij gevorderde maligniteiten

NTVO - 2018, nummer 6, september 2018

drs. M.P.H. Bischoff , prof. dr. M.H.J. van den Beuken-Erverdingen , prof. dr. A.M.C. Dingemans

(NED TIJDSCHR ONCOL 2018;15:236–37)

Lees verder

Durvalumab na chemoradiatie bij stadium III niet-kleincellig longcarcinoom

NTVO - 2017, nummer 7, november 2017

drs. D. Agterhuis , prof. dr. A.M.C. Dingemans

(NED TIJDSCHR ONCOL 2017;14:291)

Lees verder

De NVALT25-ELDAPT-studie: selectie van de optimale behandeling voor de oudere patiënt met stadium III niet-kleincellig longcarcinoom

NTVO - 2017, nummer 4, june 2017

drs. E.J.M. Driessen , prof. dr. M.L.G. Janssen-Heijnen , dr. H.A. Maas , prof. dr. A.M.C. Dingemans , dr. J.G.M. van Loon

Samenvatting

Gelijktijdige chemoradiotherapie (CHRT) is de standaardbehandeling voor patiënten met stadium III niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). Deze intensieve behandeling geeft bij patiënten met een goede ‘performance status’ de grootste kans op langdurige ziektecontrole en overleving, maar kan gepaard gaan met ernstige acute en late toxiciteit. Er is echter weinig informatie over een adequate selectie van CHRT, het effect van de behandeling en bijwerkingen bij de oudere patiëntenpopulatie. Om te voorspellen welke oudere patiënten voordeel kunnen hebben bij een intensieve behandeling met CHRT zijn betrouwbare instrumenten nodig. Hiermee kan mogelijk een subgroep van medisch fitte ouderen worden onderscheiden van kwetsbare patiënten. Het doel van de NVALT25-ELDAPT-studie (NCT02284308) is tweeledig: ten eerste wordt beoogd een betrouwbaar en klinisch toepasbaar screeningsinstrument te ontwikkelen om voor de individuele patiënt de beste behandeling te selecteren op basis van gradatie van fitheid. Hiervoor worden alle patiënten met stadium III NSCLC ≥75 jaar gevraagd deel te nemen aan een uitgebreid geriatrisch assessment (deel 1 van de studie). Het tweede doel is om voor patiënten die op basis van het assessment als fit genoeg worden beoordeeld om intensieve behandeling te ondergaan, te onderzoeken welke behandeling met CHRT de meest optimale is. Alle andere patiënten worden in het observationele deel van de studie behandeld naar inzicht van de behandelend arts en wensen van de patiënt. Daarnaast wordt voor alle deelnemende patiënten de overleving gecorrigeerd voor kwaliteit van leven per fitheidscategorie en de behandelstrategie in kaart gebracht. De NVALT25-ELDAPT-studie beoogt met haar resultaten de behandelselectie te optimaliseren en hiermee de best mogelijke uitkomst te bereiken voor de individuele oudere patiënt.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2017;14:151–5)

Lees verder

Ervaring van de expertisecentra met het ‘compassionate use’-programma van nivolumab voor het niet-kleincellig longcarcinoom

NTVO - 2017, nummer 1, february 2017

dr. L.E.L. Hendriks , prof. dr. J.G.J.V. Aerts , dr. M.M. van den Heuvel , prof. dr. A.M.C. Dingemans

Samenvatting

Nivolumab, een PD-1 remmer (‘immuuntherapie’), is door de European Medicines Agency toegelaten tot de markt als tweedelijnsbehandeling voor gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) met progressie na eerstelijnsbehandeling. Tegenover de goede klinische resultaten staat als nadeel de hoge prijs, waardoor nivolumab door minister Schippers in de ‘sluis’ is geplaatst. Gedurende deze onderhandelingen stelde Bristol-Myers Squibb (BMS) het middel beschikbaar in een ‘compassionate use’ (CU)-programma. De behandeling met nivolumab is een hype en is veelvuldig in de media geweest. Hierbij is steeds onvoldoende belicht dat de effecten slechts werden onderzocht in een geselecteerde patiëntengroep. Tevens zijn de bijwerkingen, hoewel er weinig ernstige bijwerkingen zijn, anders dan van de conventionele chemotherapie. De NVALT heeft 12 expertisecentra aangewezen om deze behandeling zorgvuldig te laten verlopen. Om inzicht te krijgen in de patiëntselectie worden nu de ervaringen met het CU-programma beschreven. Vanaf juli 2015 tot 1 februari 2016 zijn er meer dan 500 longkankerpatiënten behandeld met nivolumab in dit programma. De gegevens laten zien dat deze selectie zorgvuldig verloopt met nauwkeurig in acht nemen van de in- en exclusiecriteria. Verder is belangrijk dat een deel van de patiënten een andere mogelijk meer gepaste behandeling krijgt aangeboden, bijvoorbeeld wanneer er een activerende mutatie aanwezig is of wanneer er mogelijkheden zijn tot deelname aan een klinische studie.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2017;14:24–8)

Lees verder